W12HC1: Gedragsstoornissen Flashcards

1
Q

Oppositionele-opstandige stoornis: ODD

A

A. Boze/prikkelbare stemming, brutaal/ongehoorzaam gedrag of ontevredenheid
- boze/prikkelbare stemming
- ruziezoekend dan wel openlijk ongehoorzaam gedrag
- wraakzacht
B. De verstoring in het gedrag gaat samen met lijdensdruk bij de betrokkene zelf of anderen in zijn/haar onmiddellijke sociale omgeving of heeft een negatieve invloed op het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen
- prevalentie 3%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD)

A

A. Grondrechten van anderen, of belangrijke maatschappelijke normen/regels worden geschonden
- agressie jegens mensen en dieren
- vernieling van eigendommen
- bedrog/diefstal
- ernstige overtredingen van regels
B. De gedragsstoornis veroorzaakt klinisch significante beperkingen in het functioneren op sociaal, school- of beroepsmatig gebied
C. Indien de betrokkene ouder is dan 18 jr: er wordt niet voldaan aan criteria voor de antisociale-persoonlijkheidsstoornis
- prevalentie 2%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

DMDD: disruptieve-stemmingsdisregulatie

A
  • ontstaat bij knderen met driftbuien < 13 jr, zodat niet elk kind de stempel bipolair krijgt (meestal later eerder depressie dan bipolair)
    A. Ernstige recidiverende driftbuiten die zich verbaal en/of in het gedrag manifesteren en die wat intensiteit of duur betreft in grove mate disproportioneel zijn tov de situatie/aanleiding
    B. De driftbuien komen niet overeen met het ontwikkelingsniveau
    C. De driftbuien treden gemiddeld 3x of vaker per week op
    D. De stemming tussen de driftbuien is persisterend prikkelbaar/boos, gedurende het grootste deel vd dag en bijna elke dag, en dit is door anderen waarneembaar
    E. Criteria A-D zijn sinds 1 jaar aanwezig: in die periode is de betrokkkene nooit gedurende 3 achtereenvolgende maanden geheel vrij geweest van de symptomen in criterium A-D
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychopathie DMDD

A
  • beperkte prosociale emoties
  • gebrek aan berouw of schuldgevoel
  • ongevoelig, gebrek aan empathie
  • onverschillig over niet-presteren
  • vlak of deficiënt affect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Comborbiditeiten gedragsstoornis

A
  • ADHD
  • depressie
  • angststoornissen
  • middelenmisbruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkelingstrajecten

A
  • adolescence onset: rond 10-12, dan toename en afname rond de 20: betere prognose
  • life-course persistent: begint vroeg en blijft aanwwezig en hogere kans op anti-sociale persoonlijkheidsstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prognose mbt volwassen leeftijd

A
  • in het algemeen afname van ODD- en CD-symptomen
  • soms verdwijnen diagnose
  • risico ODD > CD vnl bij dwars en uitdagend gedrag
  • verhoogd risico op persoonlijkheidsstoornissen, depressie, verslaving, werkeloosheid, herhaalde echtscheidingen, antisociale partner, vroege zwangerschap, kinderen met gedragsstoornissen, financiele problemen, criminaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gunstige prognostische factoren

A
  • sterke band met werk en familie
  • oudste in kinderrij
  • meer affectieve relaties
  • rolmodel van zelfde geslacht
  • goede relatie met minstens 1 volwassene
  • steunend systeem
  • externe steun van anderen
  • versterking van positieve copingsmechanismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ongunstige prognostische factoren

A
  • vroege leeftijd van aanvang
  • veel gedragsproblemen
  • probleemgedrag in verschillende situaties
  • fysieke agressie
  • comorbiditeit met ADHD
  • lage intelligentie
  • kenmerken van ongevoeligheid en emotieloosheid
  • mannelijk geslacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

DD

A
  • geïsoleerd antisociaal gedrag
  • ADHD
  • reactieve hechtingsstoornis
  • ontremd-sociaalcontactstoornis
  • psychose/manie
  • depressie
  • ASS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling

A
  • psycho-educatie
  • parent management training (PMT)
  • social problem-solving skills training
  • gedragstherapeutische vormen van systeemtherapie, ihb multisysteemtherapie: gaat om leren van de gevolgen van gedrag
  • farmacotherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Farmacologie

A

ADHD: methylfenidaat, dexamfetamine, atomoxetine, guanfacine, clonidine
Antipsychotica: risperdon, aripiprazol, pipamperon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly