Week 2 Flashcards
(32 cards)
histoire événementielle/ histoire historisante
Volgens een Franse groep historici reduceerde de Rankeaanse revolutie geschiedonderzoek tot het chronologisch opsommen van feitjes en weetjes, en tot het materieel inventariseren van de sporen uit het verleden. Histoire problème was de oplossing.
Histoire-problème
een probleemgerichte vorm van geschiedonderzoek, die niet enkel moest weergeven wat er gebeurd was, maar vooral waarom dat was gebeurd. Daarnaast laat deze benadering zich kenmerken door een bredere benadering van samenlevingen in het verleden. Deze manier van denken behoorde tot de ‘school’ van de Annales
Lucien Febvre
een van de stichters van het tijdschrift en de ‘school’ de Annales. Heeft misschien nog wel het meest bijgedragen aan de benadering van de histoire-problème.
Marc Bloch
medeoprichter van het tijdschrift Annales, en voorstander van probleemgericht historisch onderzoek (histoire-problème). Hij problematiseerde de mediëvistiek door meer aandacht te geven voor agrarische en culturele geschiedenis, in plaats van de traditionele aandacht voor politiek en dynastie. Hij was ook geïnteresseerd in de invloed van natuur op menselijk gedrag
Stelregels van historische vraagstellingen
- Historici bestuderen het verleden. Het hoort daarom niet om af te vragen welke invloed het verleden uitoefent voor het heden, dat is weggelegd voor de sociale wetenschappen.
- Historici bestuderen alleen afgebakende periodes (bijvoorbeeld 1900-1910, niet 2000- tot nu). What if-vragen zijn ook niet acceptabel, omdat die contrafactueel zijn, en historici kunnen die niet volgens hun traditionele methoden onderzoeken
Een vraagstelling vertrekt vanuit een vraag, niet vanuit een thema of onderwerp. Dus niet ‘de Tweede Wereldoorlog’, maar ‘waarom werd de Tweede Wereldoorlog een conflict op wereldschaal?’ - Historici zoeken naar relevante problemen, gebeurtenissen uit het verleden die om uitleg vragen.
Wat is de belangrijkste methodologische voorwaarde voor historisch onderzoek?
Dat een historische vraagstelling op thematische, chronologische en geografische wijze wordt afgebakend. Afbakening in thema, tijd en ruimte
Contingentie
historische gebeurtenissen en ontwikkelingen zijn vaak het resultaat van een toevallige samenloop van omstandigheden. Iets gebeurde op een bepaalde plek, op een bepaald moment, op een bepaalde manier, maar had ook heel anders kunnen verlopen. Daarom bakenen historici hun onderzoeksvraag af om tot een contingente historische context te komen.
Anachronisme
een fout tegen de historische context.Dit kan een inbreuk op de chronologische volgorde zijn, een verkeerde beoordeling van een historische situatie of een historische onmogelijkheid. De eerste en voornaamste opdracht van historici is bijgevolg gebeurtenissen in historische context te plaatsen, zonder daarbij de eigen normen en waarden op het verleden te projecteren
Multicausaal
verklaarbaar door meerdere oorzaken. Historici bekijken in de totaliteit naar de context van een historische gebeurtenis
Het criterium van falsifieerbaarheid
wetenschappelijke kennis moet falsifieerbaar zijn, zo geformuleerd dat ze controleerbaar en eventueel te verwerpen waren. Wetenschappelijke kennis kan nooit finaal zijn, maar zou in de toekomst weerlegd kunnen worden. Theorie van Karl Popper
Historicisme
het zoeken naar ritmes, patronen, wetten en tendensen om daarmee de toekomst te voorspellen. De Nazis en communisten hadden volgens Karl Popper het verleden verabsoluteerd om hun positie te rechtvaardigen, en daarvoor moesten alle andere visies over dat verleden wijken.
Presentisme
een manier van historische analyse waarbij hedendaagse ideeën en perspectieven anachronistisch worden geïntroduceerd in voorstellingen of interpretaties van het verleden
Hodiecentrisme
het verleden wordt enkel in functie voor het heden benaderd
Régime d’historicité
een opsplitsing tussen verleden, heden en toekomst
Collectieve geheugen
een verzamelnaam voor een reeks gemeenschappelijke standaardverhalen over het verleden in de maatschappij. Het collectieve geheugen vertelt, verbeeldt, en recycleert verhalen over het verleden niet alleen op selectieve en onvolledige manier, maar op moreel gekleurde wijze.
Welke functies vervult het collectieve geheugen in de maatschappij?
Een bestaande toestand legitimeren en identiteit verschaffen: Invented traditions, tradities die worden voorgesteld als oude tradities, zijn hier deel van
Nostalgie voeden: het idee dat het vroeger beter was, verandering wordt dan achteruitgang.
Het verleden als referentiepunt om te mijden nemen: dit is een omkering van de nostalgie, stilstaan is achteruitgaan en verandering is vooruitgang. Hierin wordt vaak in binaire tegenstellingen gedacht; middeleeuws/modern, barbaars/intellectueel.
Erfgoed
al datgene dat waard werd geacht om te bewaren voor latere generaties
Onroerend erfgoed
het archeologisch, landschappelijk en architectuur-historisch erfgoed.
Roerend erfgoed
artefacten en objecten, die als ‘erfstukken’ betekenis kregen voor toekomstige generaties
Immaterieel erfgoed
erfgoed dat ‘leeft’ in de hoofden, harten en lijven van doodgewone mensen. Dit kunnen bijvoorbeeld verhalen tradities, feesten, theater, technieken, praktijken en dialecten zijn.
Cultureel erfgoed
roerend en immaterieel erfgoed
Memory boom
het fenomeen waar plotselinge herinnering en herdenking centraal staat. Dit gaat op een uiterst selectieve en onwetenschappelijke manier. Het verleden wordt hier niet met rust gelaten, maar voortdurend opnieuw beoordeeld in termen van het heden.
Memory industry
: een industrie die uit geldgewin speelt op de herinnering in het heden, maar niet op het verleden zelf, laat staan de wetenschappelijke studie van dat verleden
Heilgeschiedenis:
het verleden als onderdeel van het plan dat god met de mensheid voorhad in de joods-christelijke geschiedfilosofie