Week 6 Flashcards
(16 cards)
De geschiedenis als comparatieve wetenschap
de historische analyse vergelijkt bewaarde bronnen om zo historische gebeurtenissen vanuit verschillende invalshoeken te bestuderen. Deze comparatieve methode wordt ook gebruikt in andere sociale wetenschappen, zoals de antropologie.
De mythe van unanimiteit
het is zeldzaam dat alle bronnen het unaniem met elkaar eens zijn, wat historici wantrouwen. De onderlinge tegenspraak van bronnen verfijnt de analyse.
Micro-analyse
een gedetailleerde studie van bijvoorbeeld één bron, één persoon of één dorp. Dit wordt gedaan bij gebrek aan bronnen.
Regressieve of retrogressieve analyse
materiaal uit een latere periode wordt gebruikt voor de studie van een eerdere periode. Dit wordt gedaan bij gebrek aan bronnen.
Analogische inductie
gaten in het bronnenbestand worden gecompenseerd met expliciete informatie over gelijkaardige gebeurtenissen. Er moet hier natuurlijk wel sprake zijn van een gelijkenis. Dit wordt gedaan bij gebrek aan bronnen
Case-study
het moet hier om een exemplarische of uitzonderlijke gevalstudie gaan. Bij een exemplarische gevalstudie dient het onderwerp als een soort voorbeeld voor gelijkaardige onderwerpen uit deze tijd en plaats. Bij een uitzonderlijke gevalstudie is de uitzondering op de regel het voorwerp van onderzoek.
Kwantitatieve benadering
een analyse die rekening houdt met getallen, maten en grootheden. Voor onderzoek naar historische demografie, migratiegeschiedenis en economische geschiedenis is een kwantitatieve analyse noodzakelijk. Toch moet een kwantitatieve analyse aangevuld worden met een kwalitatieve analyse.
Stilzwijgendheidsargument
het zwijgen van een bron wordt gebruikt om informatie te verkrijgen. Dit is een moeilijke argumentatiemethode, omdat veel bronnen van vroegere periodes verloren zijn gegaan. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden wanneer een auteur zeker over een bepaalde gebeurtenis was ingelicht en dat volgens de structuur van de tekst had moeten vermelden, maar dat niet deed.
Historische statistiek
past statistische methoden toe op seriële bronnen. Het fundamentele probleem hiermee is dat het materiaal vaak onvolledig bewaard is.
De geschiedenis als empirische wetenschap
hypothesen moeten telkens opnieuw worden getoetst aan het overgebleven materiaal. Bronnen die een werkhypothese tegenspreken moeten juist nauwkeuriger worden onderzocht.
De ordening van bronnen
bronnen kunnen op verschillende manieren worden geordend: op datum, plaats, persoon, thema of soort. Dit gebeurt voor de interpretatie.
Hineininterpretierung
het leggen van interpretaties in verleden gebeurtenissen die daarom niet noodzakelijk zo zijn voorgevallen. Het grootste probleem van historici is dat zij de afloop al kennen, terwijl dat voor tijdgenoten niet het geval was.
Robin Collingwood
theorie over het ‘heropvoeren van gedachten’: de historicus moet zich inleven in de tijd en ideeën van vroeger. Dit was een invloedrijk idee, maar werd ook veel bekritiseerd: mensen zouden niet stapsgewijs denken, ze nemen beslissingen op irrationele gronden en handelen zonder duidelijk beredeneerde motieven.
Hendrik Colijn
oud-premier die in 1940 het Nederlandse volk aanspoorde om zich neer te leggen bij de Duitse bezetting. Hij werd na de oorlog bestempeld als verrader, met veel woede over zijn ‘capitulatie’. Hier werd hij beoordeeld vanuit het perspectief van 1945, na vijf jaar meedogenloze bezetting. Om Colijn beter te begrijpen moet er gekeken worden naar de geopolitieke situatie in het begin van 1940. Het is dus belangrijk om niet met informatie uit het heden te oordelen.
Max Weber
Duitse socioloog, volgens hem waren er bij het verrichten van wetenschappelijk onderzoek altijd waarden aanwezig. Dit was niet direct een probleem, maar meer een noodzakelijke voorwaarde voor goed onderzoek. Omdat de onderzoeker zelf waarden huldigt, is hij in staat om waarden uit andere tijden te begrijpen. Toch moet de historicus persoonlijke opvattingen in zijn werk vermijden. Hij maakte onderscheid tussen feitelijke oordelen, evaluerende uitspraken waarover grote overeenstemming bestaat, en waardeoordelen: persoonlijke waarderingen van de wetenschapper.
Waardevrijheidspostulaat:
het uitgangspunt dat wetenschap alleen echte wetenschap is als zij waardevrij is.