week 8 HC.1 Disfunctioneren nieren Flashcards

1
Q

Wat is secretie?

A

Secretie= actief transport van stof uit het bloed naar de urine (vaak tegen concentratiegradiënt in) op basis van ATP (N/K ATP-ase); afgescheiden producten zijn nuttig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is excretie?

A

Excretie= uitscheiding, m.n. van toxische stoffen en afvalstoffen door het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is re-absorptie?

A

Re-absorptie= vanuit urine naar bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor soort transport vindt plaats in het dunne deel van de lis van Henle? En wat in het dikke deel?

A

In het dunne deel Lis van Henle zitten weinig actieve cellen, hier vindt transport passief plaats. Waar tubulus dik is, veel actief transport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn cystenieren (ADPKD)?

A

Cystenieren (ADPKD) is tubulaire stoornis die leidt tot vochtblaasjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is creatinine klaring? en wat is de normaalwaarde? en bij welke waarde beginnen vaak de klachten, en welke zijn dit?

A
Creatinine klaring is schatting van GFR in ml/min (normaal 120; geen nierfunctie: 0).
Normale nierfunctie (GFR) is 100-120 ml/min (=100%). Klachten beginnen vaak pas rond de 30 ml/min: oedeem, dyspnoe, vermoeidheid, misselijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er als Na ophoopt in de bloedbaan?

A

Nier minder goed in Na uitscheiden, dan in Na vasthouden -> hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er als Na ophoopt in het intersitium?

A

Oedeem; vochtophopingen in extracellulaire volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de beperkingen van een hemodialyse patiënt?

A

Beperkingen van hemodialyse patiënt:

  • 3 maal 4-5 uur per week dialyse
  • 3 maal per week 2x wachten op de taxi
  • Vochtbeperking 500-750 ml per dag
  • Eiwit beperking, Na+, K+ en fosf. Beperking
  • Bloeddruk verlagende medicatie
  • Fosfaatbinders, vitamine B-C-D, bloedverdunners
  • Eythropoetine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de functies van de nier?

A

Functies nier:
• Uitscheiden van water: ADH
• Uitscheiden gifstoffen: GFR en secretie
• Stimuleert aanmaak van rode bloedcellen: EPO
• Regulatie zuurbase balans: uitscheiding H+/ re-absorptie en productie bicarbonaat
• Regulatie Na/K uitscheiding: RAAS
• Regulatie bloeddruk (meer systemen)
• Rol in de botstofwisseling (en Ca/Fos balans): vitamine D (geactiveerd door nieren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar vindt de wateruitscheiding vooral plaats?

A

Vooral in de verzamelbuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is osmolariteit?

A

Osmolariteit= aantal deeltjes/L (osmol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen de druk in de gomerulaire cappilair en een normale capillair?

A

Druk in glomerulaire capillair is hoger dan normale capillair; wordt gereguleerd door druk voor en na glomerulus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waardoor wordt de osmoregulatie geregeld?

A

Osmoregulatie: uitscheiding van water

  • Na concentratie mmol/L
  • Osmolaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor wordt de volume regulatie geregeld?

A

Volume regulatie: uitscheiding van Na

  • Na hoeveelheid mmol
  • Bloeddruk (meer systemen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly