HC08 - Pathogeen-Gastheer Interactie Bacteriën Flashcards

1
Q

Voorbeelden bacteriële infecties

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe worden we ziek van bacteriën?

A
  • Via de lucht
  • Via voedsel
  • Via contact
  • Via insecten
  • Via verwondingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn bacteriële virulentie factoren?

A

De ziekmakende eigenschappen van bacteriën:
- Endotoxine LPS (koorts)
- Exotoxines (diarree)
- Kapsel (remt complement binding)
- Fimbriae (aanhechting)
- Flagel (beweeglijkheid, aanhechting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt de richting waarin een flagel op zwemt bepaald?

A

Het chemotaxis systeem wordt dan geactiveerd door suikers in de omgeving. Dit geeft een signaal af aan het motortje van de flagel om tegen de klok in te bewegen en zo vooruit richting de suiker gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noem je het als een bacterie meerdere flagellen heeft?

A

Peritrichous flagella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je het als een bacterie maar een flagel heeft?

A

Monotrichous flagellum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt het chemotaxis systeem?

A

Bacteriën zijn in staat om bepaalde chemicaliën waar te nemen om er vervolgens naartoe (attractant) of van af te zwemmen (toxische stof)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer vormen bacteriën een biofilm?

A

Als ze gaan hechten op een organische of anorganische oppervlakte, die vervolgens wordt omgeven door een zelfgevormde slijmlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de slijmlaag die de biofilm omgeeft?

A

De slijmlaag (ookwel ‘extra cellulaire matrix’) bestaat uit polysacchariden en zorgt ervoor dat de bacteriën beter bestand zijn tegen antibiotica en toxische stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt quorum sensing in?

A

Bacteriën scheiden constant een soort stofje uit, en als er een hoge concentratie van dat stofje is wordt dat gedetecteerd. Bacteriën weten dan dat er veel bacteriën in de omgeving zitten waardoor er een tekort aan nutriënten kan ontstaan. Hierdoor gaan ze over tot de vorming van een biofilm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet de aanhecting van een bacterie er uit?

A

Eerst hecht de bacterie zich aan de gastheer d.m.v. de fimbriae. De bacterie wordt dan dichterbij de gastheer gehaald, waar vervolgens bindingseiwitten van de bacterie binden met receptoren van de gastheer, voor een verstevigde binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kunnen bacteriën, doordat ze zich hechten aan epitheel of endotheel cellen?

A

Weefsel koloniseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn algemene aanhechtingsfactoren van een bacterie?

A

LPS, kapsel, lipoteichoic zuur, fimbriae, oppervlakte eiwitten (adhesines), en soms de flagella

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen E. coli en salmonella, m.b.t. de aanhechting?

A

Na de eerste aanhecting maakt de bacterie een soort naaldje om eiwitten te kunnen injecteren in de gastcel.
E.coli wil graag buiten de cel blijven, en daar maakt de gastheer dan een soort paddenstoel voor, zodat de E.coli wel alle nutriënten kan meekrijgen.
Salmonella wil wel naar binnen, en dus zorgt de gastheer dat het membraan over de bacterie heen komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe beweegt staphylococcus aureus?

A

Het heeft geen flagellen, maar het kan langzaam bewegen m.b.v. de fimbriae die zich steeds aanhechten aan membranen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt een salmonella infectie?

A

Als de bacterie eenmaal in de cel is, wordt het onderhouden door de effectormoleculen die de salmonella uitscheidt door het tweede naaldje dat hij heeft geproduceerd. Deze onderdrukken de fusie van blaasjes met enzymen, met de fagosoom waar de bacterie in zit. Ook zorgen deze effectormoleculen voor de blokering van NFkB, waardoor er geen macrofagen de cel komen opruimen.

17
Q

Overzicht verschillende routes bacteriën

A
18
Q

Hoe komt een bacterie van de ene naar de andere cel?

A
19
Q

Hoe ziet lipid A er uit?

A

De endotoxine Lipid A is het uiteinde van LPS, en het gedeelte dat verankert zit in het buitenmembraan van gram-negatieve bacteriën.
Het aantal vetzuren kan variëren van 5-7 (5 en 7 is niet toxisch, 6 wel)
Ook kunnen de vetzuren lang (toxisch) of kort (niet toxisch) zijn

20
Q

Wat is een exotoxine?

A

Een uitgescheiden enzym/toxine, dat het membraan kapot kan maken

21
Q

Wat is het verschil tussen α, β en γ hemolysines?

A

Alle drie kunnen worden aangemaakt door bacteriën.
γ hemolysines doen niks met het bloed
α hemolysines breken het bloed gedeeltelijk af voor nutrienten
β hemolysines breken het bloed volledig af voor nutriënten

22
Q

Wat zijn A-B exotoxines?

A

Ze bestaan uit het echte toxine (A gedeelte) en het deel dat de toxine naar de plek van bestemming brengt (B gedeelte).
Het A gedeelte wordt naar binnen geleid en bindt aan de ribosomen van de cel, waardoor de eiwitsynthese stopt en je volledige verlamming krijgt

23
Q

Hoe krijg je waterige diarree door Vibrio cholerae?

A

A-B enterotoxin bestaat uit twee delen die uitgescheiden worden:
- B hecht aan de op de membraan aanwezige GM1 ganglioside
- A gaat de cel in en zorgt voor sterke toename van cAMP

De hoge concentratie ionen wordt uit de cellen en in het lumen gepompt, wat leidt tot het onttrekken van water uit het weefsel en dus tot uitdroging

24
Q

Wat doen de A-B neurotoxinen van clostridium tetanus, dat tetanus veroorzaakt?

A
25
Q

Wat doen de A-B neurotoxinen van clostridium botulinum, dat botulisme veroorzaakt?

A
26
Q

Wat zijn bacteriële strategieën om het immuunsysteem te omzeilen?

A

SONO:
- Snelle vermenigvuldiging
- Onderdrukken immuun activatie
- Neutralisatie immuun activatie
- Ontwijken of veroorzaken van minimale activatie

27
Q

Hoe kan de immuun activatie worden onderdrukt?

A

Door de productie van IgA proteases (door bijv. N. gonorrhoeae), wat IgA kan splitsen

28
Q

Hoe kan de immuun activatie geneutraliseerd worden?

A

Door de productie van coagulase (door bijv. S. aureus) kan fibrinogeen in het plasma omgezet worden in fibrine, waardoor er een netwerk om de bacteriën wordt gevormd net onder een haarvaatje

29
Q

Hoe kan er een minimale activatie van het immuunsysteem veroorzaakt worden?

A

Als de receptoren op het oppervlak anders zijn, kan ineens het constante deel van een antilichaam binden, en wordt het nutteloos

30
Q

Welke virulentiefactoren heeft een bacterie als Helicobacter pylori?

A
31
Q

Welke virulentiefactoren heeft een bacterie als Staphylococcus aureus?

A
32
Q

Overzicht virulentiefactoren bacteriën

A