HC09 - Imm: Vorm en Functie (milt thymus)

Question 1

Wat is een voor- en nadeel van het feit dat er zeer veel verschillende receptoren (TCR, BCR) zijn voor een adaptieve immuunrespons?

Answer 1

Voordeel: erg grote specificiteit
Nadeel: lage trefkans voor correcte cel-cel interacties

Question 2

Waarvoor functioneren secundaire lymfoïde organen?

Answer 2

Als meeting point voor lymfocyten en dendritische cellen

Question 3

Waaruit ontwikkelen lymfoïde organen zich?

Answer 3

Lymfoïde organen ontwikkelen van epitheliale (Bursa van Fabricius, thymus) of mesenchymale (milt, lymfeknopen, beenmerg) “anlages” (basisstructuur) die bevolkt worden door hematopoietische cellen

Question 4

Waaruit bestaan lymfoïde organen?

Answer 4

• Sponsachtige matrix van reticulum cellen (stromale cellen)
• Lymfocyten (ruimtelijke scheiding tussen B- en T-lymfocyten)
• Dendritische cellen
• Macrofagen

Question 5

Wat zijn kenmerken van primaire (centrale) lymfoïde organen?

Answer 5

• Ze ontstaan vroeg in de ontwikkeling
• Ze rijpen en selecteren immature lymfocyten afkomstig uit het beenmerg
• In principe geen presentatie van lichaamsvreemde antigenen
• Omvang neemt niet toe tijdens immuunrespons en neemt af in de tijd

Question 6

Wat zijn kenmerken van secundaire (perifere) lymfoïde organen?

Answer 6

• Ze ontstaan vaak later in de ontwikkeling, maar blijven aanwezig
• Ze zorgen voor de initiatie van de adaptieve immunrespons (meeting point voor dendritische cellen, T-, en B-lymfocyten)
• Omvang neemt toe tijdens immuunrespons (soms cyclische seizoensgebonden fluctuaties in de omvang)

Question 7

Wat zijn overeenkomsten bij verschillende diersoorten van lymfoïde organen?

Answer 7

• Ze hebben allemaal een primaire en secundaire indeling
• Overal aanwezigheid van B-/T-lymfocyten

Question 8

Welke organen zijn primaire lymfoïde organen?

Answer 8

Het beenmerg, de thymus (T-lymfocyten, de Bursa van Fabricius (vogels, B-lymfocyten), een gedeelte van het gastrointestinaal lymfoïd weefsel

Question 9

Welke organen zijn secundaire lymfoïde organen?

Answer 9

Lymfeknopen, de milt, mucosa-associated lymphoid tissue (MALT)

Question 10

Overzicht locaties lymfoïde organen

Answer 10

Question 11

Waar ligt de bursa van fabricius?

Answer 11

Bij de cloaca in de buurt

Question 12

Waarin kan een hematopoëtische stamcel differentiëren

Answer 12

In lymfoïde voorlopercellen of myeloïde voorloper cellen

Question 13

Wat wordt er gevormd uit myeloïde voorloper cellen?

Answer 13

Erythrocyten, plasmacellen, granulocyten, macrofagen, dendritische cellen

Question 14

Wat wordt er gevormd uit lymfoïde voorloper cellen?

Answer 14

B-cellen, T-cellen, NK cellen, ILCs

Question 15

Welke cellen kunnen zowel uit myeloïde als lymfoïde voorloper cellen ontstaan?

Answer 15

Dendritische cellen

Question 16

Overzicht differentiatie van pluripotente hematopoëtische stam cel

Answer 16

Question 17

Hoe wordt er bepaald waarin een voorloper cel zich gaat differentiëren?

Answer 17

Dat wordt bepaald door de omgeving van de stamcel (stromale beenmergcellen + groeifactoren = stamcelniche)

Question 18

Wat zie je hier?

Answer 18

Je kijkt naar beenmerg. T is een bot trabeculum, HM is hematopoëtisch merg (‘rood’ beenmerg, bloedcel productie), en AdC zijn vetcellen (‘geel’ beenmerg)

Question 19

Waar is de naamgeving van B- en T-lymfocyten afhankelijk van?

Answer 19

Van de plaats waar de lymfocyten matureren

Question 20

Waarom heten T-lymfocyten zo?

Answer 20

Ze matureren in alle dieren in de thymus

Question 21

Waarom heten B-lymfocyten zo?

Answer 21

Zij danken hun naam aan de Bursa van Fabricius

Question 22

Waar vindt de B-lymfocyt maturatie plaats bij primaten en knaagdieren?

Answer 22

In het beenmerg

Question 23

Waar vindt de B-lymfocyt maturatie plaats bij vogels?

Answer 23

In de Bursa van Fabricius

Question 24

Waar vindt de B-lymfocyt maturatie plaats bij konijnen, herkauwers en varkens?

Answer 24

In het gastrointestinaal lymfoid weefsel

Question 25

Hoe verloopt de B-cel rijping?

Answer 25

In het beenmerg liggen stromale cellen om de voorlopers van B-cellen heen, en afhankelijk van of daar goeie communicatie is gaat de B-cel verder rijpen.
Als het niet de juiste signalen krijgt vindt er apoptose van de B-cel plaats en wordt het opgeruimd d.m.v. fagocytose.
Een goed ontwikkelde B-cel zal via een centrale sinus uiteindelijk in de circulatie terecht komen.

Question 26

Welk proces moet een B-cel overleven tijdens de maturatie om een volwassen B-cel te worden en te mogen migreren?

Answer 26

De negatieve selectie in het beenmerg, om immature B-cellen die reageren op lichaamseigen antigenen dood te maken

Question 27

Wat gebeurt er als een rijpe B-cel zich bindt aan een vreemd antigen?

Answer 27

Dan kan de B-cel of rijpen tot een plasma cel om heel veel antilichamen te maken, of tot een memory cel, om de volgende keer bij zo’n zelfde infectie sneller te kunnen optreden

Question 28

Wat is het primaire lymfoïde orgaan voor T-lymfocyt maturatie?

Answer 28

De thymus

Question 29

Wat is de thymus?

Answer 29

Het is meestal een plat 2-lobbig orgaan in het mediastinum. Elke lob is opgebouwd uit een groot aantal kwabjes (lobuli).
In varkens, runderen, schapen, paarden en kippen is de thymus lang gerekt en meerlobbig

Question 30

Je kijkt naar een coupe van de thymus. Wat geven de pijltjes aan?

Answer 30

Question 31

Hoe ziet de ontwikkeling van de thymus er uit?

Answer 31

Question 32

Waarmee is de binnenkant van een trabekel (bindweefselschot) bekleed?

Answer 32

Sub-capsulair epitheel

Question 33

Wat voor cellen vindt je in de cortex van de thymus?

Answer 33

Corticale epitheelcellen en voorloper T-cellen

Question 34

Wat voor cellen vindt je in de medulla van de thymus?

Answer 34

Mediale epitheelcellen, dendritische cellen, macrofagen, lichaampjes van Hassall, en iets meer gedifferentieerde T-cellen als in de cortex

Question 35

Waaruit ontstaan lichaampjes van Hassall?

Answer 35

Uit mediale epitheelcellen die hun functie vervuld hebben, en die niet meer de belangrijke functie hadden die ze eerst hadden in de medulla

Question 36

Wat zie je hier?

Answer 36

Question 37

Hoe liggen de epitheliale reticulum cellen t.o.v. de lymfocyten?

Answer 37

De lymfocyten liggen overal verspreid tussen de epitheliale reticulum cellen (die zelf steeds contact hebben met naburige cellen)

Question 38

Waar kijk je naar?

Answer 38

Naar het netwerk van thymus epitheliale reticulum cellen omgeven door T-lymfocyten

Question 39

Wat zie je hier?

Answer 39

Je kijkt naar de medulla van de thymus. Hier zijn minder T-lymfocyten aanwezig dan in de cortex

Question 40

Wat is er speciaal aan de capillairen in de cortex van de thymus?

Answer 40

• Niet gevensterd endotheel
• Dikke lamina basalis
• Omgeven door een continue epitheel laag
  Dit zorgt voor de bloed-thymusbarrière (een ‘antigeen-vrij milieu’)

Question 41

Hoe ziet de migratieroute van T-lymfocyten er uit?

Answer 41

Ze komen de thymus via de haarvaten binnen op de overgang tussen cortex en medulla, waarna ze eerst naar de buitenkant van de cortex bewegen, om daarna weer naar beneden richting de medulla te gaan

Question 42

Welk proces vindt er plaats bovenin de cortex van de thymus?

Answer 42

Thymocyt proliferatie; positieve selectie door signalen van de corticale epitheelcellen

Question 43

Welk proces vindt er plaats in de richting van de medulla?

Answer 43

Thymocyt differentiatie; negatieve selectie door medullaire epitheel cellen (AIRE), dendritische cellen

Question 44

Wat gebeurt er als T-lymfocyten de juiste signalen krijgen van de corticale epitheelcellen?

Answer 44

Dan worden ze toegewijd om te gaan differentiëren. Na deze signalen beginnen de eerste rearrangements binnen de T-lymfocyt om T-cel receptoren tot expressie te kunnen brengen

Question 45

Wat is AIRE?

Answer 45

Het Auto Imuun Response eiwit is een transcriptiefactor voor genen, die er voor zorgt dat er in de mediaire epitheelcellen allemaal eiwitten gemaakt kunnen worden die op hele specifieke plekken in het lichaam voorkomen.

Question 46

Waarom is het AIRE eiwit nodig bij de thymocyt differentiatie?

Answer 46

Doordat het AIRE eiwit alle eiwitten kan maken die voorkomen in het lichaam, kunnen deze gepresenteerd worden aan de T-cellen. Degene die niet reageren op deze lichaamseigen eiwitten mogen door naar de circulatie

Question 47

Waar slaan dubbel negatieve of dubbel positieve T-lymfocyten op?

Answer 47

Dat slaat op de co-receptor (CD4, CD8)

Question 48

Wat gebeurt er tijdens de selectie van T-lymfocyten als je een lage affiniteit hebt voor je eigen MHC/peptide complexen?

Answer 48

Dan ontstaan er geen functionele T-lymfocyten en vindt er apoptose in de cortex plaats

Question 49

Wat gebeurt er tijdens de selectie van T-lymfocyten als je een hoge affiniteit hebt voor je eigen MHC/peptide complexen?

Answer 49

Dan is er een risico voor autoimmuniteit en vindt er apoptose in de cortex/medulla plaats

Question 50

Hoe lang duurt het maturatie en selectie proces?

Answer 50

Enkele weken