HC07 - Structuur en Groeibehoeften van Bacteriën

Question 1

Hoeveel soorten bacteriën draag je als mens bij je?

Answer 1

300 - 400 verschillende soorten

Question 2

Hoeveel gewicht aan bacteriën draag je bij je?

Answer 2

1 kilo

Question 3

Hoe noem je de bacteriën die je altijd met je mee draagt als mens?

Answer 3

De microbiota

Question 4

Wat zijn de beschermende functies van de microbiota?

Answer 4

• Verplaatsing van pathogenen
• Nutriëntenconcurrentie
• Receptorconcurrentie
• Productie van antimicrobiële factoren

Question 5

Wat zijn de structurele functies van de microbiota?

Answer 5

• Barierverrijking
• Inductie van IgA
• Apicale vernauwing van tight junctions
• Ontwikkeling van het immuunsysteem

Question 6

Wat zijn de metabolische functies van de microbiota?

Answer 6

Question 7

Wat zijn de belangrijke pathogenen bacteriën?

Answer 7

Question 8

Hoe groot zijn bacteriën?

Answer 8

Tussen de 0,4 en de 8 micrometer

Question 9

Wat hebben bacteriën nodig om te kunnen overleven?

Answer 9

Question 10

Wat voor nutriënten transport kan er plaatsvinden over het membraan via transporteiwitten?

Answer 10

Question 11

Welke membraaneiwitten hebben bacteriën?

Answer 11

Question 12

Wat doen signaal transductie eiwitten?

Answer 12

• Ze zijn noodzakelijk voor de bacterie om zich aan te kunnen passen aan de omgeving
• Ze spelen een belangrijke rol in de pathogenese

Question 13

Waaruit bestaan signaal transductie eiwitten?

Answer 13

Uit een sensor en een transcriptie factor

Question 14

Waarvandaan kan het signaal voor de sensor van een signaal transductie eiwit komen?

Answer 14

Zowel intra- als extracellulair

Question 15

In welke organismen kun je signaal transductie eiwitten tegenkomen?

Answer 15

In alle bacteriën, in sommige lagere eukaryoten en planten

Question 16

Welke eiwit secretie systemen zijn er?

Answer 16

Er zijn 6 verschillende secretie systemen

Question 17

Wat doet het chemotaxis systeem?

Answer 17

Deze receptoren in het membraan communiceren met een flagel, en geven aan of de flagel links- of rechtsom moet bewegen

Question 18

Wat voor elektronen transport vindt er op het membraan plaats?

Answer 18

Question 19

Wat zit er aan de buitenkant van het cytoplasma membraan van een bacterie?

Answer 19

Peptidoglycaan

Question 20

Waarvoor zorgt peptidoglycaan bij bacteriën?

Answer 20

Voor de stevigheid en voor de vorm

Question 21

Waaruit bestaat peptidoglycaan?

Answer 21

Uit D-aminozuren (rechtsdraaiende aminozuren), N-acetyl glucosamine en N-acetyl muramine

Question 22

Wat is het verschil tussen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën, m.b.t. hun peptidoglycaanlaag?

Answer 22

Question 23

Hoe blijft de dikke peptidoglycaanlaag liggen op gram-positieve bacteriën?

Answer 23

M.b.v teichoine zuren op hun oppervlakte

Question 24

Wat zit er om de peptidoglycaanlaag van gram-negatieve bacteriën?

Answer 24

Een buitenmembraan, met aan de binnenkant fosfolipiden en aan de buitenkant LPS

Question 25

Wat is het verschil in celmembranen tussen gram-positieve en gram-negatieve bacteriën?

Answer 25

Question 26

Waaruit bestaat een LPS molecuul?

Answer 26

Een lipopolysaccharide molecuul bestaat uit een O-specifieke polysaccharide keten (variabel qua lengte), en een lipid-A gedeelte dat in het membraan verankerd zit. Lipid-A is een endotoxine, en is toxisch als het vrijkomt bij celdood.

Question 27

Wat kan elke bacterie (gram-positief of -negatief) nog omvatten?

Answer 27

Een polysaccharide kapsel

Question 28

Waar zorgt het kapsel om bacteriën voor?

Answer 28

- Makkelijkere hechting aan epitheelcellen - Bescherming tegen de omgeving - Bescherming tegen defensie van de gastheer

Question 29

Hoe ziet de flagel van een bacterie er uit?

Answer 29

Het is een hol buisje, dat ook nog eiwitten naar buiten kan transporteren

Question 30

Wat zijn fimbriae?

Answer 30

Kleine haarvormige structuurtjes die belangrijk zijn voor de aanhechting van de bacterie