anatomie regio parotidea masseterica en n. facialis Flashcards

1
Q

Regio parotidea masseterica onderdelen

A

Bevat glandula parotidea met ductus parotideus, m. masseter en takjes van n. facialis voor mimiek.
m. masseter spant aan bij kaken op elkaar klemmen en wordt geïnnerveerd door n. mandibularis. Onder m. masseter ligt de m. buccinalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mimische spieren

A

M. orbicularis oculi (om oog heen), m. orbicularis oris (om mond heen), m. zygomaticus major (aan os zygomaticum), platysma (in hals) en m. buccinator
Innervatie door n. facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5 takken van n. facialis van boven naar beneden

A
  • Rami temporalis: naar voorhoofdspieren en spieren rond orbita
  • Rami zygomatici: naar spieren rond orbita en tussen oog en bovenlip (geassocieerd met rami buccales
  • Rami buccales: naar m. buccinator en spieren tussen oog en bovenlip. Sterk verbonden met ductus parotideus
  • Ramus marginalis mandibulae: over rand van onderkaak en naar spieren van kin en onderlip
  • Ramus cervicalis: naar platysma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kauwspieren

A

Innervatie door n. mandbularis (n. V3). Oppervlakkige kauwspieren zijn: m. masseter en m. temporalis. In fossa infratemporalis liggen m. pterygoideus lateralis en medialis (voor sluiten van kaken of protractie). N. trigeminus doet naast motoriek ook sensibiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

n. trigeminus/V onderverdelen

A

n. opthalmicus (V1), n. maxillaris (V2) en n. mandibularis (V3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vascularisatie aangezicht

A

Aanvoer door a. facialis (aftakking a. carotis externa), bloedafvoer via v. facialis naar v. jugularis interna.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gl. Parotidea

A

Ligt vlak bij oor, ductus parotideus is afvoerbuis komt uit in mondholte ter hoogte van tweede bovenste kies. Ductus verloopt door m. buccinator. Vaak is bij m. masseter extra stukje parotisweefsel vastgehecht aan ductus parotideus: gl. Parotidea accessoria.
Dieper in dit gebied ligt v. retromandibularis en a. carotis externa, deze lopen beetje door de klier heen. Ook takjes van n. facialis lopen hierdoor. Is riskant bij tumor of operatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fossa temporalis

A

Afgedekt door m. temporalis. Ruimte aan laterale zijde van schedel, bij achterrand os zygomaticum en boven arcus zygomaticus. Wat lager ligt fossa infratemporalis, mediaal van onderkaak. Beide fossae zijn continu met elkaar. Fossa infratemporalis ligt caudaal van arcus zygomaticus, lateraal van processus pterygoideus, dorsaal maxilla, mediaal ramus mandibulae en ventraal uitwendige gehoorgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Structuren in fossa infratemporalis

A

Veneuze plexus (pterygoideus), a. maxillaris (met takken), n. mandibularis (met takken), chorda tympani, ganglion oticum, m. pterygideus lateralis en medialis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Takken van a. maxillaris die naar fossa pterygopalatina gaan

A

A. meningea media, aa. Naar kauwspieren, a. alveolaris inferior en a. buccalis (wang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nervus mandibularis (V3) sensibele en motorische takken

A

Sensibel: n. auriculotemporalis, buccalis, lingualis (voorste 2/3 tong), alfeolaris inferior en ramus meningeus
Motorisch: kauwspieren (m. temporalis, masseter, pterygoideus medialis en lateralis), m. mylohyoideus (via n. mylohyoideus) en m. digastricus venter anterior (mondbodem) via n. mylohyoideus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Autonome vezels van de fossa infratemporalis

A

Chorda tympani (splitst af in het rotsbeen), lift mee met n. lingualis en is parasympatische tak die overschakelt in ganglion submandibulare en dan glandula submandibularis en sublingualis innerveert. Verzorgt ook smaak voorste 2/3 deel van tong.
N. petrosus minor (van n glossopharyngeus) is andere autonome tak. Is ook parasympatisch en schakelt over in ganglion oticum in fossa infratemporalis. Lift dan mee met n auriculotemporalis (uit n, mandibularis) en innerveert gl. Parotidea.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fossa pterygopalatina

A

Ligt tussenin maxilla en processus pterygoideus van os sphenoidale (vlakbij os palatinum). Is belangrijk knooppunt van bepaalde vaten en zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Arteria Maxillaris

A

Komt uit fossainfratemporalis. Gaat via fissura pterygomaxillaris naar fossa pterygopalatina.
Splitst in: infraorbitalis (orbita), sphenopalatina (cavum nasi) en palatina descendens (cavum oris)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

n. maxillaris (V2)

A

Afkomstig uit fossa cranii media, gaat via foramen rotundum naar fossa pterygopalatina. Splitst in: n. infraorbitalis (orbita), rami nasales (cavum nasi) en nn. Palatini (cavum oris)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nervus petrosus major en petrosus profundus

A

Komen uit canalis caroticus/foramen laecrum. Komen via canalis pterygoideus in fossa pterygopalatina in ganglion pterygopalatinum.
n. petrosus major lift mee met sensibele takken van n. V en innerveert gl. Lacrimalis. N. petrosus profundus schakelt over in ganglion cervicale superius, lift mee met bloedvaten en innerveert ook bepaalde bloedvaten.

17
Q

Structuren vanuit fossa pterygopalatina naar orbita

A

Via fissura orbitalis inferior. Structuren zijn: a. infraorbitalis, n. infraorbitalis en autonome zenuwvezels.

18
Q

Structuren vanuit fossa pterygopalatina naar cavum nasi

A

Via foramen sphenopalatinum. Zijn: a. sphenopalatina, rami nasales en autonome vezels

19
Q

Structuren vanuit fossa pterygopalatina naar cavum oris

A

Via canalis palatinus major. Zijn: a. palatina descendens, nn. Palatini en autonome zenuwvezels.

20
Q

Spatium pharyngeum

A

Ligt beiderzijds naar pharynx, ong. achter/mediaal van fossa infratemporalis en in verlengde foramen jugulare, canalis caroticus en canalis nervi hypoglossi. Ruimte loopt door over ongeveer gehele lengte pharynx.
Inhoud spatium: a. carotis interna, truncus sympathicus, XIIe hersenzenum (hypoglossus), foramen jugulare (v. jugularis interna en n. IX, X en XI) en losmazig bindweefsel,

21
Q

Structuren in de buurt van glandula parotidea

A
  • N. facialis: tussen oppervlakkig en diep gedeelte. Kan knellen als zwelling van parotis
  • A. carotis externa (a. facialis is hier tak van) en v. retromandibularis (bloed van v. facialis wordt hierin afgevoerd)
  • Spatium parapharyngeum
  • Ductus parotideus: verlaat klier aan voorrand, loopt over m. masseter naar voren.
22
Q

Verloop n. facialis

A

Loopt samen met n. VIII door meatus acusticus externus schedelbasis uit. Facialis gaat dan tussen cochlea en canalis semicircularis door. Zichtbaar in prominentia canalis facialis (kan klachten geven bij ernstige oorontsteking). Verlaat schedel via foramen stylomastoideum en loopt door gl. Parotidea.

23
Q

Takken van n. facialis

A
  • N. petrosus major: parasympatisch naar traanklier
  • N. stapedius: naar m. stapedius
  • Chorda tympani: parasympatisch, naar gl. Submandibularis en sublingualis. Voor smaak voorste 2/3 tong
  • En takken voor mimiek.
24
Q

5 hoofdtakken n. facialis

A
  • Ramus temporalis: naar voorhoofdspieren en spieren rond orbita
  • Ramus zygomaticus: naar spieren ond orbita en spieren tussen oog en bovenlip
  • Ramus buccalis: nauwe relatie met ductus parotideus naar m. buccinator en spieren tussen oog en bovenlip
  • Ramus marginalis mandibulae: langs kaakrand naar spieren van kin en onderlip
  • Ramus cervicalis: naar platysma
25
Q

Functies n. facialis

A

Mimische spieren (orbiculars oculi, zygomaticus major en minor), orbicularis oris, buccinator en platysma).
Mondbodem/hals: m. stylohyoideus en m. digastricus venter posterior
Middenoor: m. stapedius (voor geluiddemping)

26
Q

n. mandibularis (van n. trigeminus)

A
  • Innerveert kauwspieren: m. temporalis, masseter, pterygoideus medialis en pterygoideus lateralis
  • Innerveert ook mondbodem/hals: m. mylohyoideus, m. digastricus venter anterior. En middenoor: m. tensor tympani
27
Q

Fossa infratemporalis

A

Caudaal arcus zygomaticus en is naar boven toe continu met fossa temporalis.
Bevat sensibele takken n. mandibularis: n. auriculotemporalis, n. alveolaris inferior, n. lingualis en n. buccinalis.
Motorische takken: 4 kauwspieren, m. mylohyoideus en m. digastricus venter anterior.
Overige innervatie: chorda tympani en ganglion oticum

28
Q

Fossa pterygopalatina

A

Tussen maxilla en processus pterygoideus os sphenoidale (vlakbij os palatinum). Fossa infratemporalis bereiken via fissura pterygomaxillaris.
Via foramen rotundum is het verbonden met schedelholte.

29
Q

Spatium parapharyngeum

A

Naast pharynx. Hier liggen: a. carotis interna, v. jugularis interna, hersenzenuwen IX, X, XI en XII en truncus sympathicus. Bij infectie kan het via deze ruimte verder verspreiden (naar bijv. mediastinum).