evenwicht en binnenoor Flashcards

1
Q

Input van evenwichtssysteem

A

Druk op voetzolen, zicht, gehoor, vestibulair systeem, gravitoreceptoren en somatosensitiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Output van evenwichtssysteem

A

Beeldstabilisatie op retina, evenwicht bewaren en ruimtelijke oriëntatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

5 suborganen van het evenwichtsorgaan

A

2 otolietorganen voor lineaire versnellingen. Zijn sacculus (verticaal) en utriculus (horizontaal)
3 halvecirkelvormige kanalen voor hoekversnellingen (rotaties). Horizontaal/lateraal, anterieur/superior en posterior/inferior.
Ezelsbruggetje: PI SA HOL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Otolietorganen sacculus en utriculus

A

Bevatten beide otolieten (steentjes in gelei). Door beweging bewegen de otolieten met vertraging, dan buigen de haarcellen onder de gelei. Als beweging richting de langste haartjes (kinocilium) is, vindt depolarisatie plaats. Als buiging richting kortste haartjes (stereocilium) dan hyperpolarisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werking van otolieten (statolieten of otoconia)

A

Massa zorgt voor aantrekking door zwaartekracht, gebeurt vooral in de sacculus. Daar is constant afbuiging van haarcellen omdat deze verticaal gericht is en zorgen ook voor liftsensatie
Massa is gelijkgesteld aan traagheid, kracht nodig om bepaalde massa in beweging te krijgen. Traagheid in de steentjes is groter dan in vloeistof. Steentjes blijven dan achter bij beweging en ontstaat afbuiging van haartjes op haarcellen. Geeft verandering in vuurpatroon van afvoerende zenuwen (vooral horizontaal; utriculus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cilia/haartjes

A

Hiertussen zitten tipverbindingen, waarin ionkanaaltjes zitten. in rust staan kanalen open en lopen ionen door de haarcellen. Dan ontstaat synaptische en neurale activiteit. Als versnelling gaan kanalen openstaan en ontstaat excitate, dan ong. 400 AP’s per seconde. Als inhibitie dan nauwelijks-geen AP’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Halfcirkelvormige kanalen

A

Elk kanaal bevat een verdikking: de ampulla. Deze is met endolymfe gevuld. In ampulla ligt de capula (groep haarcellen met membraan eromheen). door hoofdbeweging gaat endolymfe in tegengestelde richting bewegen door massatraagheid en wordt kracht op capula uitgeoefend. Haartjes gaan dan bewegen. Waarnemen rotatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

VOR/vestibulo-oculair reflex

A

Zorgt dat hoofdbeweging leidt tot activatie evenwichtszenuw, dan kunnen ogen corrigeren en is beeldstabilisatie.
Als hoofdbeweging naar links is meer activiteit links en rechts minder. Ogen bewegen dan naar rechts. Gaat snel. Als probleem in de halfcirkelvormige kanalen, is beeldstabilisatie slecht en heeft effect op visus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nystagmus

A

Is onwillekeurig en regelmatig, afwisselend langzame (compensatoire) en snelle fase. Richting van nystagmus is richting van de snelle fase.
Draaicirkel die hoofd kan maken is groter dan beweging die de ogen kunnen maken. Dan regelmatig een reset: de snelle fase. Daarna gaat oogbeweging op zelfde manier verder met draaien. Je merkt er niks van. is vestibulaire nystagmus. In trein heb je optokinetische nystagmus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nystagmus naar rechts

A

Hoofd naar rechts, in draaistoel naar rechts, bij acute prikkeling/hyper-reactiviteit rechts of bij uitval links (bijv. na neuritis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Calorische stimulatie (bij nystagmus)

A

Op onderzoeksbed, hoofd 30 graden omhoog kantelen zodat horizontale/laterale kanaal dan perfect verticaal staat (zit dan dichtstbij gehoorgang). Dan 250mL water door gehoorgang pompen, 44graden. Warmtegolf door rotsbeen ontstaat. Dan nystagmus naar ipsilaterale/gespoelde kant. Als je koud water doet gaat nystagmus naar contralateraal.
COWS: cold is opposite en warm is same

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Differentiaaldiagnose draaiduizeligheid

A

Hypercentilatie (21%), geen diagnose (13,3%), BPPD (10%), vestibulopathie (9%), onbekend perifeer vestibulair probleem (6%), ziekte van ménière (5%), neuritis vestibularis (4%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Neuritis vestibularis

A

Kenmerkend is plotseling hevige vertigo (bewegingssensatie zonder dat die er is). Kan virale etiologie zijn, geen gehoorklachten. Spontane horizontale nystagmus naar gezonde kant. Symptomen nemen af na paar dagen-weken door combi compensatie en spontaan herstel waarbij nieuwe synapsen en neuronen worden gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling neuritis vestibularis

A

Herstelt spontaan dus behandeling is niet nodig. Omdat duizeligheid heftig kan zijn kunnen suppressieve middelen worden gegeven en kortdurende bedrust kan worden geadviseerd (maar niet te lang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

BPPD/benigne paroxysmale positieduizeligheid

A

Kortdurende draaiduizeligheid bij plotselinge verandering van stand van het hoofd. Typische uitlokkers zijn omdraaien in bed of overeind komen uit bed.
Ontstaat door loslatende otoliet, komen vaak in posterieure kanaal (minder in horizontaal en anterieur is zeldzaam). Steentjes gaan bewegen als patiënt beweegt. Dan vestibulaire stimulatie, haarcellen worden actief en dan draaisensatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Diagnostiek BPPD

A

Dix-Hallpike test/kiepproef. Patiënt in snelle vloeiende beweging van zittend met hoofd 45 graden gedraaid naar liggend met hoofd over rand. Bij positieve test dan rotatoire upbeat nystagmus zichtbaar met Frenzebril. Patiënt ervaart dan hevige draaisensaties (kans op braken).
Oplossen met Epleymanoeuvre, hoofd verder draaien en omhoog. Dan komen ze uit halfcirkelvormige kanalen naar sacculus/utriculus.

17
Q

Ziekte van ménière

A

Aanvalsgewijs optredende draaiduizeligheid >20min, minder dan dag. Gepaard met aanvalsgewijs gehoorverlies, vaak laagfrequent, tinnitus of vol gevoel in oor. Eerst volledig reversibel maar na enige tijd kan permanent verlies optreden. Door endolymfatische hyfrops verandert stand membraan van Reissner, dan klachten. Aanval is niet uit te lokken, diagnose stellen met MRI scan, dan zie je dat endolymfe compartiment meer ruimte inneemt dan normaal.

18
Q

Behandeling ménière

A

Korte termijn: uitleg en symptomen onderdrukken met anti-emetica of antihistaminica. Lange termijn: beperken zout, stress, cafeïne, nicotine en alcohol. Eventueel intratympanaal (achter trommelvlies) dexamethason geven of evenwichtsorgaan uitschakelen. Dat kan door intratympanaal gentamicine toedienen via labyrintectomie of selectieve neurectomie n. vestibularis

19
Q

Vormen gehoorverlies

A
  • Conductief: Beengeleiding is goed, maar luchtgeleiding slecht.
  • Perceptief: beengeleiding en luchtgeleiding slecht, want geluid kan niet worden waargenomen
  • Gemengd geleidingsverlies: er is ook been- en luchtgeleidingsverlies, maar luchtgeleidingsverlies is groter.
20
Q

Lawaaischade

A

Mechanische dysfunctie van cochlea. Als te hoge geluiden in binnenoor komen zullen perilymfe en endolymfe extreem bewegen. Effect op orgaan van Corti want tectoriaal en basilaire membraan kunnen dan scheuren en/of hevig samenknijpen. Haarcellen kunnen dan loskomen van basilair membraan en afsterven. Als groot deel van buitenste en binnenste haarcellen ten gronde gaan, treedt perceptief gehoorverlies op.

21
Q

Binnenste en buitenste haarcellen

A

Binnenste: voor waarnemen van geluiden
Buitenste: van belang voor modulatie van geluiden (versterken/verzachten) en discriminatie van geluiden (bijv. focussen op viool als je naar orkest luistert). Buitenste haarcellen zijn meest gevoelig, dus bij lawaaischade vooral discriminatieverlies.

22
Q

Presbyacusis

A

Langzaam progressief perceptief gehoorverlies, neemt toe met leeftijd en leidt tot bemoeilijkt spraakverstaan (vooral als veel achtergrondlawaai). Symmetrisch gehoorverlies. Eerst hogere frequenties aangedaan, later lagere en mannen eerder en ernstiger dan vrouwen.
Haarcellen worden vernietigd, maar wel behouden van laagfrequent gehoor aan top (apex) van cochlea.
Vaak in rustige situatie last van oorsuizen.

23
Q

Behandeling lawaaibeschadiging

A

Is er eigenlijk niet, hooguit kort na schade kan rustige omgeving tot zekere mate spontaan herstel zorgen. Gehoorapparaat zou kunnen helpen, worden gegeven vanaf gehoorverlies van 35dB gemiddeld over hoge tonen. Maar persoonlijke omstandigheden spelen een rol.
Preventie is vooral van belang.

24
Q

Vestibulair Schwannoom, vorm van Brughoektumor

A

Tumor tussen pons en cerebellum, uitgaande van Schwanncellen, vaak aan 1 zijde. Uitgaande vaak van n. vestibularis inferior

25
Q

Klachten brughoektumor

A

Evenwichtsproblemen (staan niet op voorgrond), gehoorproblemen (unilateraal en progressief. Meestal gepaard met tinnitus), uitval n. facialis (sensibele deel valt vaak uit), gevoelsstoornissen (verlaagde corneareflex), ataxie (compressie op cerebellum) en intracraniële drukverhoging.

26
Q

Aanvullend onderzoek brughoektumor

A
  • Audiogram: met BERA (plakkertjes op hoofd), n. cochlearis testen (of gehoorverlies en waar)
  • Toon- en spraakaudiogram: bij harder geluid eerst beter gehoord, dan juist slechter bij harder geluid
  • Beeldvorming: MRI met contrast
  • Evenwichtsonderzoek: vaak geen nystagmus (n. vestibularis testen)
27
Q

Beleid brughoektumor

A

Wait and scan: onvoorspelbaar groeipatroon, 50% groeit niet/nauwelijks.
Radiotherapie: omgeven structuren worden meestal bespaard, restgehoor kan ook gespaard worden
Chirurgie: excisie tumor. Kan via fossa cranii media, translabyrintair of via sinus sigmoïdalis

28
Q

Onderscheid maken tussen centraal en perifeer probleem

A

3-step bedside testing. Head-impulse test, kijken naar nystagmus en test of skew uitvoeren. Als resultaten van de testen positief zijn, kans dat oorzaak centraal is (als CVA). Bij twijfel altijd doorsturen

29
Q

Neuritis vestibularis

A

Hevige draaiduizeligheid, geen manifeste neurologische klachten, gehoorverlies of tinnitus. Aanvankelijk zie je horizontale nystagmus met snelle uitslag naar gezonde oor.
Als n. vestibularis superior is aangedaan kan soms ook nystagmus naar boven voorkomen. Nystagmus zwakt af na paar dagen en geen bijzonderheden bij onderzoek.

30
Q

Behandeling en prognose neuritis vestibularis

A

Eerste dagen antiemetica met kortdurende bedrust, wel zsm. Mobiliseren voor centrale compensatie. Prognose is meestal goed en recidieven zijn er nauwelijks. Restverschijnselen kan onder specifieke omstandigheden.