erythematosquameuze dermatosen en eczeem Flashcards

1
Q

Erythematosquameuze dermatosen

A

Kenmerkend: roodheid (erytheem), schilfering en scherpe begrenzing (minder duidelijk te zien bij donkere huid, vooral de roodheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psoriasis

A

Chronische, niet-infecteuze huidaandoening. Scherp begrensde erythemateuze plaques met (witte) schilfering. Soms jeuk, hoeft niet. Onbekende oorzaak, maar vaak combi van aanleg met andere uitlokkende factor erbij. Triggers zijn: streptokokken keelontsteking, B-blokkers, lithium en onbekende. Dit zorgt voor opkomen ontstekingsfactoren.
Kan op elke leeftijd ontstaan, grootste piek tussen 20-30 jaar en kleine tussen 50-60jaar. Kent remissies en exacerbaties
Voorkeurslocaties: strekzijde knieën en ellebogen, stuit en behaarde hoofd, maar kan overal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Varianten psoriasis

A
  • Punctata (puntvormig)
  • Guttata: druppelvormig (klassiek bij streptokokken infectie)
  • Nummularis (muntvormig)
  • Annularis (ringen)
  • Fingurata
  • Pustulosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Topografische varianten psoriasis

A
  • Vulgaris (meest voorkomend, plaques op knie, elleboog, stuit en behaarde hoofd)
  • Capitis (hoofdhuid)
  • Inversa: in plooien, als liezen
  • Palmoplantaris: handpalmen of voetzolen
  • Unguium: onder nagels
  • Arthropathica: in gewrichten
  • Universalis: over hele lichaam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nagelafwijkingen die kunnen voorkomen bij psoriasis

A

Olievlekfenomeen (unguium), putjes en/of groeven, distale onycholyse (loslating nagels) en subunguale keratose (eelt onder nagels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Koebner fenomeen bij psoriasi

A

Huidafwijkingen groeperen op manier of in vorm die overeenkomt met eerder niet-specifieke irritatie of letsel van de huid. Oorzaak is vaak wond, bijv. na chirurgie, psoriasis vormt dan daarna in die plekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Diagnose psoriasis

A

Klinisch beeld (fam anamnese, roodheid, chronisch, schilfering en goede omgrenzing). Soms histopathologisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling psoriasis

A

Goede uitleg, genezing niet mogelijk dus symptomatisch. Starten met lokale therapie: corticosteroïden in combi met vitamine D. direct starten met klasse 3 (evt. 4 als onvoldoende). Als niet werkt-> lichtterapie. Als ook dat niet genoeg-> systeemtherapie (eerst methotrexaat, later biologicals (TNF-a blokkers)). Als stoppen met behandeling komt het direct terug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Seborroïsch eczeem

A

Geeft geen jeuk (zoals andere eczeem wel). Kenmerkend: rood-schilferende, minder scherp begrensde plekken.
Voorkeurslocaties: nasolabiale plooien, wenkbrauwen, behaarde hoofd, presternaal en plooien (baby’s).
Sommige mensen reageren gevoeliger op Malassezia, eczeem kan dan ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Diagnose seborroïsch eczeem

A

Klinisch beeld (rood, schilfering, minder scherp begrensd). Eventueel biopt om andere oorzaken uit te sluiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling seborroïsch eczeem

A

Ook chronisch, dus symptomatisch. Bij heel milde vorm is alleen indifferente crème voldoende, vaak ook corticosteroïd geven (klasse 1). Imidazoolderivaten gebruiken tegen gist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dermatocysten (mycose, epidermomycose, tinea of schimmelinfecties)

A

Veroorzaakt door schimmels of gisten. Oppervlakkige mycosen van huid, haren en nagels. Microsporum en epidermophyton geven huid- en haarafwijkingen en trichophyton geeft huid-, nagel en haarafwijkingen. Trichopyton komt meeste voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Klinisch beeld dermatocysten

A

Erytheem en squamae, randactiviteit en asymmetrie. Op het behaarde hoofd kan dit ook kale plekken geven (haarzakjes gaan definitief kapot). Door randactiviteit heeft centraal genezen geen zin, want infectie breidt uit naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Naamgeving dermatocysten

A
  • Tinea manum/pedis: op handen en voeten
  • Tinea capitis: op hoofd
  • Tinea corporis: op hele lichaam
  • Tinea cruris: in liezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Diagnose dermatocysten en therapie

A

Klinisch beeld, KOH preparaat of kweek (schilfers afschrapen en opvangen)
Stap 1: lokale anitmycotica (4-6weken), als erg uitgebreide infectie-> systemische behandeling. Andere indicaties orale therapie: mycose behaarde delen, diepe mycosen en onychomycose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Eczeem

A

Steriele ontstekingsreactie van huid en is verzamelnaam voor verschillende dermatologische diagnoses. Polymorfe, jeukende dermatose. Histologisch kenmerk is spongiose: oedeem tussen keratinocyten.

17
Q

Indelen eczeem

A

Op grond van oorzaak: allergisch contacteczeem, constitutioneel of ortho-ergisch contacteczeem
Morfologische kenmerken: arovesiculeus eczeem en nummulair eczeem

18
Q

Constitutioneel (atopisch) eczeem

A

Chronisch, jeukende, familiair voorkomende huidaandoening met recidiverend beloop. Polymorfie: erytheem, squamae, vesikels en papels. Veel mensen hebben het ooit gehad.
Diagnose op basis van: lang bestaande jeukende schilferende huidafwijkingen, typerend tijdsbeloop, positieve fam en aanwezigheid andere atopische ziektes.
Vaak geassocieerd met: hooikoorts, astma, allergische conjunctivitis en voedselallergie

19
Q

Typerend klinisch beeld bij leeftijdsbeloop

A

Baby: wangen, hoofd en buik
Schoolleeftijd: vooral in plooien en synchroon op handen en voeten
Volwassene: lichenificatie (verdikking huid door krabben)

20
Q

Kenmerken constitutioneel eczeem

A

80-90% heeft chronische infectie met S. Aureus, of herpes simplex. Kan voor overgroei zorgen. Jeuk is belangrijkste klacht, kan zorgen voor slapeloosheid.
Is multifactoriële aandoening: barrière dysfunctie, immuunresponsen, omgevingsfactoren en genetische mutaties.

21
Q

Allergisch contacteczeem

A

Type 4, dus vertraagde reactie op bepaald allergeen.
Kan komen op hoofd door haarcosmetica, rond ogen (lenzen, make-up of planten), mond (kunstgebit of tandpasta), oren (sieraden) en oksels (deo).
Mogelijke allergenen: nikkel, smaakstoffen, goud, kleurstoffen etc.

22
Q

Diagnose allergisch contacteczeem en behandeling

A

Plakproeven op huid, 2dagen laten zitten en dan bekijken.
Vermijden allergenen

23
Q

Ortho-ergisch contacteczeem

A

Irritatie-eczeem door water, zeep of andere irriterende vloeistoffen. Vaak op handen of in luiergebied. Contactallergie uitsluiten

24
Q

Acrovesiculeus (dyshidrotisch eczeem)

A

Sterk jeukende blaasjes, vooral laterale zijde vingers en voetzolen. Onbekende oorzaak, atopie speelt grote rol. Is chronisch en moeilijk te behandelen

25
Q

Nummulair eczeem

A

Muntgrote eczeemplekken. Vooral voor op volwassen leeftijd, is chronisch en therapieresistent

26
Q

Eczeem behandeling

A

Is chronisch, dus symptomatisch. Als mogelijk: eerst wegnemen oorzaak (vooral allergisch en ortho-ergisch contacteczeem). Indifferente zalven of crèmes, dan lokale corticosteroïden (klasse 2/3), anders immunosuppressieve middelen.

27
Q

Roodheid en schilfering op strekzijde

A

Dan zal het eerder psoriasis zijn, maar als in buigzijden, dan eerder constitutioneel eczeem.

28
Q

Luxerende factoren psoriasis

A

B-blokkers, lithium, ACE-remmers, stress of trauma, chloroquine en familieanamnese