4. CTG (deel 2) Flashcards

(102 cards)

1
Q

Wat gebeurt er met de zuurstofverzadiging van het arteriële bloed bij aanvang van hypoxie?

A

De zuurstofverzadiging daalt, maar de cel- en orgaanfuncties blijven intact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar bevinden zich de chemoreceptoren die de foetale reactie op hypoxie activeren?

A

In de grote bloedvaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat activeert de chemoreceptoren in de foetus?

A

Een daling van de zuurstofverzadiging van het arteriële bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de eerste verdediging van de foetus tegen hypoxie?

A

Een efficiëntere opname van zuurstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan een extra verdedigingsmechanisme zijn tegen hypoxie in de foetus?

A

Afname van foetale bewegingen en ademhaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke verdediging zet de foetus in tegen langdurige hypoxie?

A

Afname groeisnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe lang kan een foetus een situatie van beperkte zuurstoftekort verdragen?

A

Dagen of weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat mag er verwacht worden tijdens de bevalling van een foetus die langdurige stress heeft ervaren?

A

Minder goed in staat zijn acute hypoxie tijdens de bevalling te verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bieden de verdedigingsmechanismen (groeisnelheid ↓ en beweging ↓) een meerwaarde tijdens de arbeid en de partus?

A

Nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gradueel toenemend zuurstoftekort

Wat gebeurt er wanneer de zuurstofverzadiging verder afneemt?

A

De verdedigingsmechanismen van de foetus schieten tekort → toename stresshormonen
→ redistributie vh bloed naar centrale organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met de perifere weefsels door de redistributie vh bloed naar de centrale organen?

A

Metabolisme wordt anaëroob

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke organen ontvangen meer bloed tijdens hypoxie?

A

Hart, hersenen en bijnieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke stresshormonen komen vrij bij de alarmreactie?

Hoe kan je dat zien?

A
  1. adrenaline (epinefrine)
  2. noradrenaline (norepinefrine)

↑ BL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat activeert de plotselinge toename aan adrenaline?

A

De bètareceptoren op het oppervlak van de cellen
→ activatie cyclische AMP
→ ↑ cellulaire activiteiten
→ activatie fosforylase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het effect van het enzym fosforylase?

A

Het zet opgeslagen suiker (glycogeen) om in vrije glucose (glycogenolyse).

Dit markeert de start van anaëroob metabolisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er wanneer hypoxie beperkt blijft tot de perifere weefsels?

A

Er ontstaat geen foetale schade.

Centrale organen verzekeren zich van hun toevoer van bloed, glucose en zuurstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hypoxie in perifere weefsels

Hoe lang kan de foetus deze mate van hypoxie aan?

A

Een aantal uren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom is er een risico van orgaanuitval in verband met hypoxie?

A

Dit komt doordat de cellulaire energieproductie niet langer voldoende is om te voldoen aan de vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe reageert de foetus op acute hypoxie?

A

Maximale activering van het sympathisch zenuwstelsel & afgifte stresshormonen
Anaëroob metabolisme in centrale organen
Glycogeenreserves aanspreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat type metabolisme vindt plaats in de centrale organen tijdens hypoxie?

A

Anaëroob metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waar moet de foetus zijn glycogeenreserves aanspreken?

A

In de lever en de hartspier

De hersenen hebben zeer weinig glycogeen opgeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waar zijn de hersenen van de foetus afhankelijk van tijdens hypoxie?

A

Van de levering van glucose vanuit de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat probeert de foetus zo lang mogelijk in werking te houden?

A

Het cardiovasculaire systeem

Dit omvat een uitgesproken redistributie van bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurt er als de foetale verdediging zijn laatste fase bereikt?

A

Het hele systeem stort zeer snel in met hersen- en hartfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat moet er gebeuren bij persisterende bradycardie of acute hypoxie?
De foetus moet **binnen een paar minuten** ter wereld worden geholpen
26
Wat is een teken van zuurstoftekort in de hersenen?
Het **wegvallen** van de normale **variabiliteit** en cycling ## Footnote Dit is gerelateerd aan **onomkeerbare** acute hypoxie.
27
Wat zijn de mechanismen die de foetus ondersteunen bij het omgaan met zuurstofgebrek?
* Verhoogde zuurstofonttrekking door de weefsels * Verminderde niet-essentiële activiteit * Verhoogde sympathische activiteit (stijging foetale cardiale basisritme) * Redistributie van de circulatie * Anaëroob metabolisme
28
Wat betekent intacte verdediging in de context van foetale hypoxie?
Een optimale reactie op hypoxie met **volledige compensatie**.
29
Welke tekenen zijn kenmerkend voor een compenserende foetus tijdens hypoxie?
* Deceleraties * Verlies acceleraties * Stijging van de basislijn
30
Wat zijn de gevolgen van het ontbreken van een foetale verdediging?
**Minimale reactie** op hypoxie en **grote kans op schade**.
31
Wat doet maternaal gebruik van bètablokkers?
Het **verhindert** de **cardiovasculaire compensatiemechanismen**
32
Wat doet het gebruik van bètamimetica?
Het **verkleint de reserves** ## Footnote Bètamimetica stimuleren de hartfunctie en kunnen de zuurstofbehoefte verhogen, wat de reserves kan uitputten.
33
Welk effect is meer uitgesproken, dat van bètamimetica of bètablokkers?
Het effect van **bètamimetica**
34
Welk effect hebben de contracties op hypoxie? | En wat bij bètablokkers?
- **Terugkerende** episodes - Belangrijk om **snel O2** te **redistribueren** zodra CT afneemt | Die beschermen het hart → meer hersenschade
35
Overzicht (de)compensatie
36
Welke elementen worden beoordeeld bij de interpretatie van het cardiotocogram?
* Basislijn * Aanwezigheid van acceleraties * Variabiliteit * Cycling * Aan- of afwezigheid van deceleraties → verband met tocogram
37
Wat zijn de classificatiesystemen voor het CTG?
* Normaal * Suboptimaal * Abnormaal * Preterminaal
38
Waarom is kennis van het maternaal en obstetrische dossier belangrijk?
Om eventuele **onderliggende factoren** op te sporen die de abnormale bevindingen kunnen verklaren.
39
Wat is de frequentste oorzaak van intrapartum hypoxie?
**Hyperstimulatie**.
40
Wat is de gepaste behandeling voor hyperstimulatie?
**Stopzetting** van weeënstimulerende middelen, eventueel gevolgd door toediening van **tocolyse**
41
Wat kan nuttig zijn tijdens de uitdrijving om te helpen bij hypoxie door?
Even **stoppen** met persen, zodat moeder, uterus en foetus de tijd hebben om te **recupereren** en opnieuw geoxygeneerd te geraken.
42
Wat is (buiten CT's) een frequente oorzaak van hypoxie peripartaal?
Maternale **positie** ## Footnote VCS
43
Wat is de aanbevolen positie voor zwangeren vanaf 25 weken om hypoxie te vermijden?
Halfzittend of in linker zijligging
44
Hoe kan men de repercussies van transiënte compressie van de navelstreng verhelpen?
Door de maternale **positie te veranderen**
45
Wat kan epidurale anesthesie veroorzaken bij de moeder?
Plotse maternale **hypotensie**
46
Hoe kan men plotse maternale hypotensie corrigeren?
Snelle toediening van **vocht** of een bolus **epinephrine**
47
Wat is de frequentste oorzaak van een tachycard cardiotocogram?
Maternale **temperatuurverhoging**. ## Footnote *Dit kan te wijten zijn aan een intra-uteriene infectie zoals chorioamnionitis, of aan extra-uteriene factoren.*
48
Noem enkele extra-uteriene factoren die tachycardie kunnen veroorzaken.
* Maternale **temperatuurverhoging** na epidurale anesthesie * **Dehydratatie** na langdurige arbeid * Maternale **infecties** zoals pyelonefritis * Maternale **stress**
49
Hoe kan maternale stress een foetale tachycardie uitlokken?
Door transplacentaire passage van **adrenaline en noradrenaline.** ## Footnote In dat geval wordt er ook altijd een **maternale tachycardie** teruggevonden.
50
Welke medicaties kunnen een tachycardie veroorzaken?
* Bètamimetica * Parasympaticusblokkers
51
Wat is een mogelijke oorzaak van geïsoleerde tachycardie?
Secretie van catecholaminen als **compensatiereactie** op hypoxie.
52
Hoe manifesteert chronische hypoxie zich in het foetale hartritme?
Als een associatie van **tachycardie** én verminderde **variabiliteit**.
53
Wat moet er gedaan worden bij vaststelling van tachycardie tijdens de arbeid?
* De maternale **lichaamstemperatuur** controleren → Maternale koorts behandelen met hydratatie en paracetamol * Plaats van intraveneuze **antibiotica** evalueren * **Hypoxie** van de foetus uitsluiten of bevestigen
54
Wanneer spreken we over milde bradycardie?
100-110 sl/min, vaak gezien bij postterm foetus ## Footnote Dit komt door een overwicht van de activiteit van de nervus vagus en toont bewaarde variabiliteit.
55
Welke pathologieën kunnen bradycardie veroorzaken?
* Congenitaal hartblok, * Maternale of foetale pathologie * Medicatie * Acute hypoxie
56
Welke medicamenten kunnen leiden tot bradycardie?
* Benzodiazepines * Labetalol * Bètablokkers * Morfinomimetica * Magnesiumsulfaat ## Footnote Vaak geassocieerd met een verminderde variabiliteit.
57
Hoe herken je acute hypoxie als oorzaak van bradycardie?
Als een **plotse** verandering van een normaal basisritme naar **bradycardie**, vaak tijdens de uitdrijvingsfase ## Footnote Het kan ook wijzen op solutio placentae of ernstige navelstrengcompressie!
58
Wat moet je doen bij een bradycardie?
**Uitsluiten** van onderliggende **oorzaken** zoals hypoxie door hyperstimulatie
59
Wat kan een vaginale onderzoek bij bradycardie helpen uitsluiten?
**Navelstrengprolaps** en eventueel bloedverlies
60
Wat moet er gecontroleerd worden bij bradycardie?
Of niet de **maternale pols** wordt geregistreerd ## Footnote Dit kan gedaan worden via de saturatiemeter.
61
Wat zijn mogelijke behandelingen bij hyperstimulatie tijdens bradycardie?
* Stoppen van oxytocine * Intravenieuze acute tocolyse * Atosiban * Nitraat * Calciumblokker
62
Wat kan een verminderde variabiliteit veroorzaken?
* Medicatie * Hypoxie * Foetale infectie * Bestaande hersenschade
63
Wat is de ernstigste reden voor verminderde variabiliteit bij de foetus?
Hypoxie Het autonome zenuwstelsel reageert niet op stressprikkels → **cerebrale hypoxie**
64
Bij een toegenomen variabiliteit boven 25 slagen per minuut, hoe wordt dit patroon genoemd?
Saltatoir patroon ## Footnote Een saltatoir patroon kan optreden bij navelstrengcompressie of acute hypoxie.
65
Wanneer wordt een saltatoir patroon vaker aangetroffen?
Tijdens de **uitdrijvingsfase** Vooral in combinatie met deceleraties.
66
Wat kan een vroeg teken zijn van acute foetale nood?
Een **kleine toename** van variabiliteit ('zigzagpatroon' of 'saltatoir') ## Footnote Deze toename kan snel gevolgd worden door tekenen van acute foetale nood.
67
Wat moet er in eerste instantie worden gedacht bij verminderde variabiliteit?
Foetale hypoxie
68
Welke aanvullende techniek kan helpen om de etiologie van verminderde variabiliteit te achterhalen?
**STAN**-registratie
69
Wat moet er gebeuren als het patroon van variabiliteit niet verbetert?
De **zwangerschap** moet spoedig **beëindigd** worden ## Footnote Sectio/kunstverlossing
70
Wat verwijst de naam 'chemoreceptor' deceleratie naar?
Wijziging in de **hoeveelheid beschikbare zuurstof** en de hoeveelheid circulerend CO2 ## Footnote Chemoreceptoren in de **hersenen detecteren** deze veranderingen.
71
Hoe worden de vroege uniforme (chemoreceptor) deceleraties gekarakteriseerd?
* Ondiep (< 40 slagen), * kort, * behoud van variabiliteit, * synchroon met contractie ## Footnote Het dieptepunt valt samen met het zenit van de contractie.
72
Wat zijn de kenmerken van late uniforme deceleraties?
* Langzame graduele vertraging, * U-vormig, * ↓ variabiliteit, * begint meer dan 20 seconden na contractie * Het hartritme daalt progressief gedurende minstens 30 sec * Gradueel herstel van minstens 30sec
73
Stel, je hebt een CTG zonder acceleraties en met ↓ variabiliteit. Waar let je extra op bij late deceleraties?
Amplitudes van **10-15 slagen** worden als **significant** beschouwd → steeds het gevolg van **chemoreceptor gemedieerde foetale hypoxie**
74
Waarom moet je steeds denken bij late deceleraties?
Chemoreceptor gemedieerde **foetale hypoxie**
75
Wat moet gedaan worden bij late deceleraties?
Optimaliseren van placentaire doorbloeding en zuurstoftoevoer → **linkerzijlig** EN **synto STOP**
76
Wat moet er gebeuren als het patroon bij uniforme laattijdige deceleraties niet verbetert?
CTG als ernstig afwijkend beschouwen en **zwangerschap beëindigen**
77
Wat verwijst de naam ‘baroreceptor’ deceleratie naar? ## Footnote Wat detecteert deze veranderingen?
Verwijst naar een wijziging in de **hoeveelheid circulerend bloedvolume** ## Footnote **Baroreceptoren in de hersenen** detecteren deze veranderingen.
78
Wat zijn de kenmerken van variabele deceleraties?
* V-vormig, * snelle daling van het foetale hartritme, * bewaarde variabiliteit, * snel herstel naar basishartfrequentie * Shouldering
79
Wat is 'shouldering'?
Korte acceleraties voor en na de variabele deceleratie
80
Wat zijn de meest voorkomende deceleraties tijdens arbeid?
**Variabele** deceleraties
81
Waarop zijn baroreceptor deceleraties een respons?
**↑ arteriële druk** ## Footnote Voorbeeld: navelstrengcompressie.
82
Wanneer zijn variabele deceleraties geassocieerd met belangrijke hypoxie?
**ZELDEN!** - Basisritme herstelt zich na variabele deceleraties traag - Variabiliteit vermindert - Deceleraties van +3min → alsnog tekens van hypoxie
83
Wat is het verschil tussen niet-gecompliceerde en gecompliceerde variabele deceleraties?
* Niet-gecompliceerd duurt **< 60 seconden** *(en < 60 sl/min verlies)* * gecompliceerd duurt **> 60 seconden**
84
Wat is een langdurige deceleratie?
Hartfrequentie van **< 80 bpm** gedurende ten minste **2 min** of **< 100 bpm** gedurende ten minste **3 min** → Vanaf **5 minuten: verlengde deceleratie** → Vanaf **10 minuten: bradycardie**
85
Wat kan een verlengde deceleratie veroorzaken?
Foetale hypoxie: * gereduceerde utero-placentaire doorbloeding * aanhoudende compressie van de navelstreng Niet-hypoxisch; * aanhoudende druk op het foetale hoofd vlak voor geboorte
86
Wat moet er gebeuren bij een onomkeerbare oorzaak van verlengde deceleratie? ## Footnote En bij omkeerbare oorzaak?
Bevalling inzetten, vaak via **sectio**. ## Footnote Oorzaak wegwerken
87
Wat is de 3-6-9-12 regel in het CTG?
De 3-6-9-12 regel houdt in dat: * 3 min voor en na de deceleratie is de variabiliteit normaal * Na 6 tot 9 minuten is herstel waarschijnlijk * Na 12 minuten moet er volledig herstel zijn van de basislijn en de variabiliteit.
88
Hoe kan men vaststellen of de oorzaak van de verlengde deceleratie omkeerbaar is?
Als de variabiliteit in de 3 minuten voor de deceleratie normaal is en de variabiliteit in de eerste 3 minuten van de deceleratie normaal is, dan is er 90% zekerheid dat herstel optreedt.
89
Wat gaan vaak vooraf aan een verlengde deceleratie en een vermindering van variabiliteit?
Gecompliceerde variabele deceleraties
90
Wat is een sterkere hint dat er sprake is van foetale hypoxie?
* **Gecompliceerde variabele** deceleraties * verminderde **variabiliteit** * een langzame verschuiving van de basislijn naar een meer **tachycard** patroon
91
Wat is het beleid bij acute hypoxie?
- zijligging - vochttoediening * Synto stop + tocolyse - VO om prolaps uit te sluiten
92
Welke systemen worden gebruikt op een CTG-analyse te maken?
- **FIGO** classificatie - Onderverdeling obv wel/geen **hypoxie** & type
93
Welke categoriën gebruikt de FIGO-classificatie?
- Normaal - Suboptimaal - Abnormaal - Preterminaal
94
Welke categoriën gebruikt de hypoxie-classificatie?
- Geen hypoxie - Chronische hypoxie * Graduele hypoxie * Subacute hypoxie * Acute hypoxie
95
Wat laat het omkeren van foetale hypoxie of foetale acidose toe?
Het laat toe een arbeid veilig verder te kunnen zetten of de foetale toestand zodanig te verbeteren tot een urgente verlossing mogelijk is.
96
Waarvan is de zuurstoftoevoer naar de foetus afhankelijk?
De zuurstoftoevoer naar de foetus is afhankelijk van: * Uterine zuurstofvoorziening * Utero- placentaire circulatie * Transfer van zuurstof naar de foetus * Foetale circulatie
97
Noem de factoren die de uterine zuurstofvoorziening beïnvloeden.
De factoren zijn: * Maternaal hemoglobine * Bloeddruk * Zuurstoftoevoer * Maternale positie
98
Wat zijn de kenmerken van 'foetale distress'?
Foetale distress wordt gekenmerkt door: * Deceleraties * Foetale bradycardie (< 110bpm gedurende >10min) * Uteriene hyperstimulatie * Verlies variabiliteit * Stijgen van de basislijn
99
Wat is aanbevolen management bij foetale distress?
Aanbevolen management omvat: * Vloeistof toedienen * Maternale herpositionering * Stop oxytocine * Overweeg tocolyse
100
Wat is een mogelijke bijwerking van tocolyse?
Het kan leiden tot maternale tachycardie en hypotensie. | + hogere kans op PPH
101
Welke maternale houdingen kunnen de navelstrengcompressie opheffen?
Zijligging en all fours
102
Wat is hier aan de hand?
**Wandering baseline**: kan wijzen op neurologische schade