A. Pijnmedicatie Flashcards

(68 cards)

1
Q

Wat is de oorzaak van pijn?

A

Weefselbeschadiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het mechanisme van weefselbeschadiging?

A

Vrijkomen van stoffen die nociceptoren direct of indirect prikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke stoffen prikkelen nociceptoren?

A
  1. Histamine
  2. Serotonine
  3. Bradykinine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de werking van prostaglandinen?

A

Verhogen van de gevoeligheid van sensorische zenuwuiteinden van histamine, serotonine en bradykinine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de groepen analgetica?

A
  1. Niet-opioïden
    - Paracetamol
    - Prostaglandinesynthetaseremmers
  2. Opioïden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de WHO pijnladder?

A

Stap 1: Paracetamol
Stap 2: NSAID
Stap 3: Zwakwerkend opioïd
Stap 4: Sterkwerkend opioïd
Stap 5: Sterkwerkend opioïd subcutaan of intraveneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de werking van paracetamol?

A

Analgetisch en antipyretisch; geen anti-inflammatoire werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de belangrijkste bijwerking van paracetamol? En wanneer treedt deze bijwerking op?

A

Leverbeschadiging; treedt op indien de paracetamoldosis de metabole werkingscapaciteit overbelast (>150/mg/kg per dg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de indicatie voor lagere dosering paracetamol?

A

Max 2g per dag bij:
1. Alcoholisme
2. Leverfalen
3. Slechte voedingstoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het mechanisme van paracetamol bij alcoholisme?

A

Enzymen geïnduceerd (CYP 2E1) die paracetamol omzetten in een gevaarlijke metaboliet (NAPQI) die leverbeschadiging geeft. Onder normale omstandigheden wordt NAPQI snel geconjugeerd door glutathion. Wanneer de hoeveelheid NAPQI bindingscapaciteit van glutathion overtreft, leidt dit tot beschadiging van de levercellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het mechanisme van paracetamol bij leverfalen?

A

Bestaande leverziekte leidt tot verhoogde vorming van hepatotoxische metabolieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het mechanisme van paracetamol bij slechte voedingstoestand?

A

Door een slechte voedingstoestand hebben mensen minder glutathion in de lever. Glutathion is nodig voor de conjugatie van NAPQI (gevaarlijk metaboliet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de indicaties voor paracetamol?

A

• Koorts en pijn bij griep
• Hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijn, spit, spierpijn en menstruatiepijn
• Artrose
• Off-label: migraine-aanval, acute faryngotonsillitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de toedieningsmogelijkheden van paracetamol?

A

• Oraal
• Rectaal
• Intraveneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de maximale dosering paracetamol per dag voor volwassenen?

A

4 gram per dag voor volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een andere naam voor prostaglandinesynthetaseremmers?

A

NSAID’s (Non-steroidal anti-inflammatory drugs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het werkingsmechanisme van NSAID’s?

A

Analgetisch, antipyretisch en anti-inflammatoire werking door remming van prostaglandinesynthese door remming van het enzym cyclo-oxygenase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn klassieke NSAID’s?

A

Ibuprofen, naproxen en diclofenac

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de centrale enzym in de prostaglandinesynthese?

A

Cyclo-oxygenase (COX)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de rol van COX-1?

A

Productie van prostaglandine voor weefselhomeostase: autoregulatie voor het onderhouden van renale perfusie, gastroprotectie en trombocytenaggregatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de rol van COX-2?

A

De autoregulatie voor renale perfusie, inflammatie, ovulatie, sluiting van de ductus Botalli in neonaten en diverse functies in het CZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van NSAID’s (4)?

A
  • Maagdarmstoornissen
  • Nierfunctiestoornissen
  • Cardiovasculaire bijwerkingen
  • Toename van de bloedingstijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is het mechanisme van gastro-intestinale bijwerkingen van NSAID’s?

A

Door remming van de productie van prostaglandinen wordt de beschermende functie op het maagslijmvlies verminderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn complicaties door vermindering van de beschermende functie van het maagslijmvlies door NSAIDs?

A

Bloedend ulcus en maagperforatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn risicofactoren voor gastro-intestinale complicaties bij het gebruik van NSAIDs?
• Patiënten boven de 60-70 jaar • Ulcus in VG • Combinatie met gebruik corticosteroïden • Gebruik SSRI’s • Gebruik orale anticoagulantia of acetylsalicylzuur • Helicobacter pylori + • Comorbiditeiten: diabetes of hartfalen
26
Wat zijn preventieve maatregelen voor gastro-intestinale bijwerkingen bij NSAID’s?
Toevoegen protonpompremmer bij patiënten met ten minste 1 risicofactor (zoals omeprazol of eventueel misoprostol)
27
Wat is, onder normale omstandigheden, de functie van prostaglandines op nierdoorbloeding?
Vermindering van het effectief circulerend volume geeft verminderde doorbloeding van de nier. Prostaglandines zorgen voor dilatatie van de afferente nierarteriole, waardoor de nierdoorbloeding bij daling van het circulerend volume constant blijft. (compensatiemechanisme)
28
Wat is het effect van NSAIDs op het renale compensatiemechanisme?
Door toediening van NSAIDs wordt het compensatiemechanisme geremd, waardoor er een verminderde nierdoorbloeding ontstaat
29
In welke situaties wordt de nier meer prostaglandine afhankelijk?
Weinig druk op de nier: lage intraglomerulaire druk
30
Waar is de intraglomerulaire druk afhankelijk van?
Systemische bloeddruk en de vaattonus pre- en post-glomerulair
31
Wat zijn risico’s voor het ontwikkelen van een nierinsufficiëntie bij NSAIDs?
• Verminderd circulerend volume: hartfalen, sepsis, dehydratie • RAS remmers • Pre-existent nierfalen
32
Wat zijn de gevolgen van nierinsufficiëntie bij NSAIDs?
Elektrolytstoornissen (verhoogd kalium) en bij gebruik van renaal geklaarde comedicatie met smalle therapeutische breedte meer kans op geneesmiddelenintoxicatie
33
Wat is het mechanisme van cardiovasculaire bijwerkingen van NSAIDs?
NSAIDs zorgen voor water- en zoutretentie waardoor o.a. perifeer oedeem ontstaat. - NSAIDs kunnen aanleiding geven tot hypertensie
34
Interacties met NSAIDs die leiden tot gastro-intestinale bijwerkingen?
* Coumarines * Trombocytenaggregatieremmers * SSRI’s * Corticosteroiden Effect: bloedingen
35
Interacties met NSAIDs die leiden tot nierfalen/hartfalen?
* RAS-remmers * Diuretica
36
Interacties met NSAIDs die leiden tot hypertensie?
* Antihypertensiva (verminderd effect bij gelijktijdig NSAID gebruik)
37
Hoe oefenen opioïden effect uit?
Specifieke receptoren in het centrale zenuwstelsel bezetten; de belangrijkste zijn mu (µ) en kappa (κ).
38
Wat is het effect van u-receptoren?
Supraspinale analgesie, ademhalingsdepressie, euforie en fysieke afhankelijkheid
39
Wat is het effect van k-receptoren?
Analgesie, miosis, sedatie, dysforie en psychotomimetische effecten
40
Wat is de affiniteit van codeïne?
Lage affiniteit voor de opioidreceptoren
41
Hoe wordt codeïne omgezet?
Ca. 10% wordt via CYP2D6 omgezet in morfine
42
Wat is een nadeel van codeïne?
Sterk obstiperend effect
43
Wat is de affiniteit van morfine?
Morfine is voor alle receptoren een agonist; voornamelijk bezetting van de u-receptoren in het centraal zenuwstelsel
44
Wat is de affiniteit van fentanyl?
Sterk selectieve affiniteit voor de u-receptoren
45
Wat is het effect van fentanyl?
Analgetisch effect dat aanzienlijk sterker is dan morfine
46
Wat zijn de toedieningsmogelijkheden van fentanyl?
• Transdermaal • Oromucosaal zuigtablet • Nasaal
47
Wat zijn de indicaties voor fentanyl?
Vooral gebruikt bij onvoorspelbare acuut optredende doorbraakpijnen/heftige pijnen
48
Wat zijn de kenmerken van nasale toediening van fentanyl?
Tmax: 12-20 min Halfwaardetijd: 3 tot 4 uur
49
Wat zijn de kenmerken van transdermale toediening van fentanyl?
Gereguleerde afgifte: effectief na 6 tot 12 uur, 72 uur afgifte Halfwaardetijd: 17 uur
50
Wat zijn de varianten van oxycodon?
• Oxynorm; kortwerkend • Oxycontin; langwerkend
51
Wat is naloxon?
Competitieve antagonist voor opiaatreceptoren (antidota voor opioïden)
52
Wat zijn de belangrijkste bijwerkingen van opiaten?
• Obstipatie • Ademdepressies • Afhankelijkheid
53
Wat zijn de bijwerkingen van opiaten op het centraal zenuwstelsel?
• Delier • Sedatie • Remming van ademhaling • Miosis
54
Wat zijn de gastro-intestinale bijwerkingen van opiaten?
• Obstipatie • Misselijkheid • Braken • Constrictie van de sfincter van Oddi • Jeuk
55
Wat is het werkingsmechanisme van gastro-intestinale bijwerkingen van opiaten?
Opiaten kunnen zorgen voor een toename van de tonus van gladde spieren en afname van motiliteit
56
Wat zijn risicofactoren voor obstipatie bij opiaten?
• Bedlederigheid/ immobiliteit • Slechte intake van water en voedsel (vezels) • Bepaalde medicijnen
57
Wat is de preventie van gastro-intestinale bijwerkingen bij opiaten?
Standaard geven van een laxans: 1. Middelen die de faeces zachter maken (movicolon, lactulose, magnesiumhydroxide) 2. Middelen die de darmen prikkelen (bisacodyl) 3. Klysma
58
Wat zijn de respiratoire bijwerkingen van opiaten?
• Afname van diepte en frequentie van de ademhaling • Bronchoconstrictie
59
Wat zijn risicofactoren voor ademdepressies bij opiaten?
• Patiënten met COPD
60
Wat is de verslavingsgevoeligheid van opiaten?
Na langdurig gebruik kunnen tolerantie en afhankelijkheid optreden. Afhankelijkheid heeft zowel een lichamelijk als een psychisch effect. Direct stoppen kan leiden tot onttrekkingsverschijnselen.
61
Wat zijn risicofactoren voor afhankelijkheid van opiaten?
• Voorgeschiedenis van middelen misbruik • Gebruik van snelwerkende opiaten
62
Interacties met opiaten die leiden tot obstipatie?
* Anticholinergica * Antidepressiva * Diuretica * Calciumantagonisten
63
Interacties met opiaten die leiden tot ademdepressie?
* Benzodiazepines
64
Wat is het effect van opiaten bij nierfunctiestoornissen?
Een actief metaboliet van morfine kan stapelen bij nierfunctiestoornissen.
65
Wat is de affiniteit van tramadol?
Zwakke agonist met enige selectiviteit voor de u-receptor
66
Wat zijn de bijwerkingen van tramadol?
• Afhankelijkheid • Ouderen: centrale bijwerkingen • Misselijkheid • Duizeligheid
67
Wanneer gebruik je opioïdrotatie?
Bij onvoldoende werking of te veel bijwerkingen
68
Waarom kan je gebruik maken van opioïdrotatie?
Opioïden kunnen aangrijpen op verschillende opioidreceptoren of er kan tolerantie optreden voor het effect van een opioïd