Cognitieve topics binnen persoonlijkheid Flashcards

(33 cards)

1
Q

Wat is cognitie?

A

Bewustzijn en denken, evenals specifieke mentale handelingen zoals waarnemen, aandacht besteden aan, interpreteren, herinneren, geloven, oordelen, beslissen en anticiperen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is informatieverwerking?

A

transformatie van sensorische input in mentale representaties en de manipulatie van deze representaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cognitieve topics in persoonlijkheid

A

Cognitieve benaderingen leggen focus op verschillen in hoe mensen denken / informatie verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn drie veel onderzochte niveaus van informatieverwerking?

A

perceptie, interpretatie en bewuste doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is perceptie?

A

Ordenen van de informatie die onze zintuigen opnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is interpretatie?

A

Begrijpen of verklaren van verschillende gebeurtenissen in de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn bewuste doelen?

A

De normen die mensen ontwikkelen voor het evalueren van
zichzelf en anderen. Overtuigingen van wat belangrijk is om na te streven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn twee manieren waaruit blijkt dat perceptie subjectief is?

A
  • Veld(on)afhankelijkheid
  • Pijntolerantie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is veld(on)afhankelijkheid? (Rod and Frame Test)

A

Veld afhankelijkheid: gebruikt externe informatie
Veld onafhankelijkheid: kan vertrouwen op eigen instinct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is pijntolerantie?

A

hoeveel pijn iemand kan verdragen gegeven eenzelfde fysieke stimulus (bv. injectie). Mensen verschillen in hoeveel pijn ze aangeven te ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cold Pressor Task

A

Hand zo lang mogelijk in ijskoud water
* Pijngrens = vanaf wanneer pijn voelen (ongeveer 16 sec)
* Pijntolerantie = aantal sec in water min pijngrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hebben Ferracuti en De Carolis gevonden over de cold pressor task?

A
  • Extraverte mensen hebben een hogere pijntolerantie dan introverte mensen
  • Extraverte mensen herinneren zich pijnscores minder nauwkeurig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aneseth Petrie: reducing/augmenter theory

A

Individuele verschillen in pijntolerantie vinden hun oorsprong in het zenuwstelsel
* Mensen met een lage pijntolerantie hebben een zenuwstelsel dat de subjectieve impact van sensorische signalen versterkt
* Mensen met een hoge pijntolerantie hebben een gedempt zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Locus of control

A

perceptie van verantwoordelijkheid voor gebeurtenissen in het leven Waar neigen mensen om deze verantwoordelijkheid te plaatsen? intern - in zichzelf of extern - in het lot, geluk of toeval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gegeneraliseerde verwachtingen

A

de verwachtingen van een persoon op bekrachtiging die in verschillende situaties gelden. Kan intern of extern zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schematheorie (Beck)

A

Begrijpen hoe cliënten de wereld waarnemen, interpreteren en
betekenis toekennen, is het belangrijkste ingrediënt van elke
therapie

16
Q

wat zijn schema’s

A

de cognitieve structuren die we gebruiken om de
omgeving te organiseren in psychologisch relevante facetten

17
Q

Self-Regulatory Executive Function (S-REF) Model

A

metacognitief (denken over denken) model. Integreert informatieverwerkingsonderzoek verder met Beck’s schematheorie. Informatieverwerking is afhankelijk van interacties tussen drie niveaus van
cognitie

18
Q

Wat zijn de drie niveau’s van cognitie

A
  • kennis in het langetermijngeheugen
  • onmiddellijk niveau van cognitie
  • dieper niveau van informatieverwerking (onbewust)
19
Q

Doelen van cognitieve topics in de persoonlijkheidspsychologie

A

De nadruk ligt op de intentie, op wat mensen willen dat er gebeurt, op wat ze in hun leven willen bereiken.Mensen verschillen in hun doelen, deze verschillen maken deel
uit van hun persoonlijkheid en onthullen deze

20
Q

Aangeleerde hulpeloosheid

A

het gevoel dat ontstaat wanneer iemand een onontkoombare negatieve situatie ervaart

21
Q

Causale attributie

A

de verklaring van een persoon over de oorzaak van een gebeurtenis

22
Q

Attributiestijl

A

neigingen die sommige mensen hebben om vaak bepaalde verklaringen te gebruiken voor de oorzaken van gebeurtenissen

23
Q

Drie brede categorieën van attributies

A
  • Extern of intern
  • Stabiel of variabel
  • Globaal of specifiek
24
Pessimistische attributiestijl
Intern, stabiel en globaal. Geassocieerd met gevoelens van hulpeloosheid en slechte aanpassing
25
Optimistische attributiestijl
externe, variabel en specifiek
26
Persoonlijk project
Reeks relevante acties die bedoeld zijn om een doel te bereiken dat een persoon heeft geselecteerd. Persoonlijke projecten weerspiegelen hoe mensen door het dagelijks leven navigeren → helpen om persoonlijkheid te begrijpen
27
Sociale cognitie
hoe mensen informatie verwerken die betrekking heeft op andere mensen Cognitieve processen die nodig zijn voor sociale interactie (bv. gezichtsuitdrukkingen lezen)
28
Cognitieve sociale leertheorie
benadering die de cognitieve en sociale processen waardoor mensen leren bepaalde doelen te waarderen en na te streven benadrukt
29
Drie concepten in de Cognitieve sociale leertheorie
* Zelfeffectiviteit (Albert Bandura) * Taakoriëntatie (Carol Dweck) * Cognitive Affective Personality System (CAPS) (Walter Mischel)
30
Taakoriëntatie (Carol Dweck)
Mensen kunnen intelligentie op 2 manieren bekijken: 1. Vaststaand: een onveranderlijk en vast intern kenmerk “Goed gedaan. Je bent zo slim.” 2. Toenemend: kan worden vergroot door inspanning en doorzettingsvermogen “Goed gedaan. Je hebt er hard voor gewerkt.”
30
Zelfeffectiviteit (Albert Bandura)
de overtuiging dat iemand een specifieke handelwijze kan uitvoeren om een doel te bereiken
31
Cognitive-Affective Personality System (Walter Mischel)
Persoonlijkheid is een organisatie van cognitieve en affectieve activiteiten die beïnvloeden hoe mensen reageren op specifieke situaties * Stabiel en uniek * Als…, dan… veronderstellingen