Introductie persoonlijkheidspsychologie Flashcards

(29 cards)

1
Q

Wat zijn de kenmerken/aspecten van persoonlijkheid?

A
  • Innerlijke kwaliteit (bv. bedachtzaam)
  • Effect op anderen (bv. humoristisch)
  • Positie t.o.v. anderen (bv. dominant)
  • Wensen of verlangens (bv. ambitieus)
  • Aard van verwezenlijkingen (bv. creatief)
  • Strategieën om doelen te bereiken (bv. bedrieglijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie van persoonlijkheid?

A

is de reeks van psychologische eigenschappen en mechanismen binnen het individu, die georganiseerd en relatief duurzaam zijn, en die iemands interactie met en
aanpassing aan de intrapsychische, fysieke en sociale omgeving beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn psychologische eigenschappen?

A

Verschillen én gelijkenissen tussen mensen. Beschrijven algemene neigingen van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet probeert men te begrijpen als ze psychologische eigenschappen onderzoeken?

A
  • Hoeveel trekken zijn er?
  • Hoe zijn deze trekken georganiseerd?
  • Wat is de herkomst van trekken?
  • Wat zijn de correlaties en gevolgen van trekken?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn psychologische mechanismen?

A

Het is een proces waarin het brein input binnen krijgt en het via een “als X dan Y” beslissingsregel een actie (dus een output) wordt ondernomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het nut van psychologische trekken?

A

Het kunnen Beschrijven, Verklaren en Voorspellen van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er bedoelt moet “persoonlijkheid is georganiseerd en relatief duurzaam?”

A

Georganiseerd omdat de mechanismen en trekken op een samenhangende manier aan elkaar gelinkt zijn.

Duurzaam omdat het doorheen de tijd consistent is over situaties, vooral in de volwassenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er bedoelt met “persoonlijkheid is binnen in het individu”?

A

Het is iets dat het individu meeneemt doorheen de tijd en situaties. Hij/zij heeft het gevoel dezelfde persoonlijkheid te houden. Eigen persoonlijkheid herkennen in voorkeuren, keuzes en beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke invloed heeft onze persoonlijkheid op ons?

A
  • Hoe we ons gedragen
  • Hoe we denken over onszelf en de wereld
  • Hoe we ons voelen
  • Welke situaties we opzoeken
  • Welke doelen we nastreven
  • Hoe we reageren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De invloed op persoon-omgevings interacties?

A

Perceptie
* Selectie (Illusie van controle)
* Evocatie (oproepen van emoties)
* Manipulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het aanpassingsvermogen van persoonlijkheid

A

Helpt bij de uitdagingen en problemen die we in het leven tegenkomen. Menselijk gedrag is doelgericht, functioneel en betekenisvol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke omgevingen beïnvloeden persoonlijkheid en omgekeerd?

A
  • Fysieke omgeving
  • Sociale omgeving
  • Intrapsychische omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de drie niveaus van persoonlijkheidsonderzoek?

A
  1. Menselijke aard
  2. Individuele en groepsverschillen
  3. Individuele uniciteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent individuele uniciteit?

A

Nomothetisch- vs. Idiografisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er bedoelt met “menselijke aard”?

A

Trekken en mechanismen die typisch zijn voor (bijna) iedereen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat wordt er bedoelt met “individuele en groepsverschillen”?

A
  • Individuele verschillen: hoe iemand is zoals sommige anderen
  • Groepsverschillen: gemeenschappelijke persoonlijkheidseigenschappen voor
    een groep mensen
11
Q

Wat is nomothetisch onderzoek?

A

Vaak statistische vergelijkingen van individuen of groepen. Het wordt typisch toegepast om universele menselijke eigenschappen en dimensies van individuele of groepsverschillen te identificeren.

12
Q

Wat is idiografisch onderzoek?

A

Focust zich op een individu en probeert algemene principes waar te nemen die zich bij een persoon in de loop van de tijd manifesteren. BV Casestudies of een psychologische biografie

13
Q

Persoonlijkheidspsychologie Vroeger Vs Nu

A

Vroeger: Grote klassieke theorieën. Bv Sigmund Freud, universele kijk op menselijke aard

Nu: Focus op individuele en groepsverschillen. Ook onderzoek op veel verschillende onderzoeksdomeinen. Bv intraversie vs extraversie, cultuurverschillen, man vs vrouw.

14
Q

Wat is een kennisdomein?

A

een gespecialiseerd gebied van wetenschap, waarin psychologen hebben gefocust op het bestuderen van specifieke en beperkte aspecten van de menselijke aard

15
Q

Welke kennisdomeinen zijn er in de persoonlijkheidspsychologie?

A
  1. Dispositioneel domein
  2. Biologisch domein
  3. Intrapsychisch domein
  4. Cognitief domein
  5. Sociaal domein
  6. Aanpassingsdomein
16
Q

Wat is het dispositioneel domein?

A

Handelt over de manieren waarop individuen geneigd zijn zich te gedragen en waarom dit van elkaar verschilt.
Doel = identificeren van de belangrijkste manieren waarop mensen verschillen en de herkomst, evolutie en instandhouding hiervan

17
Q

Wat is het biologisch domein?

A

Mensen zijn een verzameling van biologische systemen die voorzien in de bouwstenen voor gedrag, gedachten en emoties

18
Q

Wat is het intrapsychisch domein?

A

Handelt over mentale mechanismen van persoonlijkheid die onbewust manifesteren.
Bv Freuds klassieke theorie van psychoanalyse

19
Wat is het cognitief domein?
Handelt over cognitieve en subjectieve ervaringen zoals gedachten, gevoelens, overtuigingen en verlangens. Bv, zelfconcept, intelligentie, doelen en emoties
20
Wat is het sociaal domein?
Persoonlijkheid beïnvloedt en wordt beïnvloed door de sociale en culturele context. Bv. gender, sociale interacties, cultuur.
21
Wat is het aanpassingsdomein?
Persoonlijkheid speelt een sleutelrol in hoe we omgaan met, ons aanpassen aan en ons afstemmen op de gebeurtenissen in ons leven. Bv, Gezondheid en welzijn, Persoonlijkheidsstoornissen
22
Aan welke drie criteria moet een goede theorie voldaan?
* Voorziet in een gids voor onderzoekers * Structureert bekende bevindingen * Maakt voorspellingen
23
Wat zijn de vijf wetenschappelijke criteria om persoonlijkheidstheorieën te evalueren binnen de zes kennisdomeinen?
* Begrijpbaarheid (volledigheid) * Heuristische waarde (geven ze richting tot nieuwe ontdekkingen) * Testbaarheid (kunnen ze getest worden) * Spaarzaamheid (is het een basis of is het gebaseerd op super veel assumpties) * Compatibiliteit en integratie (kan het worden samengevoegd met andere theorieën)