Zelfbeeld en identiteit Flashcards

(25 cards)

1
Q

Zelfbeeld bestaat uit drie concepten

A
  1. Zelfconcept
  2. Zelfwaardering
  3. Sociale identiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zelfconcept

A

het begrip dat je van jezelf hebt. Cognitief-beschrijvende kennis over onszelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sterk zelfconcept =

A

sterke identiteit + gevoel de wereld aan te kunnen met eigen kwaliteiten en vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zelfwaardering

A

hoe je je voelt over wie je bent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale identiteit

A

hoe je jezelf presenteert naar anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat het zelfconcept?

A

zelfschema’s + onbewust lichamelijk zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mogelijke-zelf

A

wie we willen/hopen/vrezen te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ideaal-zelf vs. Moet-zelf (Torry Higgins)

A

= Zelf-gidsen gemotiveerd door emoties
* Actueel-zelf ≠ ideaal-zelf → zelf-discrepantie → schuldig, moedeloos en teleurgesteld
* Actueel-zelf ≠ moet-zelf → angstig en gespannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zelfwaardering

A

Som van positieve en negatieve evaluaties van alle aspecten van het zelfconcept
Meetinstrument: Rosenberg zelfwaarderingsschaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe evalueren we onszelf?

A
  • Presentatie
  • Uiterlijk
  • Sociaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lage zelfwaardering

A

slecht presteren + opgeven (vrezen te falen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoge zelfwaardering

A

harder werken + beter hun best doen (vrezen geen succes te hebben)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reactie op kritiek en negatieve feedback

A

Sociale afwijzing
* Hoge zelfwaardering = buffer voor negatieve feedback
* Andere hersenactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Omgaan met negatieve gebeurtenissen

A

Personen met hoge zelfwaardering behouden positieve evaluatie doorheen hoogtes en laagtes van het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verlegenheid (Jerome Kagan)

A

Sociale angst
* Angst voor negatieve beoordeling
* Anderen beoordelen hun verlegen gedrag als onvriendelijk
* Vragen minder snel hulp uit angst voor afwijzing
* Interpreteren sociale interactie negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

7 stappen om verlegenheid te overkomen (Stocker)

A
  1. Daag op
  2. Stop met jezelf te bekritiseren
  3. Neem kleine stapjes
  4. Focus op anderen
  5. Straal warmte uit
  6. Anticipeer op faalervaringen
  7. Sluit je aan
16
Q

Defensief pessimisme

A

Verwachten slecht te presteren

17
Q

Zelfhandicapping

A

Met opzet falen

18
Q

Variabiliteit in zelfwaardering

A

de mate waarin er op korte termijn fluctuaties zijn in zelfwaardering (= persoonlijkheidstrek)

19
Q

Sociale identiteit

A

Het zelf dat we aan anderen tonen. Publiekelijk, Continu
Bv. Gender, etniciteit, paspoort, …

20
Q

Drie kenmerken van identiteit

A
  1. Continuïteit (we blijven dezelfde persoon)
  2. Contrast (het onderscheidt je van anderen)
  3. Persoonlijke samenhang ( je blijft grotendeels gelijk in verschillende levensdomeinen)
21
Q

Identiteitscrisis

A

Het gevoel van angst dat samengaat met pogingen om je identiteit en sociale reputatie te (her)definiëren

22
Q

2 soorten identiteitscrisis (Roy Baumeister)

A
  1. Identiteitstekort
  2. Identiteitsconflict
23
Q

Identiteitstekort

A

Er is geen adequate identiteit gevormd en hierdoor moeite met het nemen van grote beslissingen. Ontstaat bij afleggen van oude waarden of doelen

24
Identiteitsconflict
Incompatibel zijn van twee of meer aspecten van iemands identiteit. Ontstaat wanneer gedwongen om een belangrijke en moeilijke beslissing te nemen in het leven (bv. aannemen van nieuwe cultuur of oude behouden; carrière of kinderen)