Motivatie Flashcards

(21 cards)

1
Q

Motieven

A

Interne toestand die gedrag opwekt en richt op een specifiek object of doel. Veroorzaakt door een tekort, gebrek aan iets. Verschillen van elkaar in soort en hoeveelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zijn motieven op gebaseerd?

A

Behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn behoeften?

A
  • Maten van spanning binnen een persoon
  • Naarmate een behoefte wordt bevredigd, daalt de spanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe definieert Murray behoefte?

A

De bereidheid om onder bepaalde omstandigheden op een bepaalde manier te reageren… Het is een zelfstandig naamwoord dat staat voor het feit dat een bepaalde trend zich kan herhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke aspecten bestaat een behoefte

A
  • Perceptie: ‘zien’ wat we willen (moeten) zien
  • Actie: doen wat nodig is om de behoefte te vervullen
  • Bevredigen van een behoefte vermindert de spanning
  • Proces van het verminderen van spanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soort behoeften zijn er volgens Murray?

A
  1. Ambitie behoeften
  2. Behoeften om status te verdedigen
  3. Behoeften gerelateerd aan sociale macht
  4. Behoeften aan sociale genegenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is druk?

A

behoefterelevante aspecten van de omgeving.
* Alfadruk = objectieve realiteit
* Bètadruk = waargenomen realiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is apperceptie?

A

De notie dat de behoeften van een persoon invloed hebben op hoe hij of zij de omgeving waarneemt, vooral wanneer de omgeving ambigu is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Thematische Apperceptie Techniek (TAT)

A

Ambigue afbeeldingen worden ter inspiratie aan een deelnemer gepresenteerd. Veronderstelling dat een persoon huidige behoeften en motieven projecteert in de
interpretatie van een beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Multi-Motive Grid

A

Nieuwe vorm van thematische apperceptie techniek, mix van TAT en zelfrapportage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De zelfdeterminatietheorie

A

Drie basisbehoeften: autonomie, competentie en verbondenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn volgens onderzoek de drie grootste motieven?

A

Prestatie (Need for Achievement (nAch)
Macht (Need for Power (nPow)
Intimiteit (Need for Intimicy (nInt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zelfactualisatie

A

Motivatie is gebaseerd op de behoefte om te worden wie je hoort te zijn
(positief mensbeeld) (zelfactualisatie). Gebaseerd op groei en niet op tekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Humanistische traditie

A

Humanistische psychologie focust op de rol die keuzes die mensen maken hebben op hun leven. Nadruk op bewuste besef van behoeften, keuze en persoonlijke
verantwoordelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De behoeften hiërarchie van Maslow

A

Lagere behoeftes moeten eerst voldaan zijn vooraleer door te gaan naar hogere behoeftes. Basisbehoeften → zelfactualisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fully functioning person volgens Rogers

A

Op weg naar zelfactualisatie, niet vastgelopen. Hoeft niet volledig te zijn

14
Q

Kenmerken van een fully functioning person

A
  • Open voor ervaringen
  • Diversiteit en nieuwigheden
  • Heden
  • Niet in verleden / spijt
  • Niet in toekomst
  • Vertrouwen op zichzelf
  • Onconventioneel en eigenzinnig
15
Q

Hoe wordt iemand fully functioning?

A

Positieve aandacht

16
Q

Wat stopt mensen om fully functioning te worden?

A

Angst, Onevenwicht met zelfconcept

16
Q

Relatie tussen zelfactualisatie en emotionele intelligentie (EQ)

A
  • Vermogen om eigen emoties te kennen
  • Vermogen om deze emoties te reguleren
  • Vermogen om zichzelf te motiveren
  • Vermogen om te weten hoe anderen zich voelen
  • Vermogen om de gevoelens van anderen te beïnvloeden
17
Q

Hoe kan je als psycholoog je patient helpen om fully functioning te worden?

A

Cliëntgerichte psychotherapie. 3 voorwaarden: Echtheid, Onvoorwaardelijke acceptatie en Empathie