Decaleon7-DE-NL-B1 Technik Flashcards

Deutsch-Niederländisch Level B1 Export from Decaleon7 (285 cards)

1
Q

wachtwoord

A

Kennwort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

monteren

A

montieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kalk

A

Kalk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klep

A

Klappe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

password

A

Passwort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bouwen

A

erstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kernkrachten

A

Kernkraft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mortel

A

Mörtel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

map

A

Ordner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verdamping

A

Verdunstung

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

materie

A

Materie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

massa

A

Masse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

luchtledig

A

luftleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

marmer

A

Marmor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verstijven

A

erstarren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

platform

A

Plattform

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

filter

A

Filter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

multiplicatie

A

Multiplikation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

mechanisch

A

mechanisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

kwik

A

Quecksilber

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

magneet

A

Magnet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

fenomeen

A

Phänomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

comprimeren

A

komprimieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

verrekijker

A

Fernglas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
barst
Sprung
26
boswachter
Förster
27
folie
Folie
28
stoot
Stoß
29
bevroren
gefroren
30
capsule
Kapsel
31
transformator
Transformator
32
gebruikmaking
Benutzung
33
stuurinrichting
Steuerung
34
vergroting
Vergrößerung
35
filteren
filtern
36
asfalt
Asphalt
37
zelfwerkend
selbsttätig
38
zilveren
silbern
39
net
Netz
40
slaan
prägen
41
werkgeheugen
Arbeitsspeicher
42
mineraal
Mineral
43
procedure
Prozedur
44
gemiddelde
Mittelwert
45
vonk
Funke
46
glinsteren
glitzern
47
tap
Zapfen
48
klei
Ton
49
droogte
Trockenheit
50
astronaut
Astronaut
51
natheid
Nässe
52
slingeren
pendeln
53
programmeren
programmieren
54
prognose
Prognose
55
montage
Montage
56
verbinding
Verbindung
57
meting
Messung
58
mechanisme
Mechanismus
59
verbranding
Verbrennung
60
aansluiting
Anschluss
61
bacterie
Bakterie
62
mechanica
Mechanik
63
functioneren
funktionieren
64
vaststellen
feststellen
65
microscoop
Mikroskop
66
tijdloep
Zeitlupe
67
houten
hölzern
68
gouden
golden
69
technicus
Techniker
70
weerspiegelen
widerspiegeln
71
aantonen
nachweisen
72
ventilatie
Lüftung
73
dynamo
Dynamo
74
boog
Bogen
75
echo
Echo
76
parameter
Parameter
77
uitgraven
ausgraben
78
damp
Dunst
79
deling
Division
80
knal
Knall
81
as
Achse
82
blok
Klotz
83
plas
Lache
84
keep
Kerbe
85
schatting
Schätzung
86
analoog
analog
87
lakken
lackieren
88
actualiseren
aktualisieren
89
pompen
pumpen
90
opnemen
aufnehmen
91
invoer
Eingabe
92
scanner
Scanner
93
lak
Lack
94
knik
Knick
95
boren
bohren
96
databank
Datenbank
97
bliksemen
blitzen
98
diagram
Diagramm
99
calculeren
kalkulieren
100
definiëren
definieren
101
chroom
Chrom
102
norm
Norm
103
cursor
Cursor
104
krachtcentrale
Kraftwerk
105
krijt
Kreide
106
wissen
löschen
107
diskette
Diskette
108
knetteren
knistern
109
koper
Kupfer
110
ruk
Ruck
111
wijzer
Uhrzeiger
112
constructie
Konstruktion
113
kristal
Kristall
114
dichtheid
Dichte
115
optica
Optik
116
keramiek
Keramik
117
zwengelen
kurbeln
118
registreren
erfassen
119
verhitten
erhitzen
120
tin
Zinn
121
aluminium
Aluminium
122
lens
Linse
123
ontcijferen
entschlüsseln
124
erts
Erz
125
passer
Zirkel
126
dynamisch
dynamisch
127
onderzoeken
erforschen
128
geheugen
Speicher
129
elektronisch
elektronisch
130
acceleratie
Beschleunigung
131
loodlijn
Lot
132
wijzerplaat
Zifferblatt
133
natuurwet
Naturgesetz
134
zink
Zink
135
installeren
installieren
136
ijzeren
eisern
137
kosmonaut
Kosmonaut
138
doorzichtig
durchsichtig
139
digitaal
digital
140
decimaal
dezimal
141
laser
Laser
142
elektronica
Elektronik
143
weerklank
Widerhall
144
drive
Laufwerk
145
lood
Blei
146
wig
Keil
147
laboratorium
Labor
148
patent
Patent
149
elektron
Elektron
150
microfoon
Mikrofon
151
klikken
klicken
152
vermogen
Leistung
153
helling
Neigung
154
draaibaar
drehbar
155
kunststof
Kunststoff
156
lek
Leck
157
opmaken
schließen
158
slinger
Pendel
159
leem
Lehm
160
touw
Strick
161
stro
Stroh
162
transparant
transparent
163
statistisch
statistisch
164
theoretisch
theoretisch
165
strohalm
Strohhalm
166
technisch
technisch
167
omrekenen
umrechnen
168
zwaartekracht
Schwerkraft
169
uitgaan
ausgehen
170
druppelen
tröpfeln
171
printer
Drucker
172
dynamiet
Dynamit
173
zwavel
Schwefel
174
hypothese
Hypothese
175
buis
Röhre
176
lassen
schweißen
177
röntgenogram
Röntgen
178
smeren
schmieren
179
gegevensbestand
Datenbestand
180
hightech
Hightech
181
substantie
Substanz
182
verwerken
verarbeiten
183
veldkijker
Feldstecher
184
technologie
Technologie
185
balk
Balken
186
digitale camera
Digitalkamera
187
symmetrisch
symmetrisch
188
waterdicht
wasserdicht
189
schroeven
schrauben
190
systematisch
systematisch
191
wisselstroom
Wechselstrom
192
omhulsel
Hülle
193
stut
Stütze
194
Celsius
Celsius
195
aflaten
ablassen
196
straal
Halbmesser
197
gloed
Glut
198
helling
Steigung
199
hydraulica
Hydraulik
200
stang
Stange
201
slijk
Schlamm
202
computerprogramma
Computerprogramm
203
magnetisch
magnetisch
204
vergelijking
Gleichung
205
browser
Browser
206
statistiek
Statistik
207
scherf
Scherbe
208
gravitatie
Gravitation
209
grafiek
Graphik
210
natuurkundig
physikalisch
211
mathematisch
mathematisch
212
machinaal
maschinell
213
stralen
strahlen
214
chip
Chip
215
radiotelegrafie
Funk
216
tikken
ticken
217
opsteken
zünden
218
handvat
Griff
219
ondoorzichtig
undurchsichtig
220
roet
Ruß
221
gips
Gips
222
vijfhoek
Fünfeck
223
dichting
Dichtung
224
schakeling
Schaltung
225
stop
Stöpsel
226
stikstof
Stickstoff
227
grondvlak
Grundfläche
228
vriespunt
Gefrierpunkt
229
scherp
scharf
230
standaard
Standard
231
fluweel
Samt
232
stander
Ständer
233
omschakelen
umschalten
234
wals
Walze
235
verroesten
verrosten
236
Fahrenheit
Fahrenheit
237
voorzien
vorhersehen
238
precies
präzise
239
versleutelen
verschlüsseln
240
vibreren
vibrieren
241
tekstverwerking
Textverarbeitung
242
interval
Intervall
243
vooruitstrevend
fortschrittlich
244
sector
Sektor
245
sensor
Sensor
246
scharnier
Scharnier
247
opmeting
Vermessung
248
hefboom
Hebel
249
computer
Rechner
250
chemisch
chemisch
251
afgeven
abfärben
252
optisch
optisch
253
registreren
registrieren
254
reflecteren
reflektieren
255
verkenning
Erforschung
256
uitvinder
Erfinder
257
vettig
fettig
258
roesten
rosten
259
onderzoeker
Forscher
260
formule
Formel
261
verstellen
verstellen
262
parallel
parallel
263
aansteken
anzünden
264
aangeven
anzeigen
265
spiraal
Spirale
266
verdampen
verdunsten
267
verdampen
verdampfen
268
slijpen
schleifen
269
rechthoekig
rechtwinklig
270
verbranden
verbrennen
271
installatie
Installation
272
instelling
Einstellung
273
breekbaar
zerbrechlich
274
inspectie
Inspektion
275
roestig
rostig
276
nauwkeurigheid
Genauigkeit
277
sfeer
Sphäre
278
veer
Feder
279
geometrisch
geometrisch
280
product
Produkt
281
verspreiden
verbreiten
282
sluiting
Verschluss
283
even
gerade
284
regelaar
Regler
285
evaluatie
Auswertung