Decaleon7-DE-NL-B1 Verkehr und Tourismus Flashcards
Deutsch-Niederländisch Level B1 Export from Decaleon7 (202 cards)
1
Q
zich voortbewegen
A
sich fortbewegen
2
Q
stuurwiel
A
Lenkrad
3
Q
stuurinrichting
A
Lenkung
4
Q
boeg
A
Bug
5
Q
wegslepen
A
abschleppen
6
Q
tegemoetkomend verkeer
A
Gegenverkehr
7
Q
uitkomen
A
einmünden
8
Q
doorgang
A
Durchgang
9
Q
zwaailicht
A
Blaulicht
10
Q
koppeling
A
Kupplung
11
Q
sneltrein
A
Schnellzug
12
Q
knipperlicht
A
Blinker
13
Q
stoeprand
A
Bordstein
14
Q
ronde bergtop
A
Kuppe
15
Q
vrachtwagen
A
Lastkraftwagen
16
Q
rijden langs
A
entlangfahren
17
Q
rempedaal
A
Bremspedal
18
Q
uitmonding
A
Einmündung
19
Q
aftakking
A
Abzweigung
20
Q
streekvervoer
A
Nahverkehr
21
Q
halt
A
Halt
22
Q
promenade
A
Promenade
23
Q
wegrijden
A
losfahren
24
Q
omweg
A
Umweg
25
landing
Landung
26
alcoholtest
Alkoholtest
27
snorfiets
Mofa
28
navigatie
Navigation
29
bouwterrein
Baustelle
30
plaveisel
Pflaster
31
buiging
Biegung
32
ontkoppelen
auskuppeln
33
oldtimer
Oldtimer
34
erheen rijden
hinfahren
35
vertrekken
abfahren
36
wachtkamer
Wartesaal
37
automobiel
Automobil
38
koets
Kutsche
39
petroleum
Petroleum
40
personenauto
PKW
41
autoband
Autoreifen
42
afsluiting
Absperrung
43
motorbrandstof
Kraftstoff
44
afslaan
abbiegen
45
uitgang
Ausstieg
46
berijden
befahren
47
pedaal
Pedal
48
claxonneren
hupen
49
bestelwagen
Lieferwagen
50
handrem
Handbremse
51
vrachtwagen
LKW
52
niet-roker
Nichtraucher
53
perron
Bahnsteig
54
lezer
Leser
55
gordel
Gurt
56
bromfiets
Moped
57
retourkaartje
Rückfahrkarte
58
roker
Raucher
59
loopplank
Steg
60
de koppeling inschakelen
einkuppeln
61
chauffeur
Chauffeur
62
luchtvaart
Luftfahrt
63
nooduitgang
Notausgang
64
autokrik
Wagenheber
65
passage
Passage
66
opstijgen
abheben
67
stoomschip
Dampfschiff
68
tank
Tank
69
gebod
Gebot
70
afrit
Ausfahrt
71
snelheidsmeter
Tachometer
72
voertuig
Gefährt
73
vuurtoren
Leuchtturm
74
zijn gordel omdoen
sich anschnallen
75
gaspedaal
Gaspedal
76
sneltrein
Schnellzug
77
voetpad
Gehsteig
78
truck
Truck
79
stopbord
Stoppschild
80
waterweg
Wasserstraße
81
aanhangen
anhängen
82
matroos
Matrose
83
enkele reis
einfache Fahrt
84
komst
Eintreffen
85
trottoir
Trottoir
86
ontsteking
Zündung
87
vliegveld
Flugplatz
88
afladen
abladen
89
tweesprong
Abbiegung
90
vervoerbewijs
Fahrschein
91
coupé
Abteil
92
zinken
sinken
93
helikopter
Helikopter
94
anker
Anker
95
jeep
Jeep
96
ondergrondse
Untergrundbahn
97
autoweg
Schnellstraße
98
jerrycan
Kanister
99
koppelen
kuppeln
100
zeevaart
Seefahrt
101
jacht
Jacht
102
transportmiddel
Transportmittel
103
passagier
Fahrgast
104
reistarief
Fahrpreis
105
aanhangwagen
Anhänger
106
dienstregeling
Fahrplan
107
maximumsnelheid
Höchstgeschwindigkeit
108
aanhouden
anhalten
109
rijbaan
Fahrbahn
110
spatbord
Kotflügel
111
tweewieler
Zweirad
112
schijnwerper
Scheinwerfer
113
velg
Felge
114
spoor
Spur
115
verkeersteken
Verkehrszeichen
116
vertrektijd
Abfahrtszeit
117
wrak
Wrack
118
takeldienst
Abschleppdienst
119
sleepkabel
Abschleppseil
120
afsluiten
absperren
121
takelwagen
Abschleppwagen
122
zitplaats
Sitzplatz
123
automobilist
Kraftfahrer
124
cockpit
Cockpit
125
fietspad
Radweg
126
uitlaat
Auspuff
127
verkeersbord
Verkehrsschild
128
kofferbak
Kofferraum
129
stewardess
Stewardess
130
rondrijden
umherfahren
131
uitstappen
aussteigen
132
lopen
verlaufen
133
vlot
Floß
134
vlieger
Flieger
135
geblokkeerd
gesperrt
136
veldweg
Feldweg
137
roeiboot
Kahn
138
ondergaan
untergehen
139
reisdoel
Reiseziel
140
volgeboekt
ausgebucht
141
overnachten
übernachten
142
eenpersoonskamer
Einzelzimmer
143
serveren
servieren
144
grenspost
Grenzübergang
145
toerisme
Tourismus
146
spijskaart
Speisekarte
147
gastronomie
Gastronomie
148
rondreis
Rundreise
149
hoogseizoen
Hochsaison
150
vakantieganger
Urlauber
151
vreemdelingenverkeer
Fremdenverkehr
152
herberg
Herberge
153
bereizen
bereisen
154
ijssalon
Eisdiele
155
tweepersoonskamer
Zweibettzimmer
156
pension
Pension
157
naar huis rijden
heimfahren
158
mozaïek
Mosaik
159
thuisreis
Heimreise
160
rondrit
Rundfahrt
161
zaal
Saal
162
rondgang
Rundgang
163
afreizen
abreisen
164
monument
Monument
165
fastfood
Fastfood
166
reisbureau
Reisebüro
167
volledig pension
Vollpension
168
receptie
Rezeption
169
handbagage
Handgepäck
170
inreizen
einreisen
171
afreis
Abreise
172
proviand
Proviant
173
herinnering
Andenken
174
opbreken
aufbrechen
175
mededeling
Durchsage
176
doorreis
Durchreise
177
plattegrond
Stadtplan
178
tweepersoonskamer
Doppelzimmer
179
halfpension
Halbpension
180
terugweg
Rückweg
181
wegenkaart
Straßenkarte
182
tapkast
Theke
183
kroeg
Schenke
184
vakantiebestemming
Urlaubsziel
185
portier
Portier
186
hotelkamer
Hotelzimmer
187
reisgids
Reiseführer
188
reiziger
Reisender
189
uitreis
Ausreise
190
bistro
Bistro
191
bezichtiging
Besichtigung
192
zijn intrek nemen
absteigen
193
kost
Verpflegung
194
ruïne
Ruine
195
plaats van bestemming
Zielort
196
gids
Fremdenführer
197
wegrestaurant
Raststätte
198
fontein
Springbrunnen
199
ansichtkaart
Ansichtskarte
200
toeristisch
touristisch
201
rust
Rast
202
seizoen
Saison
