Embryologie hoofd/hals Flashcards

1
Q

Bij de ontwikkeling van de schedel ontstaat neurocranium en viscerocranium. Wat ontstaat uit elk?

A

neurocranium: bindweefsel
viscerocranium: kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer sluit de anterior Fontanelle? en wanneer de posterior Fontanelle?

A

Anterior: gedurende 2e levensjaar
Posterior: 3mnd postnataal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de medische term voor als het neurocranium niet goed sluit?

A

Craniosynostosis

(bijv een te groot voorhoofd of te breed hoofd, verschillende vormen hoef je niet te kennen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Alle vertebraten (en dus ook mensen) ontwikkelen kieuwbogen en kieuwspleten. Waar zijn deze een restant van?

A

kaakloze vissen met kieuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar bevinden zich de kieuwzakjes

A

Dit zijn de ‘groeven’ aan de binnenkant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe veel kieuwbogen ontstaan er?

A

5
1-4 + 6

de 5e vormt niet of heel kort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt de eerste kieuwboog ook wel genoemd?

A

Mandibular (maxillary and mandibular process)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt de tweede kieuwboog ook wel genoemd?

A

Hyoid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke zenuw is nauw betrokken met de eerste Mandibular kieuwboog?

A

N.V: Trigeminus (maxillary and mandibular subdivisions)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke zenuw is betrokken bij de tweede Hyoid kieuwboog?

A

N.VII: Facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke zenuw is betrokken bij de derde kieuwboog?

A

N.IX: glossopharyngeal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke zenuw is betrokken bij de 4e/6e kieuwboog?

A

X.Vagus
- superior laryngeal branch (to fourth arch)
- recurrent laryngeal branch (to sixth arch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke spieren zijn betrokken bij de eerste kieuwboog?

A

Kaakspieren (temporal, masseter, medial, lateral pterygoids), mylohoid, anterior belly of digastric, tensor palatine, tensor tympani

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke spieren zijn betrokken bij de tweede kieuwboog?

A

Gezichts-mimiekspieren (buccinator, auricularis, frontalis, platysma, orbicularis iris, orbicularis oculi) posterior belly of digastric, stylohyoid, stapedius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke spieren zijn betrokken bij de derde kieuwboog?

A

Stylopharyngeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke spieren zijn betrokken bij de 4e/6e kieuwboog?

A

Cricothyroid, levator palatine, contrictors of pharynx (4)
Intrinsic muscles of larynx (6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke botten zijn betrokken bij de eerste kieuwboog?

A

Premaxilla, maxilla, zygomatic bone, part of temporal bone, Meckel cartilage, mandible malleus, incus, anterior ligament of malleus, sphenomandibular ligament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke botten zijn betrokken bij de tweede kieuwboog?

A

Stapes, styloid process, stylohyoid ligament, laser horn and support portion of body of hyoid bone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke botten zijn betrokken bij de derde kieuwboog?

A

Greater horn and lower portion of body of hyoid bone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke botten zijn betrokken bij de 4e/6e kieuwboog?

A

Laryngeal cartilages (thyroid, cricoid, arytenoid, corniculate, cuneiform)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Ik raad aan om naar dia 15 + 16 + 17 te kijken van de powerpoint!

A

heerlijk visueel plaatje 😊

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat vormt de eerste kieuwspleet?

A

Externe gehoorgang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat vormt de tweede kieuwspleet?

A

(transient) lateral cervical sinus (doordat de kieuwboog ‘om de holte heen groeit’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat ontstaat er als er een restant is van de sinus cervicalis (2e kieuwspleet die dus niet goed sluit)

A

Een laterale halscyste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat ontstaat uit het eerste kieuwzakje?

A

Cavitas tympani + tuba auditiva

26
Q

Wat ontstaat uit het tweede kieuwzakje

A

Tonsillen

27
Q

Wat ontstaat uit het derde kieuwzakje

A

onderste bijschildklieren en thymus

28
Q

Wat ontstaat uit het vierde kieuwzakje

A

de bovenste bijschildklieren

29
Q

Wat ontstaat uit het ‘vijfde’ kieuwzakje (kan ook stellen dat dit uit de 4e komt)

A

C-cellen schildklier

30
Q

De kieuwzakjes moet ‘migreren’ om de schildklier te bijschildklieren te vormen. Hoe heet de gang die hiermee wordt gevormd?

A

Ductus thyroglossus

31
Q

Welke afwijking ontstaat door een restant van de ductus thyroglossus?

A

Mediane halscyste

32
Q

Kijk goed naar fig 9.7 uit netters

A

Ook wel dia 24 van pp

33
Q

Er ontstaan 5 ‘primordia’ in de 4e week die uiteindelijk het aangezicht gaan vormen. Wat zijn deze 5 structuren?

A

the frontal prominence (waaruit twee nasal placodes zullen ontstaan), two maxillary prominences and two mandibular prominences

34
Q

Aan het begin van de 6e week is er een medial nasal process, lateral nasal process en maxillary en mandibular prominence. Welke strutuur(en) zullen fuseren?

A

De medial nasal process (vormt de inter maxillary process en philtrum)

35
Q

Wat doen de choanae?

A

Zorgen voor een opening tussen de neusschelpen en de nasopharynx

36
Q

Wat zijn conchae?

A

neusschelpen

37
Q

Stelling: het gehemelte bestaat uit twee delen die moeten fuseren

A

Klopt

38
Q

Stelling: het neustussenschot bestaat uit twee delen die moeten fuseren

A

Niet waar (neustussenschot bestaat al sinds het ‘begin’)

39
Q

Wat ontstaat er als de vorming van het palatum en neus septum niet goed gaat?

A

Schisis (verschillende typen hoef je niet te kennen)

40
Q

Uit wat voor type weefsel ontstaat het oor? (ecto-, meso- endoderm)

A

Ectoderm (uit de oorplacode)

41
Q

Wat ontstaat uit het oorblaasje?

A

Evenwichtsorgaan en slakkenhuis

42
Q

Waar ontstaat het trommelvlies uit

A

The first pharyngeal membrane and is thus composed of pharyngeal cleft ectoderm and pharyngeal pouch ectoderm + neurale lijstcellen (hoef je niet exact te weten)

43
Q

Welke hersenzenuw loopt door het oor?

A

N.VII: facialis

44
Q

Uit de eerste en tweede kieuwbogen ontstaat 6 ‘auriculaire heuvels’ wat vormen deze?

A

De auricula

45
Q

Weet dat de ontwikkeling van het buitenoor verkeerd kan gaan. Zie bijv dia 34 voor inspiratie

A

hoef je niet exact te kennen

46
Q

Wat is de primordia van het auricle?

A

mesenchym van 1e en 2e kieuwbogen

47
Q

Wat is de pimordia van de externe auditor meatus

A

eerste kieuwspleet (ectoderm

48
Q

Wat is de primordia van het middenoor, auditor tube en mastoir air cells/

A

Eerste kieuwzakje (endoderm0

49
Q

Wat is de primordia van de cochlea en vestibular apparatus?

A

otic placide / otocyst (ectoderm)

50
Q

Wat is de primordia van de tympanic membrane

A

eerste pharyngeale membrane (ectodemr/endoderm) met intervening mesenchyme

51
Q

Wat is de primordia van ear ossicles?

A

eerste en tweede kieuwboog kraakbeen (incus + malleus 1e, stapus 2e)

52
Q

Wat is de primordia van de temporal bone?

A

Occipital sclerotomes (mastoid and petrous parts), tweede kieuwboog kraakbeen (styloid process) en eerste kieuwboog mesenchym

53
Q

Take home questions:
wanneer sluiten de verschillende schedelnaden?

A

Anterior frontanelle: gedurende 2e levensjaar
Posterior frontanelle: 3mnd postnataal

54
Q

Take home questions:
Wat zijn de derivaten van de kieuwbogen, kieuwspleten en kieuwzakjes?

Wat zijn deze voor de eerste kieuwboog, kieuwzakje en kieuwspleet?

A

1e kieuwboog: n.V, gehoorbeentjes (incus, malleus), ligamentum sphenomandibulaire

1e kieuwzakje: middenoor en buis van Eustachius

1e kieuwspleet: gehoorgang en trommelvlies

55
Q

Take home questions:
Wat zijn de derivaten van de kieuwbogen, kieuwspleten en kieuwzakjes?

Wat zijn deze voor de tweede kieuwboog, kieuwzakje en kieuwspleet?

A

2e kieuwboog: NVII, stapes, proc styloideus en lig stylohyoideus, tongbeen

2e kieuwzakje: keelamandel

2e kieuwspleet: verdwijnt (eventuele laterale halscyste)

56
Q

Take home questions:
Wat zijn de derivaten van de kieuwbogen, kieuwspleten en kieuwzakjes?

Wat zijn deze voor de derde kieuwboog, kieuwzakje en kieuwspleet?

A

3e kieuwboog: N.IX, onderzijde tongbeen, m. stylopharyngeus

3e kieuwzakje: bijschildklier en thymus

3e kieuwspleet: verdwijnt (eventuele laterale halscyste)

57
Q

Take home questions:
Wat zijn de derivaten van de kieuwbogen, kieuwspleten en kieuwzakjes?

Wat zijn deze voor de vierde kieuwboog, kieuwzakje en kieuwspleet?

A

4e kieuwboog: N.X, strottenhoofd en stembanden

4e kieuwzakje: bovenste bijschildklier, thymus, schildklier

4e kieuwspleet:
verdwijnt (eventuele laterale halscyste)

58
Q

Take home questions:
Wat zijn de derivaten van de kieuwbogen, kieuwspleten en kieuwzakjes?

Wat zijn deze voor de 5e/6e kieuwboog, kieuwzakje en kieuwspleet?

A

6e kieuwboog: N.X (n. laryngeus recurrent), vormt geen structuren

6e kieuwzakje: fuseert met 4e zakje (bijschildklier)

6e kieuwspleet NIET

59
Q

Wat zijn de embryologische achtergronden van de laterale en mediane halscyste?

A

Mediale halscyste: ductus thyroglossus
laterale halscyste: 2e, 3e of 4e kieuwboog

60
Q

Welke embryologische processen zijn verstoord bij het ontstaan van schisis?

A

Niet goed sluiten of openen van het gehemelte, kaak en neustussenschot

61
Q

Take home questions: Waaruit ontstaan de verschillende onderdelen van het oor?

A

zie vorige vragen