Farmacologie Parkinson Flashcards

(15 cards)

1
Q

Anticholinergica

A

Vooral gunstig effect op tremoren.
- Oud: alkaloïden (atropine, scopolamine). Deze hebben veel bijwerkingen:
o Obstipatie, droge mond, mydriasis, verslapping blaassphincter
- Nieuw: synthetisch (orfenadrine = DISIPAL, trihexyfenidyl = ATRANE)  voornamelijk centraal werkzaam, dus minder perifere bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Amantadine (Symmetrel)

A

Antiviraal middel dat tevens als glutamaat (NMDA) receptor antagonist fungeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voordeel amantadine

A

snel effect, vooral op rigiditeit en akinesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nadelen amantadine

A

o Na 8-9 maanden uitgewerkt
o Misselijkheid
o Anticholinerge + centrale effecten
o Veroorzaakt livedo reticularis (vlekkerige uitslag op de benen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

L-Dopa = levodopa

A

Is een precursor van dopamine. Je geeft niet direct dopamine omdat het niet zomaar de bloed-hersenbarriere kan passeren.
- Combinatie met decarboxylaseremmer geven! (benserazide = MADOPAR; carbidopa = SINEMET). Dit moet niet de bloed-hersenbarriere passeren, het voorkomt dat dopamine perifeer snel wordt afgebroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Perifere bijwerkingen levodopa

A

 Misselijkheid (geef domerpidon = MOTILIUM). Werkt op D2 receptoren
 Anorexie
 Hypotensie
 Hartritmestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

centrale bijwerkingen levodopa

A

 Dyskinesie
 On-off fenomeen
 Hallucinaties, opwinding, nachtmerries
Je moet proberen om de plasmaspiegel zo constant mogelijk te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn pramipexol (SIFROL) en ropirinol (REQUIP)?

A

D2 agonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn apomorfine en pergolide (PERMAX)?

A

D1 en D2 agonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is bromocriptine (PARLODEL)

A
  • D1 antagonist
  • D2 agonist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

apomorfine

A
  • Braakmiddel (combineer met MOTILIUM)
  • Werkt zeer snel (binnen 15 minuten) bij off-periode
  • Verbetert vooral rigiditeit en tremor
  • Evt. nasale of subcutane toediening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bijwerkingen D2 agonisten

A
  • Misselijkheid en braken
  • Hypotensie
  • Centraal
    o Verwardheid
    o Hallucinaties
  • Retroperitoneale fibrose bij chronische toepassing (zeldzaam)
  • Voordeel tov levodopa: langere halfwaardetijd  minder fluctuaties in bloedspiegels  minder last van on-off fenomeen en dyskinesie
  • Nadeel tov levodopa: minder effectief betreffende rigiditeit en hypokinesie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

MAOb remmer: Selegiline

A
  • Selegiline zorgt voor toename van de dopamine concentratie
  • Effectief MPTP geinduceerde Parkinson: neuroprotectie?
  • Aanwijzingen voor oversterfte niet bevestigd in meta-analyse
  • Bijwerkingen: hallucinaties, slapeloosheid, misselijkheid, bloeddrukschommelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

COMT remmer

A

Entacapone remt omzetting van L-DOPA in 3-methoxy-4hydroxyl-L fenylalanine, halfwaardetijd van L-dopa gaat omhoog hierdoor.
- Combineren met decarboxylaseremmer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly