VO. Vergeetachtigheid Flashcards
(23 cards)
dementie
Syndromale en klinische diagnose gekenmerkt door:
- Cognitieve stoornissen
- Interferentie met ADL
- Progressief beeld
Dementie wordt veroorzaakt door >50 hersenaandoeningen/ziekten.
- Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, Lewy body dementie en Parkinson dementie
neuropsychologisch onderzoek doel
Is voor het objectiveren van cognitieve stoornissen middels testonderzoek. Daarmee:
- Vaststellen syndroomdiagnose dementie (zijn er 1 of meer cognitieve stoornissen)
- Bijdragen aan diagnose van de onderliggende vorm van dementie (Alzheimer, Lewy body etc.)
Alzheimer
initiele symptomen: geheugenverlies
cognitief profiel: episodisch geheugen
neuropsychiatrie: apathie, agitatie, angst
vasculaire dementie
initiele symptomen: vaak, maar niet altijd plotseling apathie, vallen
cognitief profiel: vertraging executieve functies, relatief gespaard geheugen
neuropsychiatrie: apatie, wanen, angst
Lewy Body
initiele symptomen: visuele hallicinaties, REM slaapstoornis, parkinsonisme
cognitief profiel: visuoconstructie frontaal/executief, relatief gespaard geheugen
neuropsychiatrie: visuele hallucinaties, depressie, slaapstoornissen, wanen
FTD
initiele symptomen: Gedragsveranderingen, verminderd inzicht, taal/spraak problemen
cognitief profiel: Executieve functies, sociale cognitie, taal
neuropsychiatrie: Ontremming, apathie, agitatie, euforie, verminderd empathie
Principes NPO
- Informeel: anamnese – heteroanamnese – gedragsobservaties
o Hoe presenteert iemand zich?
Contactname, klachten, inzicht en besef, uiterlijk, gedrag, stemming, affect
o Taal
Begrip, vloeiendheid, woordvinding, clichematige uitdrukkingen, inhoud, parafasieën
o Inschatting aandacht/concentratie/geheugen
Afleidbaarheid, fluctuaties, concentratie testonderzoek, testinstructies vasthouden
o Motoriek
o Tempo (denken, handelen) - Formeel: psychometrisch testonderzoek – uitslagen
domeinen
- Orientatie
- Geheugen
- Executieve functies
- Taal
- Aandacht/concentratie/mentale stoornissen
- Visuoconstructief/ruimtelijk inzicht
anamnese/heteroanamnese
- Uitvragen klachten en beloop
- Beeld krijgen van (problemen) in cognitieve domeinen
- Beeld krijgen van functioneren thuis (is er sprake van interferentie met dagelijkse bezigheden)
Bij een vermoeden op dementie kunnen de anamnese en hetero-anamnese duidelijk verschillen - Als gevolg van beperkt ziektebesef/inzicht
cognitieve screening
MMSE meest gebruikte test, wordt vaak door neuroloog of geriater zelf afgenomen voordat NPO wordt aangevraagd. Score is afhankelijk van leeftijd en opleidingsniveau.
- Bruikbaar om snel een indruk te krijgen van een aantal cognitieve functies, o.a. oriëntatie, geheugen, visuoconstructie, taal
- Niet mogelijk om alleen op MMSE score een diagnose te stellen
- Niet bruikbaar voor detecteren van alle vormen van dementie vooral voor Alzheimer
o Bijv. met atypische presentatie zoals FTD
o Heel talig, kan bij taalpresentaties daarom erg gedrukt zijn
declaratief geheugen
- Episodisch geheugen (specifieke tijds- en plaatscontext) specifiek voor jou
o Inprenting (consolideren)
o Vasthouden
o Opdiepen - Semantisch geheugen (niet tijd- en contextgebonden)
o Woordenschat (wat is een brug)
o (actuele) feitenkennis (wie is onze koning)
procedureel geheugen
- Handelingen, vaardigheden (fietsen, lezen)
waarmee kan je het vasthouden en opdiepen van geheugen testen?
15 woorden test
Probeer zoveel mogelijk woorden te reproduceren de volgorde maakt niet uit.
- De lijst met woorden wordt 5x voorgelezen; totaal score is totaal onthouden woorden
- Na 15 min is er recall en herkenning
Zegt iets over het vasthouden en opdiepen van het geheugen.
executieve functies
Hogere controle functies van de hersenen: controlekamer
- Planning en organisatie
- Beslissingen nemen
- Fouten monitoren
- Remmen van gedrag
- Doen van meerdere dingen tegelijk
- Schakelen binnen en tussen handelingen
- Overzicht bewaren (auto, koken)
Testen hiervoor zijn de trail making test (conceptshifting) en de stroop kleur woord test (responsinhibitie). Een complexere test is the tower of london test. Je krijgt een plaatje te zien en je moet de blokjes dan goed neerleggen. Een andere test is de brixton spatial anticipation test. Je moet dan zeggen waar de stip zou moeten komen.
Waarop beoordeel je taal
- Benoemen
- Woordvinding
- Patafasieën
- Woordvloeiendheid
- Syntaxis (grammatica)
- Semantiek (taalbegrip)
- Naspreken
- Lezen/schrijven
- Spraakapraxie/dysartrie
visuoconstructieve vaardigheden
- Natekenen
- Construeren klok tekenen (Alzheimer, vasculaire dementie)
- Ruimtelijk inzicht
waarneming testen
Judgement of line orientation
sociale cognitie
Vermogen om sociaal gedrag te herkennen, te interpreteren en daar gepast op te reageren. Je moet kunnen begrijpen dat anderen anders kunnen denken (theory of mind), hier zijn geen goede testen voor.
casus:
- Vergeetachtigheid toegenomen tov onderzoek 2 jaar geleden
- Autorijden gaat minder (langer nadenken en oriëntatie)
- Meer moeite met nieuwe dingen leren (bijv. telefoon)
- Doet bankzaken en werkt in de moestuin
- Echtgenote vindt meneer meer afhankelijk en bemerkt afname in interesse
Er zijn milde cognitieve stoornissen, maar in 2 jaar geen achteruitgang op NPO
geen dementie
casus:
Veranderingen sinds een jaar, als eerste opvallend: problemen tijdens bridgen. Patiënte bemerkt geen problemen bij vrijwilligerswerk. Wantrouwig naar omgeving. Aandacht en concentratie goed, de rest onder de maat.
Alzheimer
casus
Geeft geen antwoord op de vragen, herhaalt alles meerdere keren. Praat veel over de arts heen. Bij het proberen uit te voeren van neurologisch onderzoek slaat zij arts weg en gaat ze giechelen.
Ze kan geen antwoord geven op de vragen van de MMSE, een NPO heeft nu geen zin want de testen kan zij niet uitvoeren. Dit is te ver gevorderd en er zullen andere onderzoeken gedaan moeten worden (MRI). Opvallend is het preservatieve gedrag (veel herhaling). Je zult de dementie moeten proberen te behandelen.
casus
Er lijkt een motorische spraakcomponent in te zitten waardoor er moeite is met spreken, er is traagheid in het denken. Er is een mimiekarm gelaat (maskerachtig). Bij het tekenen van de klok is er al moeite om de dop van de pen te halen, er is dus duidelijk apraxie. Op de NPO is het nog best redelijk en er is geen achteruitgang tov 2 jaar eerder.
vasculaire dementie