Geschiedenis Begrippen H5 En H6 Flashcards
(34 cards)
Bourgeoisie
(Hoge burgerij) groep van rijke burgers
Industrialisatie
Uitbreiding van de industrie
Industrie
Productie in fabrieken
Industrieel kapitalisme
Kapitalisme waarin ondernemers in de industrie de leiding nemen
Industriële revolutie
Ingrijpende verandering in de productiemethoden, waarbij handarbeid wordt vervangen door machines.
Industriële samenleving
Samenleving waarin meer dan de helft van de bevolking in steden woont en de meeste mensen werken in industrie en diensten.
Moderne tijd
Vijfde periode (1800-heden)
Sector
Deel van de economie, zoals de landbouwsector, industriesector en dienstensector.
Tijd van burgers en stoommachines
Achtste tijdvak (1800-1900)
Ideologie
Geheel van ideeën over de samenleving
Klasse
Bevolkingsgroep
Politieke partij
Organisatie die vanuit bepaalde ideeën probeert invloed te hebben op het bestuur
Productiemiddel
Hulpmiddel van productie
Recht van initiatief
Leden van de tweede kamer mogen een wetsvoorstel indienen
Sociale kwestie
Het probleem van de slechte leef en werkomstandigheden van de arbeiders
Sociale wet
Wet voor steun aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen
Socialist
Iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid
Uitbuiten
Misbruik maken
Vakbond
Organisatie van werknemers
Anticonceptiemiddel
Middel om zwangerschap te voorkomen
Bijzondere school
Niet-openbare school
Confessionelen
Mensen die in de politiek uitgaan van het christelijke geloof
Conservatief
Iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden
Discriminatie
Onderscheid maken tussen mensen met de bedoeling iemand of een groep achter te stellen