Geschiedenis Begrippen H5 En H6 Flashcards

(34 cards)

1
Q

Bourgeoisie

A

(Hoge burgerij) groep van rijke burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Industrialisatie

A

Uitbreiding van de industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Industrie

A

Productie in fabrieken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Industrieel kapitalisme

A

Kapitalisme waarin ondernemers in de industrie de leiding nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Industriële revolutie

A

Ingrijpende verandering in de productiemethoden, waarbij handarbeid wordt vervangen door machines.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Industriële samenleving

A

Samenleving waarin meer dan de helft van de bevolking in steden woont en de meeste mensen werken in industrie en diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Moderne tijd

A

Vijfde periode (1800-heden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sector

A

Deel van de economie, zoals de landbouwsector, industriesector en dienstensector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tijd van burgers en stoommachines

A

Achtste tijdvak (1800-1900)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ideologie

A

Geheel van ideeën over de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klasse

A

Bevolkingsgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Politieke partij

A

Organisatie die vanuit bepaalde ideeën probeert invloed te hebben op het bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Productiemiddel

A

Hulpmiddel van productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Recht van initiatief

A

Leden van de tweede kamer mogen een wetsvoorstel indienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sociale kwestie

A

Het probleem van de slechte leef en werkomstandigheden van de arbeiders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sociale wet

A

Wet voor steun aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen

17
Q

Socialist

A

Iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid

18
Q

Uitbuiten

A

Misbruik maken

19
Q

Vakbond

A

Organisatie van werknemers

20
Q

Anticonceptiemiddel

A

Middel om zwangerschap te voorkomen

21
Q

Bijzondere school

A

Niet-openbare school

22
Q

Confessionelen

A

Mensen die in de politiek uitgaan van het christelijke geloof

23
Q

Conservatief

A

Iemand die in de politiek streeft naar behoud van bestaande toestanden

24
Q

Discriminatie

A

Onderscheid maken tussen mensen met de bedoeling iemand of een groep achter te stellen

25
Emancipatie
Toekenning van gelijke rechten
26
Feminist
Iemand die streeft naar gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen.
27
Kiesstelsel
Manier waarop het kiesrecht is geregeld
28
Schoolstrijd
Strijd over het betalen van het bijzonder onderwijs door de overheid (tot 1917)
29
Vooroordeel
Mening die niet op feiten is gebaseerd
30
Communicatierevolutie
Grondige verbetering van middelen om informatie uit te wisselen en vast te leggem
31
Grammofoon
Instrument waarmee geluid wordt weergegeven dat op een schijf is vastgelegd.
32
Schrijfmachine
(Typemachine) toestel waarmee met druktoestsen en inkt letters op papier worden gezet
33
Telegraaf
Instrument waarmee berichten worden overgebracht met elektrische signalen via koperdraad
34
Transportrevolutie
Grondige verbetering van wegen en vervoermiddelen