hc 1 Flashcards

(44 cards)

1
Q

definitie wetenschapsfilosofie

A

filosofische reflectie op wat wetenschap is, doet en aan kennis genereert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

psychologie valt onder

A

wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is nodig

A

kennis, kunde en karakter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kennis

A

wat is wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kunde

A

kunde om kritisch te reflecteren op vragen als: is psychologie wel een wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

karakter

A

bereiken van iets, goede wetenschappers, goede psychologen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom betere psychologen, weteschappers, etc

A

we willen van student naar understanding society, naar advancing society

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

understanding society

A

goed opgeleiden samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

advancing society

A

samenleving vooruit brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m.b.t. deze kwesties 2 posities ingenomen

A
  1. rationalisme
  2. het empirisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

epistemologie

A

kennisleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 vragen epistemologie

A
  1. wat is (zekere) kennis
  2. hoe kunnen we die kennis rechtvaardigen
  3. wat is de bron van kennis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

scepticisme

A

er is geen kennis mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

empirisme

A

echte kennis is afkomstig van zintuigelijke ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

socrates was

A

sceptisist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rationalisme

A

echte kennis is afkomstig van de ratio, de rede en het verstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rationalisme en empirisme beiden tegen

A

scepticisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gedachtes plato

A

je doet nooit nieuwe kennis op, wordt geboren met alle kennis, bron van kennis is de ratio

9
Q

rationalisme centrale bewering

A

echte kennis komt (deels) voort uit het goed gebruiken van je verstand (ratio)

9
Q

plato

10
Q

rationalisme geassocieerde bewering

A

er bestaat ingeboren kennis (= nativisme)

11
Q

anamnesis

A

leren is herinneren

12
Q

reincarnatie plato

A

je wist voor je geboorte alle echte kennis, maar die ben je vergeten bij geboorte

13
Q

doxa

A

overtuigingen, meningen

14
uitspraak plato episteme en doxa
kennis is een ware en gerechtvaardigde overtuiging
15
heraclitus
- panta rhei (alles stroomt) - als alles in onze wereld continu veranderd, dan is er niets - kunnen alleen doxa verwerven en geen episteme
16
plato's allegorie van de grot
- ideeen & vormen staan los in een ideeen & vormen wereld - ziel is verwant aan die ideeen - kennis verwerven is daarmee je ideeen herinneren
17
meno
- slecht voorbeeld - dit rationalisme erg extreem
18
empiristen centrale beweging
bron van kennis in ervaring opgedaan en is dus zintuigelijk waarneembaar
19
empiristen geassocieerde beweging
als kennis uit de ervaring via de waarneming voortkomt, is er geen aangeboren kennis
20
empiristisch
- empiristisch verwijst naar empirisme - empiristisch staat tegenover rationalisme
21
empirisch
- verwijst naar de wetenschappelijke methode - empirisch staat tegenover hypothetisch of louter theoretisch
22
Aristoteles
empirist
23
Aristoteles verwerpt plato's twee werelden theorie
er is slechts een wereld en die is met de zintuigen waar te nemen
24
tabula rasa
afwijzing van ingeboren ideeen
25
aristoteles geen echte empirist
enkele rationele elementen
26
inductie
- van het concrete naar het universele - op basis van een aantal maar nooit alle
27
problemen inductie
- hoe weet je dat vb: iedereen sterfelijk is
28
oplossing inductie artistoteles
- inductie slechts eerste stap - je moet via onfeilbare intellectuele capaciteiten van de geest (nous) inzien dat abstracties noodzakelijke waarheden zijn
29
intuitieve inductie
inzicht (=je moet via onfeilbare intellectuele capaciteiten van de geest (nous) inzien dat abstracties noodzakelijke waarheden zijn)
30
Aquino
probeerde de christelijke leer met de opvattingen van Aristoteles te verenigen
31
proces van ontstaan en ontgaan (voorbeeld)
- Aristoteles had het over stof en vorm - stof is een aanleg in iets -pas door de vorm wordt het werkelijk iets - beeld kan ook weer stuk
32
aquino ziet Aristoteles als
onbewogen beweger (= de eerste oorzaak)
33