hc 10 Flashcards
(15 cards)
1
Q
evolutie door natuurlijke selectie
A
1) willekeurige genetische variatie door mutatie
2) erfelijkheid
3) selectie
2
Q
reproductie
A
- proces waarbij genen organisme gebruiken om zoveel mogelijk copieeen te maken van zichzelf
3
Q
systeem 1
A
- snel en zuining systeem
- automatisch intiutief denksysteem
- niet bewust
4
Q
systeem 2
A
- bewust denksysteem
- gaat trager en wat meer moeizaam
5
Q
feilbaarheid van systeem 1
A
1) heuristieken
2) errormanagement
3) mismatch
6
Q
heuristieken
A
- eenvoud boven complexiteit
7
Q
error management
A
- meer fouten maken om dure fouten te voorkomen
8
Q
mismatch
A
- systeem 1 is gedateerd
9
Q
the gamblers fallacy
A
- neiging van gokkers om na bijvoorbeeld 3 keer rood, in te zetten op zwart, ookal blijft de kans 1 op 2
10
Q
conclusie
A
- systeem 1: feilbaar
- systeem 2: lui, wel kritisch denken
11
Q
systeem 2 ook niet altijd betrouwbaar
A
1) confirmation bias
2) overconfidence bias
3) sociale omgeving
12
Q
sociale omgeving
A
- waarheid is niet langer een middel
- systeem 1 en zelfbedrog (liegen, zelfoverschatting)
13
Q
derde bron irrationaliteit
A
- emoties
14
Q
emotie
A
- emotie als drijvende kracht, cognitie als sturende kracht
- the affect heuristic
- ingroup - outgroup bias
15
Q
the affect heuristic
A
- laten leiden door een bepaald gevoel