hc 6 Flashcards
(34 cards)
constructivisme
- je maakt/construeert de feiten
relativisme
- als je constructivisme accepteert, is de wereld dus afhankelijk van hoe jij die feiten geconstrueerd hebt (relativisme)
Wittgenstein 2
- betekenis van een woord is afhankelijk van de context
Wittgenstein 1
de betekenis van een woord is afhankelijk van de referentie
empiristisch argument voor prive taal
premisse 1: betekenis is afhankelijk van de referentie
premisse 2: psychologische termen verwijzen naar subjectieve toestanden
premisse 3: inverted spectrum
premisse 1
- betekenis is afhankelijk van referentie
premisse 2
- psychologische termen verwijzen naar subjectieve toestanden
premisse 3
- inverted spectrum
conclusie premisses
- alleen ik weet waar mijn psychologische termen naar verwijzen
prive-taal volgt dus uit
1) de premissen
2) ervaring als bron van kennis
tegenargumenten Wittgenstein
- taalspelen kennen regels en is dus publiek toegankelijk
- bv: grammatica
conclusies prive-taal
- als regels radicaal veranderbaar zijn, zou je jezelf niet meer begrijpen: er kan geen prive-taal zijn
Thomas Kuhn
- wetenschapsfilosoof
Kuhn en dermarcatiecriterium
- geeft ons nog geen criterium
- kritisch rationalist
- Kuhn wilt beschrijven hoe wetenschap zich ontwikkeld, hoe komen thorieen tot stand
vb paradigma: Newtons mechanica
- de hele natuur moet worden verklaard als een mechanisch systeem waarvan de werking onderhevig is aan alle krachten en dat gehoorzaamt aan de bewegingswetten van Newton
fase (0) voorwetenschappelijke methode
- ongeorganiseerde verscheidenheid aan activiteiten
- nog geen structuur, geen educatief verband of activiteit die de naar wetenschap verdiend
(1) normale wetenschap
- paradigma geaccepteerd
(2) abnormale wetenschap
- teveel problemen -> vertrouwencrirsis
- crisis is begin van abnormal science
2 manieren hoe je abnormal science afsluit
1) terug (problemen opgelost)
2) via wetenschappelijke revolutie
(3) wetenschappelijke revolutie
- ontstaat vaak bij iemand die de crisis doordrongen is
- nieuw paradigma is niet verenigbaar met oud paradigma
- wetenschappers gaan in wetenschappelijke revolutie over nieuwe paradigma
Claudius Ptolomeus
- geocentrische astronomie
- perfecte cirkelbewegingen
coperincus
- zette zon in het midden, paradigma veranderde
Kuhn groei van kennis
- groei van kennis enkel binnen een paradigma
- geen groei als paradigma’s aan elkaar afwisselen
kenmerken revolutie
- radicale overgang van paradigma