hc 8 Flashcards

(30 cards)

1
Q

constructivistisch & realist empirisme eens

A
  • domein 1) het met de zintuigen waarnemen
  • domein 2) het met instrumenten waarneembare, dat ook op die manier is waargenomen
  • domein 3) het met instrumenten waarneembare, dat nog niet is waargenomen
  • domein 4) het principieel onwaarneembare
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

domein 1

A
  • het met de zintuigen waarnemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

domein 2

A
  • het met instrumenten waarneembare, dat ook op die manier is waargenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

domein 3

A
  • het met instrumenten waarneembare, dat nog niet is waargenomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

domein 4

A
  • het principieel onwaarneembare
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat accepteren wetenschappelijke realisten?

A

1) een wetenschappelijke theorie zegt iets over de werkelijkheid
2) er zijn goede redenen om aan te nemen dat die theorie waar is
3) er is wetenschappelijke vooruitgang mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1 wetenschappelijke realisten

A
  • een wetenschappelijke theorie zegt iets over de werkelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 wetenschappelijke realisten

A
  • er zijn goede redenen om aan te nemen dat die theorie waar is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 wetenschappelijke realisten

A
  • er is wetenschappelijke vooruitgang mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

inference to the best explenation

A
  • abductie
  • wetenschappelijke realist die van het succes naar de waarheid van de wetenschappelijke theorie redeneert maakt hiervan gebruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

heel vaak van IBE naar IOE

A

heel vaak van de beste optie naar de enige optie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

method of science

A
  • de wetenschappelijke methode levert kennis die onafhankelijk is van smaak en geldt voor iedereen
  • hier zit wel een realistische aanname achter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

2e argument tegen: IBE/IOE

A
  • wat als een bepaalde hypothese niet opgesteld zou zijn die juist de juiste is
  • dan zullen ze nog steeds de beste verklaring accepteren
  • the best of a bad lot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

conclusie

A
  • debat tussen realisten en anti-realisten niet voorbij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de scepticus

A
  • je kan eigenlijk nooit kennis verkrijgen, omdat je nooit rechtvaardigheden kan geven
  • algemene beweringen die te verklaren -> inductieprobleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

pragmatist

A
  • koppelt kennis of beliefs aan handelen
  • aan handelen zie je wat iemand overtuigingen zijn
17
Q

Peirce maakt onderscheid tussen

A

1) paper doubt
2) living doubt

18
Q

paper doubt

A
  • op papier kan je alles zetten wat je wilt; twijfelen of mensen echt bestaan
  • maar twijfel je dan echt aan iemand bestaan?
19
Q

living doubt

A
  • twijfel die oncomfortabel voelt
  • je wilt van je irritatie van twijfel afkomen zodat je weer kan handelen
  • m.a.w. je wilt je overtuigingen vastleggen -> fixation of beliefs
20
Q

fixation of beliefs

A
  • overtuigingen vastleggen
21
Q

method of tenacity

A
  • je blijft weg van de dingen die je mogelijk aan het twijfelen brengen
  • sociaal gezien niet mogelijk; andere beïnvloeden jouw opvattingen
22
Q

method of authority

A
  • je gaat ervan uit dan de autoriteiten in een groep weten hoe het zit
  • altijd mensen die zich af gaan vragen waarom ze geloven wat ze geloven
23
Q

a priori method

A
  • je gaat op zoek naar de waarheden die onweerlegbaar zijn & bouwt dan daaruit de rest op
  • waarom accepteer je de ene bewering dan wel en de andere niet?
24
Q

Naturalisme

A
  • mensen zijn natuurlijk geevolueerde wezens
  • ontdekking van de wetenschap
  • moet het meenemen in het oplossen van problemen
25
Quine
- kennis als gefundeerd bouwwerk is niet mogelijk
26
doel is veranderd
- willen niet langer kennis op zekere grond rechtvaardigen; - we willen weten hoe mensen kennis opdoen over de wereld: eventuele fouten leiden tot betere theorien etc.
27
genaturaliseerde epistemologie
- replacing traditional epistemology with the psychological study of how we reason
28
epistemologie behoort nu tot
- psychologie en daarmee ook wetenschap
29
conclusie
- niets is zeker - goede redenen zijn feitelijk nooit redenen waardoor we 100% zeker zijn, in wetenschap is niks zeker - is geen scepticisme
30