hc 3 Flashcards

(55 cards)

1
Q

Psychodynamische psychotherapie gaat ervan uit dat

A

ziektes van de geest ontstaan door het
onbewuste. Hierdoor wordt er gefocust op het onderzoeken en begrijpen van het onbewuste, en op het loslaten van emotionele spanning door middel van catharsis. Volgens de psychotherapie zorgt afweer van emoties ervoor dat het
vermogen om aan de eigen problemen te werken beperkt wordt, en dat het daarnaast de psychopathologie versterkt -
De therapie heeft zijn fundamenten in de psychoanalyse (Freud) en de psychoanalytische psychotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psychodynamische psychotherapie maakt gebruik van verschillende soorten interventies:

A
  • (Vrije) associatie
  • Inzicht in het heden (gevoelens) door het verleden (relaties) en de overdracht tussen de
    patiënt en de therapeut
  • Verduidelijking, confrontatie en interpretatie
  • Verkenning van de tegenoverdracht = gevoelens van de therapeut die tijdens de behandeling worden opgewekt
  • Neutraliteit of onthouding door de therapeut –> om de eigen onbewuste perceptie niet aan de therapie te geven
  • Werken met en door afweermechanismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Binnen het onbewuste is er een constant conflict tussen drie krachten:

A
  1. ID = onbewuste behoeftes, driften en oerkrachten
  2. SUPEREGO = het ideaalbeeld en het moraal geweten
  3. EGO = het realistische deel dat bemiddelt tussen de verlangens van
    het ID en SUPEREGO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer we geconfronteerd worden met negatieve gebeurtenissen, heeft
ons onderbewustzijn verschillende verdedigingsmechanismen om met de
situatie om te kunnen gaan:

A
  • repressie
  • ontkenning
  • projectie
  • displaatsing
  • regressie
  • sublimatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

regressie

A

wel weten dat er iets is gebeurd, maar er simpelweg niet aan denken–> “ik denk er niet aan”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontkenning

A

het is nooit gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

projectie

A

projecteren van je eigen gevoelens op iemand anders à “het is jouw schuld”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

displaatsing

A

verschuiven van de emoties naar een andere gebeurtenis die minder
schadelijk is; je frustratie uiten tegen een collega, terwijl je eigenlijk gefrustreerd bent op je baas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

regressie

A

terugkeren naar een eerdere fase in de levensontwikkeling; reageren door je
kinderachtig te gedragen en bij alles hulp nodig te hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

sublimatie

A

psycholoog worden om anderen te helpen en hierdoor je eigen gemiste hulp en
begrip in de kindertijd goed te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

psychodynamische psychotherapie

A

Psychodynamische psychotherapie is een nieuwe generatie behandelingsmethoden, die
gebaseerd zijn op basis van psychoanalyse en psychoanalytische psychotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschillen met psychoanalyse en psychoanalytische psychotherapie

A

Psychodynamische psychotherapie…
- Is evidence based volgens de huidige wetenschappelijke maatstaven (met RCT’s) - -
- Focust meer op het hier en nu, maar is zich nog steeds bewust van de effecten van het
verleden
- Therapeuten zijn niet zo neutraal als in psychoanalyse (afhankelijk van de
behandelingsmethode)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Psychodynamische psychotherapie bestaat uit verschillende behandelmethodes:

A
  • MBT = Mentalization Based Treatment
  • TFP = Transference Focused Psychotherapy
  • ISTDP = Intensive Short-Term Dynamic Psychotherapy
  • SFT = Schema Focused Therapy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A

Mentalization Based Treatment (MBT) is in eerste instantie ontwikkeld voor borderline
persoonlijkheidsstoornis, omdat dit eerder vaak niet effectief behandeld kon worden. MBT is gebaseerd op de hechtingstheorie en psychodynamische concepten; volgens MBT leer je vanuit je eigen relaties over emoties, jezelf, de interactie met anderen en empathie. Wanneer je relaties dus een slechte kwaliteit hebben, zorgt dit ervoor dat je een slecht mentaliserend vermogen ontwikkeld

Bij MBT ligt de focus op het verbeteren van mentaliserende vaardigheden en het
zelfregulerende vermogen, maar het is normaal dat sommige mensen niet in staat zijn om goed te mentaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

mentaliseren

A

het impliciet en expliciet interpreteren van de handelingen van jezelf en anderen als
zinvol, op basis van intentionele mentale toestanden (gedachten, gevoelens, wensen, verlangens).
Het is het vermogen om andermans gevoelens, motivaties en behoeftes te begrijpen; wanneer de spanning in jezelf stijgt wordt het lastiger om te mentaliseren, waardoor mensen hun window of tolerance goed moeten leren beheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mentaliseren heeft verschillende betekenissen en functies:

A
  • Het normale vermogen om betekenis en intenties toe te schrijven aan menselijk gedrag
  • Het vermogen om emoties, gedachten, intenties en verlangens te begrijpen en eraan te refereren
  • Mentaliseren vormt ons begrip van onszelf en anderen
  • Mentaliseren creëert een gevoel van ‘begrepen worden’ tussen mensen
  • Mentaliseren maakt het mogelijk om onbegrip of misverstanden te begrijpen, waardoor het de wereld voorspelbaarder maakt
  • Mentaliseren helpt ons om onszelf van buitenaf te zien en anderen van binnenuit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

epistemisch vertrouwen

A

een menselijke, cue-gedreven, sociaal-cognitieve aanpassing van
wederzijds verlangen om een efficiënte overdracht van relevante culturele kennis te verzekeren;
mensen zijn geëvolueerd om elkaar relevante en nieuwe culturele informatie te leren, en van elkaar te leren (algemene kennis). Dit komt tot stand door het leren via relaties en gehechtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Onzekere hechtingsstijlen en relaties:

A

verstoren de aanwezigheid van epistemisch vertrouwen, vanwege sociale tegenspoed (trauma, verwaarlozing); in therapie wil de patiënt leren om te mentaliseren, maar voordat dit van start kan gaan moet de patiënt epistemisch vertrouwen richting de therapeut voelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

window of tolerance

A

Emotieregulatieproblemen en overgevoeligheid bedreigen de
mentalisatie; Window of tolerance = de ruimte tussen de
twee horizontale lijnen op het plaatje; de optimale opwindingszone. Wanneer mensen uit de window of tolerance schieten kunnen ze niet behandeld worden
- hypoarousal
- optimal arousal zone
- hyperarousal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hyperarousal

A

het cognitieve gebied wordt afgesloten,
waardoor het limbische systeem het overneemt–> overreacting, overleven
* Angstige gehechtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

optimal arousal zone

A

het optimale gebied waarin je goed om kan gaan met de stress van
het dagelijks leven. Het cognitieve gebied is geopend en er is een actief zelf-genezend
vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hypoarousal

A

het cognitieve gebied wordt afgesloten en er is onvoldoende spanning om
dingen te verwerken. Dit komt voor bij depressie en dissociatie (het is net alsof je op een computer typt die niet aanstaat); bevriezingsrespons, emotioneel vlak, gebrek aan energie
en respons
* Vermijdende gehechtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

mentaliserende modi

A
  • mentaliserende modus
  • equivalente modus
  • doen alsof modus
  • teleologische modus
24
Q

mentaliserende modus

A

je gevoelens, gedachten en identiteit zijn geïntegreerd, waardoor
je kunt reflecteren op jezelf en anderen

25
equivalente modus
hoe we onszelf zien is wat we verwachten in de buitenwereld --> de interne werkelijkheid is hetzelfde als de externe werkelijkheid * Activerende coping--> wat ik denk of voel is de waarheid (een kind heeft nog geen besef dat dingen die hij als leuk beschouwt, anderen misschien als niet leuk beschouwen) * Wat van binnen gevoeld wordt, wordt ervaren als de enige voorstelling van de buitenwereld
26
doen alsof modus
= overcompensatie van grootsheid, maar ook ontkenning van de werkelijkheid * Deactiverende coping --> negeren van angst * De buitenwereld en binnenwereld zijn gescheiden * Lichaam en brein spreken elkaar tegen--> het lichaam kan erg gespannen zijn (zweten), maar het brein heeft de persoon ervan overtuigd dat hij rustig is, waardoor dit zijn werkelijkheid wordt
27
teleologische modus
geloven dat alleen datgene wat je kan voelen of zien daadwerkelijk echt is (objectpermanentie) * Activerende coping; een romantische partner moet zijn liefde bewijzen door het te laten zien * Praktische acties zijn nodig om de binnenwereld gerust te stellen
28
MBT heeft als prioriteit om de patiënt te leren om zijn eigen emoties te reguleren, want te veel of te weinig spanningen komt de mentalisatie niet ten goede; bij te weinig spanning, zoals bij de doen alsof modus, staat het brein uit op basis van emoties, waardoor de persoon niet meer in staat is om te mentaliseren; om dit proces te ondersteunen kunnen therapeuten verschillende dingen doen:
- Empathische reacties helpen de emoties in de patiënt te reguleren - Ervaringen verkennen en verduidelijken - Ervaringen uitdagen of confronteren; alleen wanneer de patiënt al in staat is om te mentaliseren! - Spiegelen van het affect of de emoties om de patiënt te helpen zichzelf te begrijpen (en te reguleren) - de relatie bespreken wanneer re-enactments of overdracht optreden (mentaliseren van de relatie)
29
Een MBT-therapeut bezit de volgende kenmerken:
- Geduld; de therapeut is in staat om sommige emotionele stormen te doorstaan - Accepteren en legitimeren; beseffen dat er meerdere gezichtspunten mogelijk zijn - Helpt veel met het verduidelijken - Wijst dingen aan die niet met elkaar overeenkomen of die niet kloppen -->Dit doen ze allemaal terwijl ze bij zichzelf in de gaten houden of ze zelf niet stoppen met mentaliseren. Dit is namelijk een groot risico, zeker als er overdracht optreedt, omdat dit een van de redenen is waarom de overdracht de therapeutische alliantie bedreigt
30
Transference Focused Therapy
Transference Focused Therapy (TFP) is in eerste instantie ook ontwikkeld voor borderline persoonlijkheidsstoornis. De theoretische grondslag is bij MBT en TFP hetzelfde, maar dat wat centraal staat in de behandeling is anders: - MBT richt zich op het aanleren van regulerende vaardigheden om de eigen emoties te reguleren - TFP richt zich op affecten ervaren in dominante objectrelaties (met jezelf en anderen), om zo relationele trauma’s te verwerken Tijdens de therapie gaat de therapeut indirect in op de inhoud van het verhaal van de cliënt, omdat hij wil achterhalen wat de inhoud van het gesprek zegt over de relaties van een persoon; hoe wij onszelf en anderen ervaren kan bepaalde gevoelens oproepen, die gebaseerd zijn op eerdere relaties en ervaringen. Hierdoor biedt het herbeleven van deze relatie-situaties een kans om de verstoorde percepties te corrigeren
31
hoe kan TFP worden ervaren?
De therapie kan ervaren worden als confronterend, omdat de therapeut de cliënt confronteert met zijn of haar gedachtes; wanneer een cliënt het gevoel heeft dat hij afgewezen wordt, zal de therapeut dit niet ontkennen, maar diegene juist confronteren met het idee door bijvoorbeeld te vragen welk gevoel ervoor zorgt dat de cliënt zich afgewezen voelt
32
Kernberg: persoonlijkheidsorganisatie
de bouwblokken van iemands persoonlijkheid, die beïnvloed worden door biologische en ontwikkelingsfactoren: - neurotische persoonlijkheidsorganisatie - borderline persoonlijkheidsorganisatie - psychotische persoonlijkheidsorganisatie
33
Neurotische persoonlijkheidsorganisatie
deze mensen staan stevig in hun schoenen, waardoor ze redelijk resistent zijn tegen therapie; ze kunnen zich goed verdedigen
34
- Borderline persoonlijkheidsorganisatie
bij een lage spanning zijn deze mensen rustig, waardoor ze goed reageren op behandeling. Maar bij hoge spanning vindt er een paranoïde overdracht plaats
35
psychotische persoonlijkheidsorganisatie
bij lichte spanning ervaren deze mensen al problemen op allerlei gebieden
36
tabel:
neurotisch: - identiteit: Geïntegreerde identiteit; kent zijn sterke en zwakke punten - realiteitscheck: Niet-psychotisch; Geen grote vervormingen in het denken - afweermechanismen: Ontwikkeld; sublimatie, humor en rationalisatie borderline: - identiteit: gepolariseerde identiteit; niet geïntegreerde aspecten (“ik ben goed of slecht als geheel en kan niet beide tegelijk zijn) - realiteitscheck: Periodes van mini psychoses terwijl de stress hoog is; perceptie is tijdelijk verstoord - afweermechanismen: Primitief; projecties, ontkenning en verplaatsing psychotisch: - identiteit: Diffuse identiteit; slecht geïntegreerde identiteit, verschillende persoonlijkheden - realiteitscheck: Realiteit kan sterk vervormd zijn; hallucinaties komen voor - afweermechanismen: primitief; projecties en ontkenning
37
TFP interventies
De prioriteit van TFP is het integreren van het zelf, ook in de relatie met anderen. Als therapeut help je de cliënt te begrijpen hoe diegene is voor zichzelf en anderen, door wat ze hebben geleerd in eerdere relaties - Anders dan bij MBT werkt de therapeut bij TFP met een contract met voorwaarden in de therapie (wat mag wel en wat mag niet?)--> helpt de cliënt om de emoties te reguleren * Hierdoor wordt de therapeut beschermt tegen projectie, waardoor de cliënt geen grote uitbarstingen kan hebben * Afspraken over suïcidaliteit à dreiging met zelfdoding zorgt voor afhankelijkheid en manipulatie - verduidelijken en interpreteren van de overdracht; heden verbinden met het verleden - Gevoelens in de tegenoverdracht worden ‘teruggegeven’ aan de cliënt als eigenaar van deze gevoelens (maar niet confronterend!) --> de therapeut zal de cliënt helpen te voelen wat hij voelde d.m.v. verheldering en interpretatie - Confronteren wanneer de therapeut vermijding opmerkt bij de cliënt--> niet wachten tot er vrije associatie ontstaat, want dit gebeurt niet altijd vanwege de afweer - Technische neutraliteit, maar minder rigide dan in de psychoanalyse
38
Een TFP-therapeut beschikt over de volgende kenmerken:
- Neutraal en rustig; zelfs (en vooral) bij (tegen)overdracht - Aanwezig en responsief wanneer er een echte crisis is - Geduld; nog meer dan bij MBT - Bewust van wat er aan re-enactment plaatsvindt, en alleen verduidelijken als het voldoende zeker is - Monitoring van de expliciete en impliciete signalen in de communicatie - Minder focus op emotieregulatie dan bij MBT
39
verschillen MBT en TFP
MBT: De therapeut is actief betrokken bij emotie regulatie en richt zich op het beschermen van de relatie TFP: De therapeutrelatie is een belangrijke object relatie, waardoor herbelevingen kunnen plaatsvinden MBT: De therapeut werkt mee, maar interpreteert de herbelevingen niet; nodigt de cliënt juist uit om samen te onderzoeken wat er gebeurt TFP: De therapeut streeft ernaar om de optredende re-enactments te bespreken MBT: De therapeut heeft een onwetende houding, en stimuleert de patiënt om na te denken of te mentaliseren over zichzelf en de situatie TFP: De therapeut interpreteert de objectrelationele re-enactment MBT: Focus op individuele en groepssessies TFP: Individuele psychotherapie MBT: Over het algemeen meer geschikt voor low level borderline (vanwege het regulerende karakter) TFP: Minder geschikt voor low-level borderline (omdat het meer confronterend van aard is)
40
Artikel Bateman & Fonagy (2010) Mentalization based treatment for borderline personality disorder
Patiënten met borderline hebben een verminderd vermogen om te mentaliseren, wat leidt tot problemen met de emotieregulatie en moeilijkheden bij het beheersen van impulsiviteit. Mentalization Based Treatment (MBT) bestaat uit interventies die de verdere ontwikkeling van mentaliseren bevordert. MBT blijkt een e ectieve behandeling voor borderline te zijn wanneer het wordt gegeven door professionals in de geestelijke gezondheidszorg
41
een complexe psychische stoornis, gekenmerkt door een patroon van problemen met emotieregulatie en impulsbeheersing, en instabiliteit in zowel relaties als het zelfbeeld. Hierdoor heeft het een link met zelfmoordpogingen en zelfbeschadiging; de hoge prevalentie en het toegenomen zelfmoordcijfer bij patiënten met borderline vormen een argument dat er een effectieve behandeling moet worden ontwikkeld. Onderzoek heeft aangetoond dat behandelingen voor BPS matig effectief zijn, maar de meeste van deze behandelingen vereisen training, waardoor ze voor veel patiënten niet beschikbaar zijn. Met dit in gedachten is MBT ontwikkeld, want het vereist namelijk weinig training
42
wat is mentalisatie?
Mentaliseren = het proces waarmee we elkaar en onszelf betekenis geven, impliciet en expliciet, in termen van subjectieve toestanden en mentale processen. Het is een sociaal construct waarbij we aandacht hebben voor de mentale toestand van degenen met wie we omgaan à door deze definitie zullen de meeste mensen met een psychische stoornis problemen hebben met mentaliseren
43
mentaliseringstheorie
De mentaliseringstheorie is toegepast op een aantal stoornissen (PTSS, eetstoornissen en depressie), in een aantal contexten (intramuraal, ziekenhuis) en bij verschillende groepen patiënten (adolescenten, gezinnen, middelenmisbruikers). Hieruit bleek dat MBT het meest effectief was als therapie voor borderline, omdat een verminderd mentaliserend vermogen een kenmerk is van deze stoornis - De basissuggestie die in dit artikel gemaakt wordt is dat het representeren van onszelf en anderen als denkend, gelovend, wensend of verlangend niet op de leeftijd van 4 jaar als gevolg van rijping tot stand komt, maar eerder een ontwikkelingsprestatie is die geworteld is in de kwaliteit van vroege objectrelaties
44
ontwikkeling van mentalisatie
De mentaliserende theorie is geworteld in de hechtingstheorie van Bowlby; er is bewijs dat borderline patiënten een ongeorganiseerde gehechtheid hebben, wat leidt tot problemen met emotieregulatie, aandacht en zelfcontrole. Er wordt gedacht dat deze problemen worden gemedieerd door het onvermogen om een mentaliserend vermogen te ontwikkelen - - Gegeven de continuïteit van hechtingsstijlen, kan je verwachten dat hechtingsproblemen uit de kindertijd zichtbaar zullen blijven in de volwassenheid. - Borderline is geassocieerd met een onveilige gehechtheid: maar 6-8% van de borderline-patiënten is veilig gehecht. Ons begrip van anderen hangt af van de vraag of onze eigen mentale toestanden als baby goed begrepen werden door zorgzame, niet-bedreigende volwassenen. De belangrijkste oorzaak van het niet-mentaliseren is psychologisch trauma in de kindertijd, omdat dit het vermogen verstoord om na te denken over mentale toestanden
45
MBT
Tijdens de behandeling voor borderline moet de nadruk liggen op het stabiliseren van het zelfgevoel. Daarnaast is iemand met borderline extreem gevoelig voor alle interpersoonlijke interacties--> een therapeut moet zich er dus bewust van zijn dat therapie (= een interpersoonlijke interactie) angst zal oproepen, wat leidt tot het verlies van een gevoel van eigenwaarde en uitgesproken emotionele ervaringen.
46
mentaliseren bij borderline
Borderline-patiënten hebben een onderontwikkelde emotieregulatie, waardoor ze minder inzicht hebben in hun eigen gedachten en gevoelens. Als gevolg komen ze terecht in een soort ‘geesteloze toestand’, zowel in de relatie tot anderen als tot zichzelf. Vooral op momenten van emotioneel leed, is de kans groot dat het vermogen tot mentaliseren verminderd
47
De belangrijkste taak van MBT is het stabiliseren van emotionele expressie, omdat er anders geen serieuze overweging van interne representaties kan zijn--> ongecontroleerde emoties leiden tot impulsiviteit, dus pas als dit onder controle is, kun je je concentreren op de interne representaties en het zelfgevoel van de patiënt versterken
48
Het doel en de uitkomst zijn bij MBT belangrijker dan het type interventie zelf;
het doel van iedere interventie moet zijn om het mentaliseren weer op gang te brengen, of te helpen het mentaliseren in stand te houden. Elke interventie die in deze doelstellingen slaagt, kan in MBT worden gebruikt. Hierdoor heeft MBT een meer toegeeflijke benadering dan de meeste andere therapieën. Dit, en de weinig benodigde training, kan de populariteit van MBT verklaren; bij MBT wordt er niet gevraagd dat therapeuten een nieuw therapiemodel leren, maar dat ze hun huidige praktijk aanpassen en dat ze zich richten op mentaliseren in plaats van op gedrag, cognities of inzicht.
49
Bij MBT moet een therapeut de volgende kenmerken bezitten of houdingen aannemen:
- Niet-wetende houding - Geduld hebben om verschillen in perspectieven te identificeren - Legitimeren en accepteren van verschillende perspectieven - De patiënt ondervragen over zijn ervaringen; vragen om beschrijvingen i.p.v. om uitleg - Vermijden om iets te willen begrijpen wat geen zin heeft --> Een belangrijk onderdeel is het monitoren van het eigen falen op het gebied van mentaliseren als therapeut. Het is belangrijk om te beseffen dat de therapeut altijd het risico loopt zijn vermogen om te mentaliseren te verliezen als hij wordt geconfronteerd met een niet-mentaliserende patiënt - Bij het falen van mentaliseren wordt het proces “teruggedraaid en het incident onderzocht”: zowel de patiënt als de therapeut hebben in de relatie een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de mentale processen te begrijpen die ten grondslag liggen aan gebeurtenissen
50
mentaliseren van de overdracht
aanmoedigen van de patiënt om na te denken over de therapeutische relatie. met als doel om de aandacht richten op de andere geest, die van therapeut, om het mentaliseren te bevorderen. Daarnaast helpt het de patiënt om een onderscheid te maken tussen hun eigen perceptie van zichzelf VS. hoe ze worden waargenomen door een ander
51
Er wordt gewaarschuwd voor het gebruik van overdrachtsinterpretatie bij de behandeling van borderline, omdat dit een niveau van mentaliserend vermogen van de patiënt veronderstelt dat hij vaak niet bezit. wanneer het toch wordt gedaan, gebeurt dit volgens verschillende stappen:
1. Validatie van het overdrachtsgevoel = het vaststellen van het perspectief van de patiënt; het moet voor de patiënt duidelijk zijn dat de therapeut zijn standpunt heeft begrepen 2. Verkenning = de gebeurtenissen die zorgden voor de overdrachtsgevoelens moeten worden geïdentificeerd; het gedrag waarmee de gedachtes of gevoelens verband houden, moet duidelijk worden gemaakt 3. Aanvaarden van de handelingen van de kant van de therapeut; de therapeut heeft gehandeld op een manier die in overeenstemming is met de perceptie die de patiënt van hem heeft 4. Samenwerken om tot een interpretatie te komen; de metafoor die gebruikt wordt is dat de therapeut zich moet voorstellen dat hij naast de patiënt zit, en niet tegenover hem. Ze zitten naast elkaar en kijken samen naar de gedachten en gevoelens van de patiënt, waarbij ze een onderzoekende houding aannemen 5. De therapeut een presenteert alternatief perspectief 6. Het nauwlettend in de gaten houden van zowel de reactie van de patiënt als die van zichzelf
52
Ons eerste onderzoek naar MBT vergeleek de e ectiviteit in een ziekenhuisprogramma VS. routinematige algemene psychiatrische zorg voor borderline-patiënten:
De behandeling werd uitgevoerd door professionals in de geestelijke gezondheidszorg zonder volledige opleiding in psychotherapie, die deskundige supervisie kregen: patiënten in het ziekenhuisprogramma lieten op alle metingen een significante afname zien (verbetering van depressieve symptomen, afname van suïcidale en zelfverminking daden, verbetering van sociaal functioneren). De patiënten in de algemene psychiatrische zorg-groep lieten een beperkte verandering of verslechtering zien - De 44 patiënten werden om de drie maanden na het onderzoek ook nog beoordeeld; patiënten die de ziekenhuisbehandeling hadden ondergaan, behielden niet alleen hun vooruitgang, maar toonden zelfs een verbetering aan op de meeste metingen. Dit in tegenstelling tot de controlegroep van patiënten die in dezelfde periode slechts een beperkte verandering vertoonden
53
Alle patiënten die hebben meegedaan aan het onderzoek naar ziekenhuisbehandeling zijn 8 jaar na de initiële randomisatie opnieuw gevolgd
in eerdere vervolgstudies werd vastgesteld dat de verbetering in sociale aanpassing beperkt was, waardoor we opnieuw wilden onderzoeken of de sociale en interpersoonlijke verbeteringen die aan het einde werden gevonden, stabiel waren en of er extra winst in de sociale aanpassing was geboekt: - In beide groepen was er vooruitgang geboekt op het gebied van beroepsprestaties - Patiënten die in het MBT-programma werden behandeld, bleven beter dan degenen die de gebruikelijke behandeling kregen - Veel meer patiënten hadden een baan of een voltijdopleiding dan de vergelijkingsgroep - Slechts 14% voldeed nog aan de diagnostische criteria voor borderline, vergeleken met 87% van de patiënten in de vergelijkingsgroep
54
onlangs is er ook onderzoek gedaan naar MBT in een poliklinische setting (MBT-OP).
135 patiënten werden willekeurig toegewezen aan MBT-OP of gestructureerd klinisch management à in beide groepen werden grote verbeteringen gevonden voor alle uitkomstvariabelen. MBT-OP-patiënten vertoonden een sterkere daling van problemen, zoals zelfmoordpogingen en ziekenhuisopnames
55
conclusie
MBT hoeft niet erg te verschillen van andere vormen van interventie die op grote schaal worden toegepast door psychotherapeuten en andere professionals. MBT behandelt een combinatie van ontwikkelingsprocessen: 1. Het tot stand brengen van een intense (gehechtheids)relatie; pogingen om de patiënten te betrekken bij het proces van het begrijpen van hun mentale toestanden 2. De representatie van gevoelens en gedachten; patiënten kunnen zichzelf identificeren als denken en voelen in de context van krachtige banden en hoge niveaus van emotionele opwinding --> Het herstel van het mentaliseren helpt patiënten bij het reguleren van hun gedachten en gevoelens, waardoor relaties en zelfregulering een realistische mogelijkheid worden