Hc 6 Flashcards
(79 cards)
Acceptance and Commitment Therapy (ACT)
een nieuwe vorm van cognitieve gedragstherapie
(third wave), die gebruikt kan worden voor het omgaan met pijnklachten na een medische ingreep
(pijn na chemotherapie)
Ontwikkeling act
ACT is ontwikkeld aan het einde van de jaren ’90 door Steven Hayes, en valt onder de third wave
CGT.
Doel ACT
Het doel van ACT is om cliënten hun negatieve interne ervaringen te leren accepteren
(gedachtes die het gevolg zijn van een laag zelfbeeld, angsten, spanning en pijn), om zo een
toegewijd (committed) en betekenisvol leven te kunnen leiden à mensen gebruiken veel
verschillende technieken om hun interne ervaringen te reguleren (piekeren, vermijden), waarbij het
doel van ACT is om mensen in te laten zien dat sommige van deze regulatiestrategieën niet helpen,
en dat acceptatie van de interne ervaring een alternatief kan zijn.
Acceptatie betekenis
Acceptatie (= iets actief
aanvaarden en kunnen voelen voor wat het is) is dus ook een regulatiestrategie; doordat je je
interne ervaringen niet langer probeert weg te krijgen, heb je meer tijd over om een betekenisvol
leven te leiden
ACT maakt gebruik van metaforen en beelden:
de therapeut probeert de informatie
minder met objectieve feiten of woorden over te brengen
ACT draait om het identificeren van interne ervaringen die ervoor zorgen dat je in een
bepaalde richting wordt geduwd (angst, pijn, laag zelfbeeld);
wanneer je accepteert dat deze interne ervaringen aanwezig zijn, kun je zelf weer meer richting geven aan je leven
1960; gedragstherapie (Skinner)
Door het vele onderzoek van Skinner is de gedragstherapie ontstaan, met het idee dat iedere
gedraging is aangeleerd door operante of klassieke conditioneringsprocessen; tijdens detherapie worden de problematische gedragingen veranderd door het gebruik van beloningen en straffen, om zo het gewenste gedrag opnieuw te conditioneren
- Gedragstherapie is vooral effectief bij exposuretherapie voor specifieke fobieën
1980; cognitieve gedragstherapie (Beck)
Volgens de cognitieve gedragstherapie van Beck vertonen mensen niet alleen gedrag, maar wordt dit gedrag gestuurd door gedachtes en gevoelens. Hierdoor dacht Beck dat therapie ehectiever zou zijn wanneer niet alleen het gedrag, maar ook de gedachtes, overtuigingen en emoties
meegenomen zouden worden. Volgens hem zou het identificeren en veranderen van gedachtes,
overtuigingen en emoties leiden tot een verandering van het gedrag; tijdens de therapie wordt er
onderzocht waarover mensen disfunctionele gedachtes over zichzelf of de wereld hebben.
Wanneer deze gedachtes zijn geïdentificeerd worden er technieken ingezet om deze cognities te veranderen, met het idee dat het functionele gedachtes worden
2000; third wave CGT (ACT, MBSR, MBCT en DBT)
Mindfulness zorgt ervoor dat je beter kunt beschrijven en voelen wat er in je lichaam gebeurt. Bij
ACT wordt er gebruik gemaakt van mindfulness technieken, omdat men denkt dat negatieve
interne ervaringen alleen goed begrepen kunnen worden wanneer je erbij stilstaat en ze voelt en
ervaart in het moment.
Veel van de third wave CGT-technieken gebruiken mindfulness, omdat de originele CGT te rationeel
was volgens hen; de ‘oude’ CGT ging namelijk erg in op de klacht en de medische aspecten, terwijl third wave CGT meer een holistische kijk op de mens hanteert
Volgens de third wave CGT moet therapie niet alleen de klacht identificeren en behandelen, maar
moet het ook het algehele welzijn verbeteren;
bij ACT behandel je de hele mens i.p.v. alleen de
klacht, waardoor je de cliënt aanleert wat hen motiveert en wat hij of zij belangrijk vindt. Dit zorgt
voor een positief welzijn, naast het feit dat de klachten worden weggehaald
Het 5-G schema bestaat uit de volgende 5 G’s:
- Gebeurtenis (situatie)
- Gedachten (cognities)
- Gevoelens (emoties, gemoedstoestanden)
- Gedrag
- Gevolgen
Als eerste moet er een concrete situatie door de cliënt beschreven worden, waarbij er bepaalde
cognities en emoties opkwamen, wat leidde tot een bepaalde uiting van gedrag.
Situatie —> emoties (angst, boosheid) + gedachtes (negatieve gedachtes over het zelf, de wereld
en de toekomst, piekeren) —> gedrag (vermijden van specifieke situaties, sociale vermijding)
Nadeel gedragstherapie
Bij gedragstherapie wordt alleen het gedrag geconditioneerd, waardoor er geen aandacht wordt besteed aan emoties en cognities; de persoon zou de situatie onder ogen moeten komen, waarbij hij uiteindelijk inziet dat de situatie helemaal niet zo eng is als hij dacht
Cgt;
Bij cognitieve gedragstherapie worden er technieken toegepast om de cognities te veranderen, waardoor de emoties en het gedrag uiteindelijk ook zullen veranderen;
wanneer je geen angst hebt (cognitie), kun je je gewoon in de situatie bevinden (gedrag)
Chronische pijn
pijn die langer dan 3 tot 6 maanden aanhoudt na de normale verwachte tijd van herstel (na een operatie). Daarnaast zijn er aandoeningen waarbij de reden van de chronische pijn onverklaarbaar is. Tenslotte ervaart ±70% van de mensen ooit rugpijn die langer dan 6 maanden
aanhoudt (door te veel zitten, te weinig sporten of te zwaar zijn), dit valt ook onder chronische pijn
Chronische pijn prevalentie
15 – 20% van de mensen heeft last van chronische pijn, wat overeenkomt met 2.2 miljoen
Nederlanders. Dit is meer dan het percentage van diabetes-, hart- en kankerpatiënten bij elkaar
Er is veel variantie in de mate waarin mensen last hebben van chronische pijn en de mate waarin
dit zorgt voor beperkingen in het dagelijks leven;
- Een groot deel van de patiënten ervaart vooral veel beperkingen van de pijn op het gebied
van sociale, relationele en werkgelegenheden; ze kunnen bepaald werk niet meer
uitvoeren door de pijn, waardoor ze moeten stoppen met werken - Ongeveer 40% van de mensen met chronische pijn heeft comorbide depressie, 25% heeft
comorbide angst; dit is veel meer dan de algemene prevalentie van de stoornissen
Pijnmedictaie bij chronische pijn
Bepaalde vormen van chronische pijn zijn erg lastig te behandelen met pijnmedicatie, waardoor
mensen altijd iets van pijn zullen voelen en hiermee moeten leren omgaan. Mensen moeten het
pijngevoel leren te managen, om ze de beperkingen niet te groot te laten worden
- Pijn is een motiverend signaal, wat wordt verstuurd door het brein wanneer er een dreiging
is, om ons te waarschuwen
Denken over pijn beïnvloedt je pijn
De manier waarop we denken over pijn, de emoties die we ervaren bij pijn en het gedrag dat we
vertonen als reactie op de pijn, beïnvloedt hoeveel pijn je ervaart en hoeveel beperkingen je hebt
(als je negatieve gedachtes hebt over de pijn, je negatieve emoties ervaart en je veel sociale
gelegenheden vermijdt, zal je de pijn als erger ervaren dan wanneer je de pijn ‘negeert’ en probeert
door te gaan met je dagelijks leven)
Fear avoidance model
Wanneer het 5-G model ingevuld wordt op het gebied van pijn, wordt het ook wel een fear-
avoidance model genoemd; wanneer mensen pijn ervaren (situatie) reageren ze hierop met
angstige cognities (piekeren, catastroferen). Daarnaast voelen ze vaak emoties van angst en
hulpeloosheid rondom de pijn, wat resulteert in vermijdend gedrag om de pijn niet meer te voelen.
Als gevolg gaan mensen veel zitten, weinig bewegen en weinig sporten, waardoor de conditie
vermindert. Maar dit zorgt juist voor meer (focus op) de pijn en beperkingen
Catastroferen
Catastroferen is een cognitie die vaak voorkomt bij mensen met een depressie en angst, omdat het
samenhangt met een laag zelfbeeld, gevoelens van hulpeloosheid en rumineren à mensen die de
pijn catastroferen, vergroten de pijn (overdrijven), waardoor het veel tijd en ruimte inneemt in hun
leven. Hierdoor gaan ze rumineren, waardoor het pijngevoel de hele tijd blijft hangen en men zich
hulpeloos voelt. Mensen hebben het gevoel dat ze de pijn niet kunnen controleren, waardoor het
dus buiten hun locus of contol is
Angst en depressiestoornissen en catastroferen
Mensen die meer risico lopen op angst- en depressieve stoornissen, hebben van nature meer
aanleg voor catastroferen; wanneer deze mensen last krijgen van pijn, lopen ze meer risico op
chronische pijn die beperkingen met zich meebrengen. Chronische pijn en depressie beïnvloeden
elkaar dus door de onderliggende factor van catastroferen
Chronische pijn en act (Plaatje)
Bij ACT wordt de inhoud van de cognities of het gedrag niet verminderd, maar worden de ‘pijlen’ van het model veranderd. Het doel is hierbij om de cognities minder invloed te laten krijgen op het gedrag en de emoties; in plaats van het veranderen van de cognities, leren mensen dat de cognities bij hen horen. Je kan deze cognities opmerken, maar je kiest zelf om deze cognities op te volgen of om ze te negeren, waardoor je gedrag gaat vertonen wat belangrijk voor jou is (je laat je niet meer leiden door je cognities, maar volgt je eigen voorkeuren) ; ACT wil dat mensen niet steeds het gedrag vertonen dat bepaald wordt door de cognities, maar dat mensen juist bewust kiezen om de cognitie te accepteren en te negeren, om zo het gewenste gedrag uit te voeren.
Psychologisch flexibiliteitsmodel (plaatje)
een model over hoe
je gedachtes en emoties je gedrag beïnvloeden, en over
hoe je een gezonde en duurzame gedragsverandering
kan ontwikkelen à het model focust zich niet op wat er
mis is, maar juist op wat je wil creëren met de cliënt
zodat het beter wordt
- Acceptatie – dihusie
- Huidige moment – observerend zelf
- Waarden – gecommitteerde actie.
Iemand die psychologisch flexibel is kan in het huidige
moment voelen wat er in zichzelf en om hem heen
gebeurt. Diegene is zich bewust van zijn (negatieve) emoties, gedachtes en sensaties in het
lichaam, laat deze er zijn, en neemt deze mee in de richting van waarde-gericht gedrag;
- bus metafoor
Bus metafoor
jij bestuurt een bus met allemaal vervelende passagiers die jouw negatieve cognities weerspiegelen, maar jij bent degene die deze bus een bepaalde kant op kan
sturen (=gedrag) zonder invloed van de negatieve cognities; je hebt geen controle over je cognities, maar wel over je gedrag