Hc 5 Flashcards
(61 cards)
Drie-fasen behandeling (voor eetstoornissen)
- Pre-therapie
- Deeltijdbehandeling
- Nazorg
Pre-therapie
(1 dagdeel) = een therapie die ± 3 maanden duurt, waarbij patiënt vaak gestuurd worden door hun dokter, partner of ouders. Dit betekent dan ook dat de patiënt zelf vaak niet gemotiveerd is om de therapie te volgen. Tijdens deze fase wordt er gewerkt aan motivatiebewerking = inzicht geven in de nadelen van het hebben van een eetstoornis, waardoor de motivatie van de cliënt zal verhogen. Daarnaast is de therapie bedoeld om het inzicht in de patiënt te vergroten d.m.v. psycho-educatie
Deeltijdbehandeling
(2 tot 5 dagen per week) = een therapie die gemiddeld 3 x 3 maanden
duurt, omdat er na elke maand een evaluatie plaatsvindt. Tijdens deze fase wordt er
gewerkt met voedingsmanagement, CGT, psychomotorische therapie, dramatherapie en is er therapie voor de instandhoudende factoren van de eetstoornis (perfectionisme, rigiditeit, laag zelfbeeld)
• Anorexia-patiënten komen 5 dagen in de week
• Boulimia-patiënten komen 2 dagen in de week
—> ijsberg metafoor
Ijsberg metafoor
bij een eetstoornis is het eten slechts het zichtbare topje van de
ijsberg. Er zijn veel meer onderliggende problemen waar aan gewerkt moet worden d.m.v.
transdiagnostische behandeling
- Nazorg
(1 tot 2 dagen per week) = een therapie die gemiddeld een half jaar duurt. Hierbij
wordt de therapie langzaam afgebouwd door modules in deeltijd. Tijdens deze fase ligt de
focus op:
• Autonomieversterking; de eetstoornis is vaak een deel van je identiteit, dus wie ben
je zonder je eetstoornis?
• Re-integratie = de patiënt leert om weer een ‘normaal’ leven te leiden en deel uit te
nemen van de maatschappij
—> Patiënten met anorexia verblijven meestal in een kliniek, omdat ze medisch gezien een risico
lopen (zwaar ondergewicht)
Fairburn model
Het Fairburn model geeft een beeld van de onderliggende factoren een rol spelen bij de ontwikkeling en instandhouding van alle eetstoornissen (vormen de onderkant van de ijsberg, die niet zichtbaar is); mensen met een eetstoornis hebben een
disfunctioneel schema wanneer het gaat om zelfevaluatie, door het lage zelfbeeld (ze vinden het heel
belangrijk hoe ze eruit zien en hoeveel ze wegen)
- Laag zelfbeeld —> dieet volgen —> honger krijgen—> risico op eetbui —> eetbui —> schuldgevoelens
—> braken of laxeermiddelen innemen
Onderliggen factoren volgens fairburn
• Laag zelfbeeld
• Perfectionisme
• Moeite met het omgaan met emoties (mood intolerance)
Er zijn twee redenen voor het gebruik van het Fairburn model:
1.De factoren aanpakken die onderaan de ijsberg zitten
2. Het is een transdiagnostisch model; het is toepasbaar op alle eetstoornissen
Transdiagnostische behandeling
bij de behandeling van de verschillende stoornissen die een
persoon ervaart wordt er gefocust op de onderliggende gemeenschappelijke factoren;
- tussen stoornissen: angst en depressie; deze stoornissen hebben veel overeenkomsten, waardoor ze worden gezien als transdiagnostische factoren = twee
stoornissen hebben dezelfde onderliggende, verklarende factor
- binnen stoornissen: anorexia en boulimia nervosa
Transdiagnostisch behandelen is dus gericht op de overeenkomstige onderliggende
mechanismen. Maar naast deze gemeenschappelijke kenmerken zijn er ook verschillen tussen
stoornissen. Hier moet ook op gelet worden tijdens de behandeling
Transdiagnostische factoren…
- Vormen een risicofactor voor de ontwikkeling en terugval van stoornissen; de factor
blijft ook bestaan wanneer het beter gaat (een laag zelfbeeld heb je meestal je leven lang) - Spelen een rol bij comorbiditeit; de factor speelt een rol bij meerdere stoornissen
- De behandeling van deze factoren zorgen voor een vermindering van de klachten
- Theoretisch model; je kan een bepaalde factor niet zomaar een transdiagnostische
factor noemen, de factor moet opgenomen zijn in een theoretisch model (zoals in het
Fairburn model)
Diagnose transdiagnostische factoren
= slechts een verzamelnaam, het geeft geen verklaring voor het ontstaan van de
symptomen. Transdiagnostische benaderingen bieden WEL een verklaring!
Competitive Memory Training (COMET)
= een deeltijd behandeling die wordt ingezet voor het
behandelen van een negatief zelfbeeld (= een transdiagnostische factor) bij patiënten met een
eetstoornis; volgens de DSM is het hebben van een negatief zelfbeeld geen echte stoornis, maar is het wel een veelvoorkomend symptoom. Het hebben van een laag zelfbeeld vormt een risicofactor voor het ontwikkelen van en hervallen in stoornissen. Wanneer het zelfbeeld (de risicofactor) dus niet behandeld wordt zal dit zorgen voor een belemmering van het
herstelproces
Theoretische achtergrond COMET; Beck
Aaron Beck was de grondlegger van de cognitieve gedragstherapie, waarbij hij de focus
legde op de negatieve, disfunctionele gedachtes die (1) een depressie kunnen veroorzaken
en (2) maladaptieve schema’s kunnen activeren die de denkpatronen veranderen; CGT
was gericht op het uitdagen van deze disfunctionele gedachtes, en het vervangen hiervan
zodat het een functionele gedachte werd
• Probleem = je kan een gedachte niet vervangen; ontleren bestaat niet
Theoretische achtergrond COMET; Brewin
Volgens Brewin draait behandeling niet om het vervangen van gedachten, maar juist om het
aanmaken van nieuwe geheugenrepresentaties; hij heeft dus een andere verklaring
voor Beck’s theorie (hij zegt dus niet dat CGT niet werkt)
• Bospad metafoor
Bospad metafoor
je kan een nieuw bospad creëren wat in het begin lastig te
bewandelen is, maar hoe vaker je hem bewandelt, hoe makkelijker het pad zal worden
COMET wordt gebruikt om;
COMET wordt gebruikt om de positieve eigenschappen van de cliënt naar de voorgrond te
brengen, waardoor de focus minder op de negatieve eigenschappen komt te liggen. De verhouding
tussen het positieve en negatieve wordt dus verstoord, waardoor het negatieve meer naar de
achtergrond verdwijnt; door COMET leert de patiënt om beter te voelen wat hij of zij eigenlijk al
over zichzelf weet en wat diegene wél kan; de verhouding tussen het negatieve en positieve wordt
rechtgetrokken
3 randvoorwaarden COMET
- Individuele of groepstherapie; eigenlijk is het een individuele therapie in een groep
- Voelen VS. denken; leren voelen wat je eigenlijk al weet van jezelf; je positieve kwaliteiten echt aan gaan voelen (“ik weet wel dat ik een goede moeder ben, maar wil het
ook gaan voelen”) - Geheugen; je geheugen is een database met allerlei verschillende associaties, waarbij er
slechts één betekenis tegelijk geactiveerd kan worden, afhankelijk van de context (je kan
jezelf zien als een goede moeder, als laf, als handig of als sportief of trouw aan anderen,
maar van deze ‘database’ kan maar één betekenis tegelijk geactiveerd worden, afhankelijk
van de context); de verschillende geheugenpaden kunnen los van elkaar getraind worden
Retrieval competition (BREWIN)
het positieve geheugenpad moet veel makkelijker op te halen
zijn dan het negatieve geheugenpad (functioneel VS. disfunctioneel)
COMET gaat over het bevorderen van de activatie van functionele betekenissen. Dit wordt gedaan
door middel van:
Emotionele saillantie
Herhaling
Negatieve triggers
Emotionele saillantie
verbeteren = zaken met een sterke, emotionele lading onthouden
mensen sneller en roepen ze ook sneller op
Herhaling
herinneringen zoveel aandacht geven totdat het tot leven komt, en het positieve geheugenpad gecreëerd wordt; veel huiswerk, minstens een halfuur per dag
oefenen met verhalen schrijven, positieve dingen blijven herhalen, het positieve geheugenpad als het ware uitgraven
Negatieve triggers
Negatieve triggers en een positief zelfbeeld proberen te combineren
De basis van COMET voor een lage zelfwaardering bestaat uit drie elementen:
- Het creëren van een reële zelfwaardering
- Een gerichtheid op je positieve eigenschappen i.p.v. je negatieve eigenschappen
- Gericht op ‘voelen dat’ VS. ‘weten dat’—> ook echt leren voelen wat je stiekem al wel weet
De behandeling van COMET loopt volgens 7 verschillende fases:
- Vaststellen van het negatieve zelfbeeld
- Bepalen van het incompatibele positieve tegenbeeld
- Het illustreren van een positief tegenbeeld
- Imaginatie en zelfspraak
- Het aannemen van een lichaamshouding en gezichtsuitdrukking die past bij het positieve zelfbeeld
- Muziek
- Contraconditionering