HC 4 DEEL 2 --> Suïcidale gedachten en gedragingen Flashcards

(27 cards)

1
Q

Suïcide voorkomen en classificatie

A
  • Suïcide is wereldwijd een van de voornaamste doodsoorzaken
  • Jaarlijk sterven er wereldwijd ongeveer 1 miljoen mensen aan zelfdoding, waaronder ~42,000 in de VS

Classificatie
* Suicide is niet officieel geclassificeerd als mentale stoornis in de DSM-5 (want is gedrag)
* Suicidaal gedrag stoornis wordt voorgesteld als diagnose in de volgende revisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is suïcide?

A
  • Zelf-veroorzaakte dood waarbij er een intentionele, directe en bewuste inspanning werd gemaakt om het eigen leven te beëindigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intentionele dood (Shneidman)

Death initiator

A

Denken dat proces van dood al onderweg is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intentionele dood (Shneidman)

Death seeker

A

Werkelijk het leven willen beëindigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intentionele dood (Shneidman)

Death ignorer

A

Geloven niet dat de dood eindig is –> denken dat nieuwe wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Intentionele dood (Shneidman)

Death darer

A

Ambivalente gevoelens tov suïcide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Niet suïcidale zelfverwonding

A
  • Zichzelf opzettelijk en op een directe manier onmiddellijk schade toebrengen aan het eigen lichaam (bijv. zichzelf snijden), zonder suïcidale intentie
  • Verhoogd capaciteit voor suïcide waardoor later een hoger risico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

suïcide, Patronen en statistieken

A

zelfdodingcijfer variëren
* Van land tot land
* Gender en relatiestatus
* Etniciteit
* Sociale omgeving
* Religiositeit
* Onderrapportage bestaat wellicht (owv sociaal taboe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat triggert een zelfdoding?

Vaak voorkomende triggers

A
  • Stressvolle ervaringen en omgevingen
  • Veranderingen in gemoed en gedachtepatronen
  • Alcohol en gebruik van andere drugs
  • Mentale stoornissen
  • Modeling

Geen één duidelijke reden, is vaak een samenspel van verschillende dingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat triggert een zelfdoding?

Stressvolle ervaringen en omgevingen

A

Onmiddellijke stressoren
* Verlies van een geliefde door sterfte, scheiding of afwijzing
* Verlies van baan of financiële tegenslagen
* Natuurrampen

Lange-termijn stressoren
* Sociale isolatie
* Ernstige ziekte
* Misbruik of onderdrukkende omgeving
* Jobstress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat triggert een zelfdoding?

Veranderingen in gemoed en gedachtepatronen

A
  • Veel zelfdodingen worden voorafgegaan door veranderingen in gemoed en gedachtepatronen
  • Hopeloosheid
  • Verdriet, angst, spanning, frustratie en schaamte
  • Psychisch leiden
  • Dichotoom denken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat triggert een zelfdoding?

Alcohol en gebruik van andere drugs

A
  • 70% van mensen die een zelfdodingpoging ondernemen drinkt alcohol net hiervoor
  • Ook andere soorten drugs worden gelinkt aan zelfdoding, voornamelijk bij adolescenten en jong volwassenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat triggert een zelfdoding?

Mentale stoornissen

A

De meerderheid van mensen die een zelfdodingpoging ondernemen hebben een psychologische stoornis
* Unipolaire of bipolaire depressie (70%)
* Chronisch alcoholisme (20%)
* Schizofrenie (10%)

Risico neemt toe met meerdere stoornissen

Andere psychische stoornissen
* Posttraumatische stress stoornis (PTSD)
* Paniek stoornis
* Stoornissen in middelengebruik
* Vaak in combinatie met schizofrenie of borderline persoonlijkheidsstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de onderliggende oorzaken van suïcide?

Interpersonele benadering

A

Interpersonal-psychological theorie (Joiner et al.)
* Percepties gerelateerd aan een wens voor zelfdoding
—Perceived burdensomeness
—Thwarted belongingness
—Psychological ability to carry out suicide (capaciteit voor suïcide = Daadwerkelijk durven om het te doen)

De combinatie van deze variabelen is sterk gelinkt aan zelfdoding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat triggert een zelfdoding?

Modeling

A

Modeling: De besmettelijke aard van zelfdoding
* Sommige gevallen van zelfdoding kunnen als een model dienen voor andere zelfdodingen, in het bijzonder bij adolescenten

Typische modellen
* Familieleden en vrienden
* Beroemdheden
* Gevallen sterk in de media
* Collega’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is suïcide gelinkt aan leeftijd?

Adolescenten, Verklaringen voor verhoogde suïcide cijfers

A
  • Ontwikkelingsstress gerelateerd aan adolescentie
  • Onmiddellijke en lange termijn-stressoren, vaker bij LGBTQ
  • Klinische depressie, laag zelfbeeld, hopeloosheid
  • Kwaadheid, impulsiviteit, alcohol of drugsproblematiek
  • Internet en modeling
13
Q

Is suïcide gelinkt aan leeftijd?

Kinderen

A
  • Suïcide komt zelden voor bij kinderen
  • Suïcide bij jonge kinderen wordt vaak vooraf gegaan door gedragsproblemen
  • Er is discussie over of kinderen het concept van de dood begrijpen; Het lijkt wel zo dat ze een duidelijk begrip hiervan hebben en een heldere wens om te sterven
13
Q

Wat zijn de onderliggende oorzaken van suïcide?

Biologische benadering

A

Genetica
* Tweelingenstudies wijzen op genetische rol bij zelfdoding

Hersenontwikkeling
* Verlaagde serotonine activiteit en abnormaliteit in depressie- gerelateerde hersencircuits dragen bij aan zelfdoding
* Beiden dragen bij aan agressieve gevoelens en impulsief gedrag

Combinatie met psychosociale factoren

13
Q

Is suïcide gelinkt aan leeftijd?

Adolescenten, factoren

A

Veel meer adolescenten ondernemen een zelfdodingspoging dan het aantal succesvolle zelfdodingen
* Ratio van 200:1 of zelfs meer

Factoren gelinkt aan zelfdodingspogingen
* Competitie voor banen, posities, onderling,
* Verzwakte familierelaties
* Beschikbaarheid van alcohol/drugs
* Massa media

13
Q

Behandelingen voor suïcide

Suïcide preventie

A
  • Preventie programma’s en crisislijnen
  • Vaak bemand door professionals, maar ook paraprofessionals
  • Verschillende modaliteiten (bv., telefoon, chat)
13
Q

Is suïcide gelinkt aan leeftijd?

Adolescenten, prevalentie

A
  • Suïcide komt veel vaker voor in de adolescentie
  • Ongeveer 8 adolescenten per 100,000 pleegt ieder jaar zelfdoding (cijfer VS)
  • 12% heeft last van suïcidale gedachten
  • 4 tot 8% onderneemt zelfdodingspogingen
13
Q

Behandelingen voor suïcide

Therapieën

A
  • Psychodynamische therapie
  • Medicatie
  • Groep en familie therapie
  • Cognitieve-gedrags therapie (Beck) –> Eventueel mindfulness-based

Therapiedoelen
* Patiënt in leven houden
* Verminderen van psychologisch leiden
* Bereiken van een niet-suicidale mindset en hoop geven
* Betere manieren aanleren om met stress om te gaan

13
Q

Behandelingen voor suïcide

Behandelingen na zelfdodingpogingen

A
  • Medische hulp
  • Follow-up met psychotherapie of medicatie
13
Q

Is suïcide gelinkt aan leeftijd?

Latere leeftijd

A
  • Ouderen (75+) plegen het vaakst zelfdoding en zijn het vaakst succesvol (minder pogingen; cijfers VS)

Mogelijke factoren
* Ziekte
* Verlies van geliefden en vrienden
* Verlies van controle over het leven
* Verlies van sociale status

13
Zijn suïcide preventie programma's succesvol?
Meten van de effectiviteit is moeilijk * Veel verschillende programma's, componenten en confounds (bv., conjunctuurveranderingen) * Gemengde resultaten Accuraat het risico op suïcide vaststellen/meten is moeilijk Nieuwere benadering om suiciderisico te meten * Non-verbaal gedrag * Psychofysiologische maten * Hersenscans * Zelf-verminking Implicit Association Test
13
# Behandelingen voor suïcide Eerste contact bij preventie
* Een positieve relatie tewerkstellingen * Problemen begrijpen en verduidelijken * Suiciderisico bepalen en herbepalen! * Capaciteiten en middelen van de persoon vaststellen en inschakelen (bv., sociaal netwerk) * Plan formuleren
13
# Behandelingen voor suïcide Lange-termijn preventie
* Doorverwijzing * Therapie * Reduceren van middelen voor zelfdoding (bv., barrières op bruggen, restricties op medicatie, etc.)