HC 1 --> Abnormale psychologie: verleden en toekomst Flashcards

Abnormale psychologie: verleden en toekomst (51 cards)

1
Q

Abnormale Psychologie

A
  • Wetenschappelijke studie van abnormaal gedrag met het doel om te beschrijven, voorspellen, verklaren en veranderen van abnormale patronen van functioneren.
  • Veel definities zijn er al voorgesteld, maar nog geen enkele is compleet aanvaard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Woorden voor abnormaal en mentale stoornis door de tijd

A

onstabiel (1250)
waanzin (1400)
krankzinnigheid, overstuur, gestoord (1570)
“gek” (slang)
onevenwichtig (1650)
psychologisch
“gek” (straattaal) (1770)
abnormaal, psychopathologie, psychiatrische onaangepastheid (1850)
geestesziekte
mentaal gehandicapt, afwijkend (1930)
disfunctioneel, gestoord (1970)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is psychologische abnormaliteit?

Gemeenschappelijke eigenschappen over definities heen

A

De “vier D’s”
* Deviance (wijkt af van de norm)
* Distress (zorgt voor stress)
* Dysfunction (disfunctie)
* Danger (gevaarlijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar worden de “vier D’s” door beïnvloed?

A
  • Normen
  • Cultuur
  • Context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De ongrijpbaarheid van abnormaliteit

A
  • Abnormaliteit is gedefinieerd door algemene criteria in de maatschappij.
  • Criteria worden gebruikt om specifieke gevallen de beoordelen.
  • Thomas Szasz: maatschappelijke invloeden invalideren het concept van mentale stoornissen.
  • Elke definitie van abnormaliteit is hierdoor mogelijks niet consistent toepasbaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke gedragingen passen in het criterium van de vier D’s (deviant, distressful, dysfunctional, of dangerous) maar worden niet als abnormaal gezien door de meeste mensen?

A
  • Bungee springen
  • Nieuwjaarsduik
  • Mount Everest beklimmen
  • Bepaalde godsdienstige rituelen (bv., besnijdenissen, ayahuasca ceremonie)
  • Alcohol drinken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is behandeling?

A
  • Behandeling of therapie
  • Een procedure met het doel tot het veranderen van abnormaal gedrag in meer normaal gedrag
  • De definitie is beperkt door de problemen om abnormaliteit te definiëren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Essentiele aspecten van alle vormen van therapie

A
  • Een patiënt
  • Een getrainde, sociaal geaccepteerde genezer of therapeut
  • Een reeks van therapeutische contacten tussen de therapeut en de cliënt.
  • Ondanks verschillen tussen clinici vinden de meeste van hen dat een grote groep mensen nood heeft aan een soort therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werd abnormaliteit gezien en behandeld in het verleden?

A
  • Elke hedendaagse en historische maatschappij kreeg te maken met psychologische abnormaliteit.
  • Veel hedendaagse ideeën en behandelingen hebben wortels in het verleden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Prehistorische benaderingen en behandelingen

A

Prehistorische maatschappijen
* Benaderden abnormaal gedrag waarschijnlijk als het gevolg van kwade geesten
* Gaat mogelijks terug tot het Stenen Tijdperk

Behandelingen
* Schedelboringen en exorcisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Griekse en Romeinse benaderingen en behandelingen

A

500 voor Christus tot 500 na Christus
* Filosofen en artsen gaven verschillende verklaringen en behandelingen voor abnormaal gedrag
* Hippocrates geloofde en doceerde dat ziektes een natuurlijke oorsprong hadden; de vier lichaamssappen (humores)

Behandeling
* Rustig leven
* Dieet van groenten
* Gelijkmoedigheid
* Lichaamsbeweging
* Seksuele onthouding (celibaat)
* Bloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Europe in de middeleeuwen benaderingen en behandelingen: De terugkeer van bezetenheid

A

500—1350 na Christus
* De katholieke kerk verwerpt wetenschappelijke vormen van onderzoek en controleert al het onderwijs
* Mentale stoornissen hadden demonische oorzaken; massa hysterie; gedeelde wanen en hallucinaties
* Aan het einde van de middeleeuwen verliezen demonologie en gerelateerde methoden hun aanzien terug

Behandeling
* Uitdrijving
* Martelingen
* Geleidelijk aan ook hospitalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De renaissance en de ontwikkeling van asylums (verpleegtehuizen)

A

1400-1700 na Christus
* Met de terugkeer van de wetenschappelijke methoden beginnen demonologische ideeën van abnormaliteit te verdwijnen
* Weyer was de eerste arts gespecialiseerd in mentale gezondheid en geloofde dat de geest even gevoelig was aan ziekte als het lichaam
* Verzorging gebeurde vaak bij bedevaartsoorden (bv., bij Geel, België) en waren de voorlopers van gezinsverpleging
programma’s
* Verpleegtehuizen ontstonden midden van de 16e eeuw
* De “wieg” (“crib”) –> soort kooi helemaal dicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De 19e eeuw: Hervormingen en Morele behandelingen

A

19e eeuw
* Behandeling van mensen met mentale stoornissen begon te verbeteren
* Pinel (Frankrijk) en Tuke (Engeland) –> Pleiten voor morele behandeling met humane en respectvolle technieken
* Morele behandelingen werden grotendeels gestopt in Europa en de Verenigde Staten in het begin van de 20ste eeuw

Benjamin Rush (vader van de Amerikaanse psychiatry) en Dorothea Dix (lerares uit Boston)
* Promoten morele behandelingen in de Verenigde Staten
* De beweging stortte langzaam in in het midden van de 19de eeuw; psychiatrische klinieken liepen vol en gaven nog nauwelijks behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het begin van de 20ste eeuw: Twee
Perspectieven, welke?

A
  1. Somatogeen perspectief
  2. Psychogeen perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat was het somatogeen perspectief?

Begin 20e eeuw

A
  • Abnormaal functioneren heeft fysieke oorzaken
  • Twee factoren waren van belang voor de terugkeer van dit perspectief
    1. Emil Kraepelin: Fysieke factoren zijn de oorzaak van mentaal disfunctioneren
    2. Nieuwe biologische ontdekkingen waarbij mentaal functioneren werd gelinkt aan dingen zoals syfilis en algemene paralyse
  • Resultaten waren over het algemeen ontmoedigend tot wanneer effectieve medicatie werd ontwikkeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het psychogeen perspectief?

A
  • Abnormaal functioneren heeft psychische oorzaken
  • Toename in populariteit gebaseerd op werk met hypnose
    1. Mesmer: Hypnose voor hysterische stoornissen
    2. Freud: Psychoanalyse; poliklinische therapie
  • Psychoanalytische theorie en behandeling werden algemeen aanvaard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Afgelopen decennia en hedendaagse trends

A

Negatieve publieke attitudes bestaan nog steeds, maar er zijn grote veranderingen geweest in de laatste 60 jaar in hoe clinici abnormaal functioneren begrijpen en behandelen:
* Meer theorieén en behadelingsvormen
* Meer onderzoek en informatie
* Meer meningsversc3hillen over abnormaal functioneren
1. Biologische theorieën
1. Psychologische theorieën
1. Sociologische theorieën
1. Humanistische theorieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wanneer werden nieuwe psychoactieve medicaties ontdekt en welke?

A

Ontdekt in jaren 50
* Antipsychotische drugs
* Antidepressiva
* Anxiolytische medicatie (anti-angst)
* Heeft gezorgd voor minder opnames in klinieken en meer poliklinische behandelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe worden mensen met serieuze psychische problemen verzorgd?

voor 1950 vs nu

A

Voor 1950
* Bijna alle poliklinische behandeling bestond uit private psychotherapie

Vandaag
* Poliklinische behandeling is de voornaamste methode van behandeling; vaker verzekerd
* Preventie programma’s nemen toe; positieve psychologie groeit
* Programma’s die zich specifiek richten op een specifiek psychische probleem zijn ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Multiculturele Psychologie

A
  • Een nieuw studiegebied dat ontwikkelde onder invloed van de groeiende diversiteit (voornamelijk in de VS, maar ook Europa)
  • Multiculturele psychologen proberen te begrijpen hoe factoren zoals cultuur, etniciteit, gender en andere factoren een invloed hebben op gedragingen en gedachtes en hoe mensen met verschillende achtergronden psychologisch verschillen
22
Q

De invloed van verzekeringspolissen

A

De manier waarop verzekeringen omgaan met mentale gezondheid heeft een invloed op diagnoses en behandeling
* Sinds 2014 is behandeling van psychische klachten onderdeel van de basisverzekering in Nederland (via huisarts)
* Ernstigere klachten gaat via GGZ
* Verwijzing via huisarts (vereist DSM-V diagnose!)
* Sommige zaken vallen niet onder basisverzekering (bv., relatieproblemen, burnout, klachten zonder diagnose; hiervoor kan je wel bij de huisarts terecht)

23
Q

Wat zijn de hedendaagse leidende theorieën?

A

Veel verschillende theoretische perspectieven
* Psychoanalytisch
* Biologisch
* Cognitief-gedrags –> meest gebruikt in nl
* Humanistisch-existentieel
* Socio-cultureel
* Ontwikkelings-psychopathologisch

Geen enkel perspectief heeft de overhand in het klinische veld

24
Q

Wat zijn de hedendaagse leidende beroepen?

A

Een verscheidenheid aan beroepen biedt hulp bij psychologische problemen
* Psychiater
* Psycholoog
* Sociaal werker
* Counselor

25
Technologie en mentale gezondheid
* De digitale wereld zorgt voor nieuwe triggers en platformen voor het uiten van abnormaal gedrag * Gebruik van online mentale-gezondheidsdiensten neemt heel snel toe * Mentale gezondheidsapps op de marktplaats nemen sterk toe * Enorme hoeveelheid on online (mis)informatie
26
Wat houdt onderzoek in?
Onderzoek is het systematische zoeken naar feiten met behulp van observaties en studies
27
Wat doen klinische onderzoekers?
Klinische onderzoekers * Proberen universele wetten en principes te ontdekken * Zoeken naar idiografisch begrijpen * Doen over het algemene geen diagnose of behandeling van patiënten * Maken gebruik van de wetenschappelijke methode
28
Klinisch onderzoekers maken, in brede zin, gebruik van drie verschillende methoden voor onderzoek, welke?
1. Casussen 1. Correlationele methoden 1. Experimentele methoden
29
# Casus studie Wat is het nut van casussen?
* Geeft een gedetailleerde beeld van een persoon zijn/haar leven en psychische problemen * Bron van nieuwe ideeën over gedrag * Kan tentatieve ondersteuning bieden van een theorie * Kan de assumpties van een theorie uitdagen * Introductie van nieuwe therapeutische technieken * Geeft gelegenheid om weinig voorkomende problemen te bestuderen
30
# Casus studies Wat zijn de beperkingen van casussen?
* Bias bij de observators/onderzoekers (Vragen alleen naar wat ze willen weten) * Subjectieve evidentie (weinig interne validiteit) * Zwakke basis voor generalisaties (weinig externe validiteit)
31
# correlationele methode Wat is een correlatie?
De mate waarin gebeurtenissen of karakteristieken varieren met elkaar * Positieve correlatie (>0 - 1) * Negatieve correlatie (<0 - -1) * Ongerelateerd (0)
32
Wat is de correlationele methode?
Onderzoeksprocedure om de mate van samenhang tussen variabelen te bepalen
33
# correlationele methode Wat zijn participanten?
* Mensen die gekozen zijn voor een studie worden samengenomen de sample genoemd * Idealiter: De sample is representatief voor de hele bevolking (of een bepaalde (sub)populatie)
34
Wanneer kunnen correlaties vertrouwd worden?
**Correlaties worden als betrouwbaar gezien na een statische analyses** * Statistische significantie: De bevinding (correlatie) is onwaarschijnlijk het resultaat van toeval * Over het algemeen neemt het vertrouwen in een correlaties toe naarmate de sample en de sterkte van de correlatie groter zijn
35
Wat zijn de sterktes en zwaktes van de correlationele methode?
**Voordelen van de correlationele methode** * Heeft hoge externe validiteit (bevindingen kunnen gegeneraliseerd worden wanneer de sample representatief is) * Het is mogelijk om de bevindingen te herhalen (repliceren) in studies met andere samples **Problemen met correlationele studies** * Beperkte interne validiteit * Beschrijft, maar verklaart een relatie niet en geeft geen uitspraak over causaliteit
36
# experimentele methode Wat is een experiment?
De variabele van belang (onafhankelijke variabele) wordt gemanipuleerd en het effect van deze variabele op een andere variabele wordt geobserveerd (afhankelijke variabele) * Gemanipuleerde variable = Onafhankelijke variable * Geobserveerde variabele = afhankelijke variable
37
# experimentele methode Wat is een confound?
Variabelen anders dan de onafhankelijke variabele die een invloed kunnen hebben op de afhankelijke variabele
38
# experimentele methode Drie procedurele eigenschappen die kunnen beschermen tegen confounds
* Controle groep * Random toewijzing * Gemaskeerd (blind) design
39
Wat is de controle groep?
Participanten die niet worden blootgesteld aan de onafhankelijke variabele, maar wiens ervaring verder gelijk loop met deze in de experimentele groep * Verschil tussen deze en de experimentele groep wordt bepaald met statistische significantie * Clinici bepalen verder of het verschil tussen de controle en experimentele groep ook klinisch significant is
40
Wat is random toewijzing?
Iedere selectieprocedure die er voor zorgt dat elke participant in het experiment een even grote kans heeft om toegewezen te worden in de controle of de experimentele groep
41
Wat is een gemaskeerd (blind) design?
Een experiment waarin participanten niet weten aan welke groep (controle of experimentele) ze worden toegewezen * Placebo therapie
42
Wat is een dubbel-gemaskeerd design?
Een experiment waarin zowel participanten EN experimentleiders niet weten aan welke groep (controle of experimentele) de participanten worden toegewezen
43
Wat zijn voordelen van de verschillende onderzoeksmethoden?
Case studie: geeft info over individuen Correlationele methode: zelfde als experiment maar **geen** causaal verband Experimentele methode: geeft causale informatie
44
Alternatieve onderzoeksdesigns
**Klinische onderzoeker moeten zich vaak tevreden met designs die suboptimaal zijn. Dit worden typisch quasi-experimentele designs genoemd** * Gematchte designs (bv. mensen met of zonder bepaalde aandoening; verder helemaal gematcht) * Natuurlijke experimenten (bv., natuurrampen) * Analoge experimenten (bv., proberen het "echte leven" na te bootsen) * Single-subject experimenten (bv., ABAB design) * Longitudinale studies * Epidemiologische studies
45
# Alternatieve onderzoeksdesigns Gematchte (mixed) designs
* Participanten worden niet random toegewezen aan groepen, maar getrokken in bestaande groepen * Gematchte controle participanten worden gezocht op basis van demografische en andere variabelen om confounds tegen te gaan
46
# Alternatieve onderzoeksdesigns Natuurlijke experimenten
* De natuur manipuleert de onafhankelijke variabele en de experimentleider observeert de effecten * Typisch kunnen deze evenementen (de onafhankelijk variabele; bv. natuurramp) niet makkelijk gerepliceerd worden * Vaak moeilijk(er) om de resultaten van een individuele studie te generaliseren
47
# Alternatieve onderzoeksdesigns Analoge experimenten
* Onafhankelijk variabelen worden vrij gemanipuleerd, terwijl ethische en praktische limitaties vermeden worden * Participanten worden gestuurd om zich te gedragen in manieren die lijken op bepaalde situaties in het "echte level" (bv., Stanford prison experiment) * Experimentleiders kunnen echter er niet zeker van zijn dat de lab data precies overeenkomen met psychische fenomenen in het echte leven * Vaak worden dieren gebruikt als participanten
48
# Alternatieve onderzoeksdesigns Single-subject experimenten
* Een enkele participant wordt geobserveerd na manipulatie van de onafhankelijke variabele * Deze experimenten doen vaak beroep op baseline data als standaard voor vergelijking * Heeft hogere interne validiteit dan de casus-studie omdat de onafhankelijke variabele wordt gemanipuleerd --> ABAB (reversal) design
49
# Specifieke vormen van correlationeel onderzoek Longitudinale studies (bv. in high-risk populaties of over levensloop)
* Dezelfde participanten worden over een langere tijd meerdere keren geobserveerd * Vaak omdat: onafhankelijk variabele kan niet gemanipuleerd worden of random toewijzing is onmogelijk * Minder duidelijke conclusies over causaliteit mogelijk
50
# Specifieke vormen van correlationeel onderzoek Epidemiologische studies
Geven informative over de incidentie of prevalentie van een specifieke stoornis en een populatie * **Incidentie**: Aantal nieuwe gevallen in een specifieke periode * **Prevalentie**: Totaal aantal gevallen in een specifieke periode Voorbeelden van studies * Aantal nieuwe gevallen COVID per week * National Comorbidity Survey * National Comorbidity Survey Replication
51
Beschermen van participanten
**Primaire verplichting voor onderzoekers** * Vermijd fysiek of psychologische schade voor participanten **Institutional Review Board (IRB)/Ethische commissies** * Ethische commissies in een onderzoeksinstituut hebben de taak om toe te zien dat de rechten en veiligheid van participanten wordt gewaarborgd **IRBs proberen er voor te zorgen dat iedere studie de volgende rechten respecteert van de participanten (continued):** * De voordelen van de studie zijn groter dan de kosten/risico's. * De participanten worden beschermd tegen fysieke of psychologische schade. * De participanten hebben toegang tot informatie over de studie. * De privacy van de participanten wordt beschermd door principes zoals vertrouwelijkheid en anonimiteit.