HC 9 --> Stoornissen gerelateerd aan trauma en stress Flashcards

(51 cards)

1
Q

Componenten van stress

A

Stressor
* Een gebeurtenis die iets vereist
* Kan stress veroorzaken wanneer dit wordt gezien als bedreigend

Stress response
* De reactie van de persoon op de stressor

Uitzonderlijke stress en trauma
* Kunnen een centrale rol spelen bij een aantal psychologische stoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stress en psychologische stoornissen

A
  • Acute stress disorder
  • Posttraumatic stress disorder (PTSD)
  • DSM-5 classificeert deze als “trauma en stressor-gerelateerde stoornissen”
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stress en fysieke (psychofysiologische) stoornissen

A

DSM-5 classificeert deze als “psychologische factoren die een invloed uitoefenen op medische aandoeningen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Stress en arousal: De Fight-or-Flight reactie

Twee belangrijke systemen

A

Arousal en stress worden in gang gezet door de hypothalamus
Twee belangrijke systemen worden geactiveerd:
* Autonome zenuwstelsel (AZS) = uitgebreid netwerk van zenuwen die het centrale zenuwstelen (de hersenen en ruggengraat) connecteren met alle andere organen in het lichaam
* Endocriene system = netwerk van klieren doorheen het lichaam die hormonen vrijlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Autonoom zenuwstelsel: Fight or flight

Sympathisch zenuwstelsel

A
  • Verwijdt de pupil
  • Remt speekselvorming
  • Ontspant bronchiën
  • Versnelt hartslag
  • Remt de spijsvertering
  • Stimuleert de afgifte van glucose
  • Stimuleert de afscheiding van epinefrine en noradrenaline
  • Ontspant blaas
  • Stimuleert zaadlozing bij mannen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Autonoom zenuwstelsel: rest and digest

Parasympathisch zenuwstelsel

A

Trekt de pupil samen
Stimuleert speekselvorming
Vernauwt bronchiën
Vertraagt hartslag
Stimuleert de spijsvertering
Stimuleert galblaas
Trekt blaas samen
Laat bloed naar geslachtsorganen stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stress en arousal: De Fight-or-Flight reactie

Twee routes

A

Twee routes waarbij het AZS en het endocriene systeem arousal en angstreacties produceren
* Sympathetisch zenuwstelsel
* Hypothalamic-pituitary-adrenal (HPA) pathway

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hypothalamic-pituitary-adrenal (HPA) pathway

A
  • EN: Hypothalamus –> Pituitary gland –> Secretion of ACTH –> Adrenal cortex –> Corticosteroids
  • NL: Hypothalamus –> Hypofyse –> Afscheiding van ACTH –> Bijnierschors –> Corticosteroïden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Acute stress stoornis

A

Symptomen beginnen binnen 4 weken na het event en verdwijnen weer binnen een maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Posttraumatic stress stoornis (PTSS)

A

Symptomen beginnen kort na het event of maanden of zelf jaren erna
* 80% van alle gevallen van acute stress stoornis ontwikkelen zich in PTSD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Naast de verschillen in onset tijd en duratie van de symptomen zijn acute stress stoornis en PTSS nagenoeg identiek

A
  • Verhoogde arousal, angstigheid en schuldgevoelens
  • Herbeleven van het traumatische event
  • Vermijding
  • Verminderde reactiviteit en dissociatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Acute en posttraumatische stress stoornis

Checklist

A
  • Een persoon wordt blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis - overlijden of met de dood bedreigd, ernstig letsel of seksuele aanranding
  • Een persoon ervaart ten minste een van de volgende herbevelingssymptomen:
    1. Herhaalde, ongecontroleerde en verontrustende herinneringen
    1. Herhaalde en verontrustende traumagerelateerde dromen
    1. Dissociatieve ervaringen zoals flashbacks
    1. Aanzienlijke overstuur bij blootstelling aan traumagerelateerde signalen
    1. Uitgesproken fysieke reacties wanneer aan de gebeurtenis(sen) wordt herinnerd
    1. De persoon vermijdt voortdurend traumagerelateerde stimuli
    1. De persoon ervaart negatieve veranderingen in traumagerelateerde cognities en stemmingen, zoals het niet kunnen onthouden van belangrijke kenmerken van de gebeurtenis(sen) of het ervaren van herhaalde negatieve emoties
    1. De persoon vertoont opvallende veranderingen in opwinding of reactiviteit, zoals overmatige alertheid, extreme schrikreacties of slaapstoornissen
    1. De persoon ervaart aanzienlijk leed of beperkingen, met symptomen die langer dan een maand aanhouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Acute en posttraumatische stress stoornis, prevalentie

A
  • Kan op elke leeftijd voorkomen en alle aspecten van het leven beïnvloeden
  • Beïnvloedt elk jaar minstens 3,5 procent van de mensen in de Verenigde Staten
  • Vaker voor bij vrouwen (2: 1) en mensen met een laag inkomen
  • Tweederde van de getroffen mensen zoekt ooit een behandeling
  • Waarschijnlijker veroorzaakt door bepaalde gebeurtenissen - oorlog, rampen, misbruik en slachtofferschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Acute en posttraumatische stress stoornis

Triggers

A
  • Oorlog
  • Rampen en ongevallen
  • Misbruik (Seksueel misbruik en verkrachting)
  • Terrorisme
  • Martelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen?

A
  • Biologische factoren
  • Ervaringen uit de kindertijd
  • Persoonlijkheidsstijlen
  • Sociale ondersteuning
  • Ernst en aard van de trauma’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen?

Biologische factoren

A
  • Stressroutes van de hersenen en het lichaam
  • Stressgebieden in de hersenen
  • Erfelijke aanleg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen?

Ervaringen uit de kindertijd

A
  • Chronische verwaarlozing of misbruik
  • Armoede
  • Scheiding van ouders of echtscheiding
  • Catastrofe
  • Familieleden met psychische stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen?

Cognitieve factoren en coping stijlen

A
  • Pre-trauma geheugenmoeilijkheden
  • Intolerance of uncerainty
  • Inflexibele copingsstijlen
  • Resilience
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen?

Sociale ondersteuning

A

Zwakke gezins- en sociale ondersteuningssystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen?

Ernst en aard van het trauma

A
  • Ernstiger of langduriger trauma
  • Meer directe blootstelling aan trauma
  • Opzettelijk toegebracht trauma
  • Verminking, ernstig lichamelijk letsel of aanranding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen?

Ontwikkelingspsychopathologie perspectief

A
  • Timing van stressoren en trauma’s gedurende het ontwikkelingsverloop en
  • Overgeërfde of verworven biologische aanleg voor overreactiviteit in stressroutes tussen de hersenen en het lichaam en disfunctie in het hersenstresscircuit
  • Principes van equifinaliteit en multifinaliteit
22
Q

Hoe behandelen clinici acute en posttraumatische stress stoornissen?

A
  • Ongeveer de helft van alle gevallen van PTSD verbetert binnen 6 maanden; de rest kan jaren aanhouden
  • Behandelingsprocedures variëren afhankelijk van het type trauma, algemene doelen:
    1. Maak een einde aan aanhoudende stressreacties
    1. Krijg perspectief op pijnlijke ervaringen
    1. Keer terug naar constructief leven
23
Q

Hoe behandelen clinici acute en posttraumatische stress stoornissen?

Oorlogsveteranen

A
  • Antidepressiva
  • Cognitieve-gedragstherapie
    1. Cognitieve verwerkingstherapie
    1. Mindfulness-gebaseerde technieken
    1. Exposure technieken; prolonged exposure
    1. Eye movement desensitization and reprocessing (EMDR)
  • Koppel of familie therapie
  • Groep therapie
  • Combinatie van bovenstaande technieken en therapieën
24
Q

MindTech: Virtual Reality Therapy: Realistischer dan het echte leven?

A

Exposure-gebaseerde behandeling is de beste interventie voor patiënten met PTSS
* Vroegere behandelingen: In vivo exposure meer effectief dan coverte (imaginaire) exposure
* Vandaag: Virtual Reality exposure is nu standaard voor de behandeling van PTSS

Virtual Reality-therapie komt steeds vaker voor bij de behandeling van andere angststoornissen en fobieën

25
# Hoe behandelen clinici acute en posttraumatische stress stoornissen? Psychologische debriefing (kritisch incident stress debriefing)
* Crisis interventie waarin slachtoffers van trauma's binnen enkele dagen na het kritieke incident uitgebreid praten over hun gevoelens en reacties * Niet ondersteund in onderzoek
26
Dissociatieve stoornissen
* Groep aandoeningen veroorzaakt door traumatische gebeurtenissen * Wanneer dergelijke veranderingen in het geheugen geen duidelijke fysieke oorzaak hebben, worden ze "dissociatieve" stoornissen genoemd * Een deel van het geheugen van de persoon lijkt typisch gedissocieerd of gescheiden te zijn van de rest
27
Vormen van dissociatieve stoornissen
Dissociatieve amnesie * Dissociatieve fugue Dissociatieve identiteitsstoornis (meervoudigepersoonlijkheidsstoornis) * Subpersonaliteiten * Afwisselende personaliteiten
28
Dissociatieve amnesie | Checklist
* De persoon kan zich geen belangrijke levensgerelateerde informatie herinneren, meestal traumatische of stressvolle informatie. Het geheugenprobleem is meer dan simpelweg vergeten. * Leidt tot aanzienlijk leed of bijzondere waardevermindering * Symptomen worden niet veroorzaakt door een stof of medische aandoening
29
Dissociatieve identiteitsstoornis | Checklist
* De persoon ervaart een verstoring van zijn of haar identiteit, zoals weerspiegeld door ten minste twee afzonderlijke persoonlijkheidsstaten of ervaringen met "bezeten zijn" * Persoon ervaart herhaaldelijk geheugenlacunes met betrekking tot dagelijkse gebeurtenissen, belangrijke persoonlijke informatie of traumatische gebeurtenissen, die verder gaan dan het gewone vergeten * Leidt tot aanzienlijk leed of bijzondere waardeverminderlng * Symptomen worden niet veroorzaakt door een stof of medische aandoening
30
Dissociatieve amnesie
Onvermogen om belangrijke informatie over iemands leven te herinneren, meestal van verontrustende aard * Geheugenverlies veel uitgebreider dan normaal vergeten en wordt niet veroorzaakt door fysieke factoren * Vaak wordt de amnesie-episode direct veroorzaakt door een specifieke stresserende gebeurtenis
31
Dissociatieve amnesie, 4 vormen:
1. Gelokaliseerd 1. Selectief 1. Gegeneraliseerd 1. Continu
32
Gelokaliseerde dissociatieve amnesie
Meest voorkomende type; verlies van alle herinneringen aan gebeurtenissen die binnen een beperkte periode hebben plaatsgevonden
33
Selectieve dissociatieve amnesie
Geheugenverlies voor sommige, maar niet alle, gebeurtenissen die binnen een bepaalde periode plaatsvinden
34
Gegeneraliseerde dissociatieve amnesie
Geheugenverlies beginnend met een gebeurtenis, maar zich uitstrekkend in de tijd; kan het identiteitsgevoel verliezen; herkent misschien familie en vrienden niet
35
Continue dissociatieve amnesie
Vergeten gaat door in de toekomst; vrij zeldzaam in gevallen van dissociatief geheugenverlies
36
Dissociatieve fugue
Extreme versie van dissociatieve amnesie * Mensen vergeten niet alleen hun persoonlijke identiteit en details uit hun verleden, maar vluchten ook naar een heel andere locatie * Kan kort of ernstiger zijn
37
PsychWatch: Onderdrukte herinneringen of valse herinneringen?
* De aanspraken op herstel van jeugdherinneringen aan misbruik zijn de afgelopen jaren afgenomen * Onderdrukte herinneringen aan seksueel misbruik uit de kindertijd komen in verschillende situaties naar voren * Tegenargument: suggestibiliteit 1. Herinneringen kunnen gebrekkige illusies zijn of valse beelden gevormd door een verwarde geest; gemaakt in laboratorium 1. Sommige mensen zijn vatbaarder voor valse herinneringen 1. Details van seksueel misbruik van kinderen worden vaak onthouden
38
PsychWatch: De eigenaardigheden van het geheugen
Er zijn veel eigenaardigheden in het geheugen vastgesteld * Verstrooidheid * Déjà vu * Jamais vu * Tip-of-the-tong fenomeen * Eidetische afbeeldingen * Geheugen onder narcose * Geheugen voor muziek * Visueel geheugen
39
Dissociatieve identiteitsstoornis (meervoudigepersoonlijkheidsstoornis)
* Er ontstaan twee of meer verschillende persoonlijkheden (subpersoonlijkheden) * Elk heeft een unieke reeks herinneringen, gedragingen, gedachten en emoties * Een plotselinge beweging van de ene subpersoon naar de andere (switchen) wordt meestal veroorzaakt door stress * Bij vrouwen werd drie keer vaker de diagnose gesteld dan bij mannen
40
Hoe verhouden subpersoonlijkheden zich tot elkaar?
Drie verschillende soorten van relaties tussen subpersoonlijkheden * Wederzijds geheugenverlies relaties (mutually amnesic) * Wederzijds bekende patronen (mutually cognizant) * Eenrichtingsrelaties met geheugenverlies (one-way amnesic) Het gemiddelde aantal subpersoonlijkheden wordt nu geschat op 15 voor vrouwen en 8 voor mannen; verschijnen vaak in groepen van 2 of 3
41
Hoe verschillen de subpersoonlijkheden?
Subpersoonlijkheden vertonen vaak dramatisch verschillende kenmerken * Identificerende kenmerken * Mogelijkheden en voorkeuren * Fysiologische reacties
42
Hoe prevalent is dissociatieve stoornis?
* Traditioneel werd aangenomen dat DIS zeldzaam was * Het aantal mensen bij wie de aandoening is vastgesteld, is toegenomen * Hoewel de aandoening nog steeds ongebruikelijk is, zijn duizenden gevallen alleen al in de Verenigde Staten en Canada gedocumenteerd * Ondanks veranderingen blijven veel clinici de legitimiteit van deze categorie in twijfel trekken
43
Hoe verklaren theoretici dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis?
Er is een verscheidenheid aan theorieën voorgesteld om dissociatieve stoornissen te verklaren * Oudere verklaringen hebben niet veel onderzoeksondersteuning gekregen * Nieuwere standpunten, die cognitieve, gedrags- en biologische principes combineren, hebben de interesse van klinische wetenschappers gewekt
44
Hoe verklaren theoretici dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis? | Psychodynamisch perspectief
* Dissociatieve stoornissen worden veroorzaakt door onderdrukking * Mensen bestrijden angstgevoelens door onbewust te voorkomen dat pijnlijke herinneringen, gedachten of impulsen het bewustzijn bereiken * Dissociatief geheugenverlies en fugues zijn afzonderlijke episodes van massale onderdrukking * DIS is het resultaat van een leven van buitensporige onderdrukking, ingegeven door zeer traumatische gebeurtenissen in de kindertijd * De meeste steun voor dit model is ontleend aan casuïstiek, die meedogenloze ervaringen uit de kindertijd rapporteren * Toch ontwikkelt slechts een klein deel van de mishandelde kinderen deze aandoening
45
Hoe verklaren theoretici dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis? | Cognitief-gedragsperspectief
* Dissociatie groeit uit normale geheugenprocessen en is een reactie die wordt geleerd door operante conditionering * Behaviorists vertrouwen grotendeels op casuïstiek om hun visie op dissociatieve stoornissen te ondersteunen
46
Hoe verklaren theoretici dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis? | State-dependent leren
* Leren wordt geassocieerd met de omstandigheden waaronder het plaatsvond, zodat het het beste onder dezelfde omstandigheden kan worden onthouden * Mensen die vatbaar zijn voor het ontwikkelen van dissociatieve stoornissen hebben verbanden tussen staat en geheugen die ongebruikelijk star en smal zijn
47
Hoe verklaren theoretici dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis? | Zelf-hypnose
* Parallel tussen hypnotisch geheugenverlies en dissociatieve stoornissen * Krachtige suggesties om te vergeten * Suggesties die in de praktijk worden gebracht door middel van sociale en cognitieve mechanismen
48
Hoe helpen therapeuten mensen met dissociatief geheugenverlies?
* Psychodynamische therapeuten begeleiden patiënten om hun onderbewustzijn te doorzoeken en vergeten ervaringen in het bewustzijn te brengen * Bij hypnotische therapie worden patiënten gehypnotiseerd en begeleid om zich vergeten gebeurtenissen te herinneren * Bij medicamenteuze therapie worden soms intraveneuze injecties van barbituraten gebruikt om patiënten te helpen verloren herinneringen terug te krijgen * In tegenstelling tot slachtoffers van dissociatief geheugenverlies of fugue, herstellen mensen met DIS doorgaans niet zonder behandeling * De behandeling van dit patroon is, net als de aandoening zelf, complex en moeilijk
49
Hoe helpen therapeuten mensen met dissociatief geheugenverlies? | Therapeuten proberen meestal cliënten te helpen
* Herken volledig de aard van hun aandoening * Herstel de gaten in hun geheugen * Integreer hun subpersoonlijkheden in één functionele persoonlijkheid
50
Depersonalizatie-derealizatie stoornis
* DSM-5 categoriseert dit als een dissociatieve stoornis, maar niet als een die wordt gekenmerkt door de geheugenproblemen die worden aangetroffen in de andere dissociatieve stoornissen * Centraal symptoom zijn aanhoudende en terugkerende episodes van depersonalisatie en / of derealisatie
51
Depersonalizatie-derealizatie stoornis | Eigenschappen
* Gevoel van onthechting van eigen mentale processen of lichaam * Zelf van buitenaf observeren * Het gevoel dat mensen of objecten onwerkelijk of afstandelijk zijn Voorbijgaande depersonalisatie- en derealisatie-ervaringen komen relatief vaak voor, terwijl depersonalisatie-derealisatiestoornis dat niet is.