HC3 Basis persoonlijkheidskenmerken Flashcards
(32 cards)
Lexicale benadering
Bestudering taal welke woorden er worden gebruikt om persoonlijkheid te omschrijven.
Ecologisch valide maar bepaalde culturen hebben meer/minder woorden
Gedragsgebaseerde modellen
Op basis van gedrag persoonlijkheidstrekken creëren.
Big Five factormodel
OCEAN
Dimensionale aanpak
Cross-situationeel en cross-cultureel en longitudinaal consistent
Trekken zijn goede voorspellers van gedrag
Neuroticisme
Individuele verschillen in (sociale) angst, ergernis, kwetsbaarheid en negatieve emotionaliteit
Extraversie
Refereert naar sociaal, assertief, dominant, energiek en optimistisch zijn, versus een voorkeur hebben voor solitaire activiteiten, anderen volgen en introvert zijn
Openheid voor ervaringen
Creatief zijn, problemen/situaties met open geest benaderen tov minder fantasierijk en meer nuchter zijn, voorkeur hebben voor bekende paden en oplossingen
Vriendelijkheid/ Altruïsme
Kwaliteit van sociale interactie: warm, vriendelijk, empathisch versus koud, egocentrisch en antagonistisch
Consciëntieusheid
Werkgerelateerde trekken: precies, ordelijk, planmatig, ambitieus, maar ook beschikken over zelfdiscipline en zichzelf als competent beschouwen
Persoonlijkheidstrekken en geweld
Duidelijke link antisociaal gedrag en agressie met Altruïsme en (in mindere mate) Neuroticisme en consciëntieusheid
Neuroticisme en reactieve agressie
Hogere neuroticisme leidt tot meer reactieve/warmbloedige agressie
Neuroticisme en proactieve agressie
Laag neuroticisme leidt tot meer proactieve/koudbloedige agressie
Persoonlijkheidsstoornis DSM
Patronen van langere tijd
Star en aanhoudend
Innerlijke beleving en gedrag
Start in adolescentie
Beperkt functioneren in dagelijks leven
Categorische benadering
Cluster A
Vreemd:
Paranoïde
Schizoïde
Schizotypisch
Cluster B
Grillig:
Antisociaal
Borderline
Narcistisch
Histronische
Cluster C
Angst:
Vermijdend
Afhankelijk
OCPD
Veel overlap en comorbiditeit
Egosyntoon
Hieronder worden gedragingen of gevoelens verstaan die als natuurlijk deel van het zelf worden beschouwd, men heeft er zelf geen last van
Egodystoon
Hieronder worden gedragingen of gevoelens verstaan die als vreemd ten opzichte van de eigen identiteit worden beschouwd, men heeft er zelf last van
Alternatieve model van persoonlijkheidsstoornissen (AMPS)
Dimensionale benadering. neemt ernst mee. onderscheid clusters valt weg. paranoïde, afhankelijk, schizoïde en histronische pd vallen weg
AMPS, criterium A
Matig of ernstig beperkingen zijn in functioneren in identiteit, zelf-directie, empathie of intimiteit
AMPS, criterium B
PID-5
5 domeinen met 25 facetten
Negatief affect, afstandelijkheid, antagonisme, disinhibitie, psychoticisme
(Extremere varianten van de BF)
Psychopathie - definitie
“Het psychopatische individu is welbespraakt, grandioos, oneerlijk, sluw en manipulatief, gevoelloos, impulsief, onverantwoordelijk, zoekt stimulatie, weigert verantwoordelijkheid te nemen voor acties, heeft een gebrek aan schuldgevoel, empathie en berouw.”
Psychopathie
- Geen officiële DSM PS
- Positief gelinkt aan agressie, antisociaal gedrag, institutioneel wangedrag, recidivisme en externaliserend gedrag
- Echter niet helemaal duidelijk of dit deel is van het construct of een uitkomst
Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS) - definitie
Pervasief patroon van veronachtzaming en schending van de rechten van anderen dat zich openbaart vanaf het 15e levensjaar. Dit patroon wordt gezien in het volgende: weigert zich aan sociale normen te houden, bedriegelijkheid, impulsiviteit of onvermogen om vooruit te plannen, irriteerbaarheid en agressiviteit, roekeloze minachting voor de veiligheid van anderen, consistente onverantwoordelijkheid en gebrek aan berouw
Antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPS)
- Veel overlap met psychopathie
- In AMPS: psychopathie als specifier van ASPS
- (Net als psychopathie) links met agressie, antisociaal gedrag, institutioneel wangedrag, recidivisme en externaliserend gedrag