HC4 Narcisme Flashcards

(22 cards)

1
Q

Narcisme - geschiedenis

A

Narcisme binnen de psychologie een relatief “jong” construct:
* Narcissus mythe in de Griekse oudheid
* 19e en vroeg 20e eeuw: Narcisme als seksuele interesse stoornis
* Mid-20e eeuw: Narcisme met een focus op dysregulatie in de zelfwaarde
* Sinds 1970: Narcisme opgenomen in de DSM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Continue/dimensionele benadering van narcisme

A

Kernaspecten normaal en pathologisch narcisme:
a) Kwaliteit, samenhang en stabiliteit van zelfbeeld
b) Affectregulatie (~ regulatie van eigenwaarde)
c) Psychologische en emotionele investering in anderen + aard en kwaliteit van interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Normaal/ gezond narcisme

A

Essentieel en functioneel:
a) Zelfbehoud
b) Eigenwaarde en affectregulatie (uniek persoon)
c) Gezonde interpersoonlijke relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Overdreven narcisme

A

a) Die mensen hebben een sterker eigenbelang, meer belang aan zichzelf dan aan anderen. gaat gepaard met daadwerkelijke hoge prestaties. dus zelfbeeld wel in lijn met werkelijke prestaties.
b) Zelfregulatie, kunnen ze wel goed reguleren.
c) Interpersoonlijke relaties, aanvaardbaar, maar meer verandering en conflict en drama.

Functioneren = oké, positieve en negatieve uitschieters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pathologisch narcisme

A

a. slechte regulatie van zelfbeeld, instabiel, fragiel, inconsistent
b. slechte effectregulatie vooral beïnvloedt door boosheid, schaamte en afgunst
c. disfunctionele persoonlijke relaties.

Functioneren = wisselend, waarbij mensen vaak fluctueren tussen overdreven en pathologisch narcisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Grandioos-exhibitionistisch (overt) narcisme

A
  • Uitgedragen gevoel van superioriteit
  • Grootse fantasieën om gevoel van eigenwaarde te beschermen
  • Gebruiken anderen om gevoel van eigenwaarde te ondersteunen en/of vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kwetsbaar/gevoelig (covert) narcisme

A
  • Geremd, beschaamd, haatdragend
  • (Gevaar op) schaamte staat openlijke uitdraging, superioriteit maar ook daadwerkelijke kansen en mogelijkheden in de weg
  • Terughoudend in intimiteit uit angst voor kritiek en afwijzing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Narcisme DSM - Sectie II (categorisch)

A

Een diepgaand patroon van grootheidsgevoelens (in fantasie of gedrag), behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie, beginnend in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse situaties, zoals blijkt uit vijf (of meer) van de volgende kenmerken:
* heeft een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid
* is gepreoccupeerd met fantasieën over onbeperkte successen, macht, genialiteit, schoonheid of ideale liefde
* gelooft dat hij ‘heel speciaal’ en uniek is en alleen begrepen kan worden door, of hoort om te gaan met, andere heel speciale mensen (of instellingen) met een hoge status
* verlangt buitensporige bewondering
* heeft een gevoel bijzondere rechten te hebben
* exploiteert anderen
* heeft gebrek aan empathie
* Is vaak afgunstig of meent dat anderen op hem afgunstig zijn
* Is arrogant of toont hooghartig gedrag of hooghartige houdingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Narcisme DSM - Sectie III (dimensioneel)

A

Criterium A, problemen in:
* Identiteit: Overdreven, maar fluctuerende zelfwaarde
* Zelf-directie: Onredelijk hoge of lage standaarden voor zelf, gebrek aan inzicht in eigen motivatie, doelen stellen voor verkrijgen waardering anderen
* Empathie: Gebrekkige vaardigheid om behoeftes en gevoelens van anderen te herkennen en ermee te identificeren, extreme gevoeligheid voor de reacties van anderen waar relevant voor de zelf, over-of onderschatting van effect op anderen
* Intimiteit: Oppervlakkige relaties met het doel om zelfbeeld te reguleren, weinig interesse in de ervaring van anderen, focus op wat zij er zelf uitkrijgen
Criterium B, met name problemen in:
* Grandiositeit en aandachtzoeken (Antagonisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Narcisme comorbiditeit

A

Niet-persoonlijkheidsstoornissen: depressieve stoornissen,
middelenmisbruik, bipolaire stoornis

Persoonlijkheidsstoornissen: borderline ps,
antisociale ps, obsessief-compulsieve ps, ontwijkende ps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prevalentie narcisme PS

A

In algemene populatie: 2-6%
In klinische setting: 1.3-22%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Empathie en narcisme PS

A

Cognitief: capaciteit gelijk als normaal persoon, maar minder motivatie vanuit onverschilligheid of bescherming van eigen emoties
Emotioneel: verminderde capaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ego threat

A

Iemands ego wordt bedreigd waardoor iemand schaamte, woede, agressie, angst ervaart. interpretatie is van groot belang voor uiteindelijk gedrag: liggen de redenen extern of intern?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Narcisme PS - fluctuaties

A

Pathologisch narcisme wordt gekenmerkt door reactiviteit en fluctuatie, alsook een gevoel van superioriteit
* Positieve gebeurtenissen: tijdelijke boost aan zelfbeeld en vermindering pathologisch functioneren (m.n. in het relationele domein)
* Negatieve gebeurtenissen: tijdelijke verslechtering pathologisch functioneren als gevolg van (de perceptie) ondermijnd te worden (ego threat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Woede en agressie - narcisme PS

A

Effectieve manieren om zelfwaarde en interpersoonlijk functioneren te reguleren. Ook verhoogde kans op suicide of zelf-agressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

White collar crime - narcisme PS

A

Non-agressieve criminaliteit, zoals fraude
Daders:
* Meestal in posities van macht of vertrouwen, met speciale skills waardoor ze toegang hebben tot geclassificeerde informatie
* Meestal uit eigen interesse, maar soms ook ter bescherming/elevatie van bedrijf
* Vaak overdreven hoog zelfvertrouwen en paradoxaal hoge onverantwoordelijkheid, onbetrouwbaarheid en risico-nemen
* Narcistische fantasieën van onschaadbaarheid en succes maken individuen gevoelig voor misbruik van macht
* Narcistische trekken gelinkt aan gebrek aan schuldgevoel

17
Q

Intiem partner geweld - NPS

A

= Gebruik van fysieke en/of seksuele agressie binnen romantische relaties (kan ook emotionele en verbale agressie bevatten)
* Individuen met pathologisch narcisme interpreteren ambivalente communicatie vaak als persoonlijke aanval, zijn gevoelig voor kritiek, hebben een gevoel van entitlement en afgunst
* Narcisme m.n. bij vrouwen gerelateerd aan intiem partner geweld

18
Q

Fysieke agressie - NPS

A
  • Zoals al genoemd: ego threat trigger voor o.a. fysiek geweld
  • Pathologisch narcisme belangrijke voorspeller van geweld in klinische, forensische en studentenpopulaties
19
Q

Seksueel geweld - NPS

A

Sterk verband tussen pathologisch narcisme en seksuele agressie en dwang, mogelijk door:
* Eigen aantrekkelijkheid wordt niet in vraag gesteld (superioriteit)
* Onvermogen of ongewilligheid om ander zijn perspectief te nemen
* Status willen verkrijgen met seksuele bekwaamheid
* Gevoel hebben recht te hebben op seks (entitlement)
* Ander willen straffen als seks ontzegd wordt
→ ‘Narcistische weerstandstheorie van verkrachting

20
Q

Boordeling NPS

A

Vragenlijsten, zelf-rapportage, multi-trek: meerdere bronnen waaronder naasten, familie, werk, partner

21
Q

Behandeling NPS

A
  • Individuen met pathologisch narcisme vaak ongewillig in behandeling
  • Geven vaak enkel stukjes van de waarheid en hebben een eigen agenda
  • Gaan “onacceptabele” topics uit de weg
22
Q

Wat kun je wel doen als behandelaar?

A
  • Wees flexibel!
  • Probeer de motivatie van je patiënt aan te wakkeren!
    Maar nog veel onderzoek nodig naar wat wel (en niet) werkt!