HFST 10 Afdrukname Flashcards
(15 cards)
Eisen goede afdruk (3)
1) preparatie wordt exact weergegeven
2) overgang geprepareerd naar niet-geprepareerd duidelijk zichtbaar
3) geeft voldoende informatie over rest van tandenboog en antagonisten
Stappenplan afdruk nemen (5)
1) werkterrein droogleggen
2) preparatierand vrijleggen/sulcusverwijding
3) uitzoeken en passen van afdruklepel
4) afdrukken (na selectie van materialen en technieken)
5) uitgieten afdruk/model vervaardigen
Doel sulcusverbreding (4)
1) duidelijk zicht op randen en kroongedeelte onder de randen
2) droog werkterrein
3) brede en eenvoudige toegang
4) voldoende dikte van afdrukmateriaal
Methoden weefselverplaatsing (5)
1) retractiedraad
2) expanderende gel/schuim
3) electrotoom
4) laser (voorkeur aan diode wegens weinig necrose en recessie)
5) chirurgie
Waarom blijft bij de dubbele draad techniek de onderste fijne draad zitten?
Heeft een bloedstelpend effect, houdt de sulcus open en droog:
1) houdt coagulum intact
2) remt insijpeling sulcusvocht af
3) voorkomt dat verplaatste gingiva terug “invalt”
In welke situaties beter geen retractiedraad gebruiken? (3)
1) af te drukken tanden grenzen approximaal heel dicht aan elkaar met daartussen een stevige papil (chirurgische sulcusverwijding zonder papilhoogte te wijzigen)
2) preparatierand ligt duidelijk subgingivaal en is omgeven door strak weefsel, bv. palatale sulci BK en distaal ondermolaren (chirurgische sulcusverwijding)
3) geen ruimte tussen preparatierand en sulcusbodem, forceren leidt tot onherstelbare schade (parodontale chirurgie met botverlaging om biologische breedte te respecteren)
Voordelen expanderende gel of schuim volgens fabrikant (3)
1) eenvoudig en tijdbesparend, tot 50% sneller
2) minder kans op bloedingen na verwijderen
3) mild voor weefsel, vergroot patiëntencomfort
Indicaties chirurgische methode (3)
1) creëren van “pontic bed”
2) gingivale asymmetrie
3) klinische kroonverlenging, locaties waar biologische breedte hersteld dient te worden
Keuze van materiaal en methode afhankelijk van (7)
1) nauwkeurigheid van reproductie
2) klinische verwerking (tijd, viscositeit, vochtgevoeligheid)
3) dimensionele stabiliteit van afdruk (bewaren en # modellen uitgieten)
4) biologisch gedrag (irritatie en allergie)
5) sterkte materiaal (scheuren en vervorming)
6) houdbaarheid
7) verwerking in het labo
Nadelen reversibele hydrocolloïden (3)
1) omslachtige techniek waarbij koud water in holle afdruklepel moet circuleren
2) hydrocolloïd niet sterk: subgingivale delen kunnen afbreken
3) vereist specifieke voor- en nazorg: materiaal vooraf opwarmen en afdruk binnen 15 minuten uitgieten
Eisen individuele afdruklepel (5)
1) sterk en star want mag niet vervormen (minstens 2 mm dik)
2) overal zelfde dikte afdrukmasse (ca 3 mm)
3) occlusale stops op ongeprepareerde elementen om eenvoudig te centreren
4) randen niet te diep in omslagplooi
5) retentief voor afdrukmateriaal: perforaties of adhesieflak
Voor- en nadelen van de 1-fase procedure bij afdrukken met confectielepel
+ snel
+ visceuze putty of “hard body” drukt dun-vloeibare materiaal goed rond preparatie
- assistentie noodzakelijk
- stabilisatie en fixatie onbetrouwbaar tot putty is uitgehard
(geen vaste steunpunten i.v.m. 2-fase procedure)
Indicaties paskappen of “copings” (3)
1) onmogelijk alle preparaties in 1 afdruk te vatten
2) bij aparte metalen stiftopbouwen
3) bij omvangrijke restauratief-prothetische werken
Voorbereiden van afdruk voor transport (4)
1) afspoelen met water en meerfunctiespuit
2) desinfecteren met aangepaste producten
3) vochtig of droog verschepen afhankelijk van het materiaal
4) afdruk stabiliseren in verzendbox
Nadelen digitaal afdrukken (3)
1) resultaat sterk afhankelijk van vaardigheid om preparatierand op scherm aan te geven
2) finale occlusale vormgeving alleen bij passen/plaatsen in mond mogelijk (niet op model)
3) voorlopig arbeids- en kostenintensiever dan traditionele methode