HFST 6 Biomechanische principes van restauratieve preparaties Flashcards

(15 cards)

1
Q

Doelstellingen voor elke preparatie (2)

A

1) voldoende ruimte creëren voor restauratief materiaal: voldoende stevigheid + behoud normale tandcontour

2) optimale randaansluiting bekomen: ontwikkeling van secundaire cariës en gingivitis door plaqueaccumulatie vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie convergentiehoek

A

hoek tussen tegenoverliggende axiale wanden, voor optimale retentie bedraagt deze taper 2-6.5°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gevolgen overmatige weefselafname (4)

A

1) korte klinische kroon/ te conisch
2) aanzienlijk retentieverlies
3) fractuur tand
4) necrose pulpa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gevolgen te zuinige weefselafname (4)

A

1) overgecontoureerde restauraties
2) interferentie occlusie en articulatie
3) breuk restauratie
4) slechte esthetiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe retentie optimaliseren? (4)

A

retentie = weerstand tegen trekkrachten

1) convergentie of taper van axiale vlakken

2) grootte restauratieoppervlak
- tandtype (molaar versus incisief)
- lengte klinische kroon
- opp. beslepen tandmateriaal

oppervlaktevergroting door groeven, boxen en pinretenties (+ trekkrachten omgezet in schuifkrachten)

3) gebied onderhevig aan schuifkrachten: beperking # vrijheidsgraden door aanbrengen van parallel lopende groeven

4) oppervlakteruwheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe resistentie optimaliseren? (4)

A

resistentie = weerstand tegen schuifkrachten

1) mate van hefboomwerking: actielijn moet binnen ondersteunende tandstructuur lopen + resistentiegebied boven tangentlijn zo groot mogelijk

2) lengte preparatie: hoe langer, hoe meer resistentie

3) diameter beslepen stomp: hoe smaller, hoe meer resistentie wat in verband staat met de grootte van resistentiegebied, namelijk kleiner bij brede diameter door grotere straal van rotatieboog (!! omgekeerd bij retentie)

4) coniciteit beslepen stomp, afhankelijk van hoogte en breedte van preparatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe bepaal je de invoerrichting van een solitaire preparatie? Waar dien je rekening mee te houden?

A

Inzetrichting posterieur is meestal parallel met de lengteas van de tand, anterieure partiële kroon parallel aan het incisale 2/3 van het buccale vlak

Rekening houden met interferentie buurtanden bij insertie:

  • inzetrichting loodrecht op occlusievlak i.p.v. volgens de lengteas
  • gemigreerde buurtand “reshapen”
  • orthodontie bij ernstige migraties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Parallelliteit tussen verschillende preparaties controleren door:

A

Goede preparatie toont alle axiale wanden in één enkel oogopzicht (niet mogelijk bij divergentie of ondersnijdingen)

  • indirect via mondspiegel
  • afdruk
  • gipsmodel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schouderloze randpreparatie (indicatie, voordeel en nadeel)

A
  • vooral historisch
  • gemakkelijke uitvoering
  • onduidelijke rand, kans op te conische preparatie + niet elk materiaal laat toe om zo fijn afgewerkt te worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Afgeronde rechte schouder (indicatie, voordeel en nadeel)

A
  • monolytische restauraties uit indirect composiet, porselein en glaskeramiek
  • vermindert spanning, duidelijke schouder waarop kroon kan steunen bij belasting
  • vrij grote randspleet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schouder-bevel (indicatie, voordeel en nadeel)

A
  • volledig metalen restauratierand, stilaan verlaten
  • minimale randspleet en secundaire cariës
  • niet esthetisch en technisch moeilijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Chamfer (indicatie, voordeel en nadeel)

A
  • metaal-porseleinen of zirconiumoxide kronen (geschikt voor restauraties bestaande uit 2 materialen: vb. metalen frame dat overbakken wordt met porselein
  • brede heavy chamfer geschikt voor high strenght oxidekeramieken
  • voldoende ruimte voor materiaalbulk, esthetisch, gunstige verdeling van spanningen
  • gebrekkige randaansluiting door volumetrische krimp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Structurele duurzaamheid afhankelijk van (4)

A

1) mate occlusale reductie: tandstand en occlusale morfologie (stabiele interdigitatie)
2) mate functionele knobbelreductie: parallel aan de knobbelhelling van antagonist
3) mate axiale reductie
4) factoren die weerstand verhogen (vb. interne versterkingsbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe retentie en resistentie vergroten? (6)

A

1) rondom rond schouder aanbrengen
2) tegenover elkaar liggende groeven op axiale wanden
3) aanbrengen van boxen of occlusale steps
4) aanbrengen van parallelle pinkanalen bij metalen structuren
5) directe opbouw voor het verkrijgen van perfecte geometrie
6) adhesief kleven aan glazuur en dentine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mate van occlusale reductie bij verschillende restauratiematerialen:

A

volgeut metaal (1-1,5 mm) < metaal-porselein (1,5 - 2 mm) < keramisch (1,5- 2,5 mm) < kunsthars (2,5 - 3 mm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly