HFST 8 Volledige kroonrestauraties Flashcards

(31 cards)

1
Q

Volgeut metalen kronen: materialen (4)

A

1) harde goudlegering
2) goud-arme “spaarlegering” (palladium of zilver)
3) onedele legering (beryllium en nikkelchroom vermijden)
4) titanium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Volgeut metalen kronen: voordelen (5)

A

1) grootste retentie en resistentie van alle materiaaltypes
2) goede tot zeer goede randaansluiting en slijtweerstand (goud ~ glazuur)
3) eenvoudig te solderen voor kronen in brugverband
4) weinig complicaties door materiaalfalen te verwachten
5) lange levensduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Volgeut metalen kronen: nadelen (2)

A

1) niet esthetisch (cultuurgebonden!)
2) secundaire cariës aan randen radiologisch moeilijk te beoordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volgeut metalen kronen: indicaties (3)

A

1) verzwakte elementen met kans op fractuur
2) hoog cariësrisico
3) onder overkappingsprothesen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Volgeut metalen kronen: contraindicaties (5)

A

1) ongemotiveerde patiënten met slechte mondhygiëne
2) elementen met weinig strategisch nut/slechte prognose
3) onvolgroeide elementen (cave pulpabeschadiging!)
4) elementen met grote centrale caviteit of restauratie
5) metaalallergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Algemene doelstellingen voor indirecte restauraties (6)

A

1) afdoende mechanische bescherming restelement
2) occlusie in juiste relatie stabiliseren
3) geen premature contacten of interferenties
4) randaansluiting < 100 micrometer
5) bevordert reiniging door optimale vormgeving
6) verbetert zo nodig stand van element in tandenboog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Metaal-porselein kronen: materialen

A
  • hard en star metaal voor onderstructuur met hoog smelttraject
  • porselein met lager smeltpunt en kleinere expansiecoëfficiënt

Hechting zowel via chemische als mechanische verbinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Metaal-porselein kronen: voordelen (3)

A

1) esthetisch aanvaardbare + sterke kronen mogelijk quasi overal in de mond
2) preparatie-eisen minder kritisch i.v.m. volledige porseleinen kronen
3) betere randaansluiting i.v.m. volledige porseleinen kronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Metaal-porselein kronen: nadelen (3)

A

1) veel lichtreflectie i.p.v. lichttransmissie door onderliggende metaalstructuur
2) invasiever dan volledig porseleinen kroon: meer materiaalwegname
3) minder goede pasvorm metaalstructuur door vervorming tijdens smelttraject

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Metaal-porselein kronen: indicaties (3)

A

1) quasi onbeperkt: zowel solitair als in combinatie met brugwerk (volledige kroon aangewezen)
2) matige hoge esthetische eisen
3) zones met matige tot sterke belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Metaal-porselein kronen: contraindicaties (3)

A

1) belastende occlusie/articulatie en parafuncties wegens risico op porseleinbreuk
2) ongunstige toestand antagonist
3) korte klinische kroon (niet-adhesief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Metaal-porselein kronen: eisen (5)

A

1) starheid restauratie: voldoende massa onderstructuur
2) passief passen: vrijkomen opgebouwde spanningen doet porselein afspringen
3) overgang metaal-porselein buiten occlusie/articulatie
4) occlusale vlakken bij voorkeur in metaal
5) indien mogelijk onderstructuur in één geheel gieten (anders solderen na opbakken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Metaal-kunststof kroon: materialen

A
  • hard en star metaal voor onderstructuur mét ondersnijdingen
  • kunststof: methacrylaten

Geen scheikundige hechting mogelijk tussen metaal en kunststof!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Metaal-kunststof kroon: voordelen (5)

A

1) relatief goedkope oplossing
2) esthetisch aanvankelijk even fraai als porselein
3) geeft zelden aanleiding tot breuk en is herstelbaar
4) heeft aanvankelijk betere randaansluiting dan porselein
5) veroorzaakt geen slijtage van antagonisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Metaal-kunststof kroon: nadelen (4)

A

1) geringe weerstand tegen slijtage
2) korte levensduur dan porselein
3) fraaie kleur gaat verloren door absorptie kleurstoffen en oppervlakkige verruwing
4) randaansluiting gaat verloren door grote thermische expansiecoëfficiënt en vervorming onder belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Metaal-kunststof kroon: indicaties (3)

A

1) volledige kroon aangewezen
2) zeer lage esthetische eisen
3) zones met matige tot sterke belasting

17
Q

Metaal-kunststof kroon: contraindicatie

A

esthetische zone (metalen rand zichtbaar)

18
Q

Volkeramische kronen: materialen

A

Op basis van structuur:
- monolytisch (homogene massa uit één stuk)
- keramische kap met porselein opbak/gefreesde veneer

Op basis van etsbaarheid:
- etsbaar met waterstoffluoride = glaspartikels (kleven)
- niet-etsbaar = metaaloxiden (traditioneel cementeren)

19
Q

Volkeramische kronen: voordelen (6)

A

1) zeer esthetisch
2) mogelijkheid tot supragingivaal leggen van rand: minder belastend voor parodontium
3) laagste hechting van tandplaque
4) slechte geleiding van koude en warmte
5) significant meer herstelmogelijkheden, vooral bij etsbare keramieken
6) betere breuktaaiheid en buigsterkte dan porselein

20
Q

Volkeramische kronen: nadelen (4)

A

1) relatief veel tandweefsel verwijderen om voldoende materiaaldikte te verkrijgen
2) agressief t.o.v. antagonisten: induceert afslijten (vooral voorgesinterde oxidekeramieken)
3) onvoldoende evidence over randaansluiting
4) materiaalkeuze niet altijd evident: heel uiteenlopende materiaaleigenschappen

21
Q

Indicaties veldspaatporselein (3)

A

1) solitaire constructies (geen bruggen + niet in molaarzone want te broos)
2) translucente en niet-verkleurde elementen
3) hoofdzakelijk cosmetische eisen, bv. vestibulaire facings

22
Q

Indicaties glaskeramiek (3)

A

1) zowel anterieur als posterieur
2) als onderstructuur voor 3-delige bruggen in front of PM en solitaire kronen
3) esthetiek via “cut back” technieken

23
Q

Indicaties “geïnfiltreerd” aluminiumoxide (2)

A

= overgangsvorm tussen glaskeramiek en metaaloxidekeramiek

1) als onderstructuur voor 3-delige bruggen in front en solitaire kronen in front of PM
2) minder translucent dan veldspaat en glaskeramiek maar meer dan zirconium

24
Q

Indicaties zirconiumoxide (2)

A

grote voorgebakken blokken die uitsluitend via robotfrees verwerkt kunnen worden, NIET manueel

1) als onderstructuur op zwaar belaste locatie
2) zeer weinig translucent dus mogelijk bij sterk verkleurde tanden

25
Volkeramische kronen: eisen (6)
In functie van het CAD-CAM proces: scannen en frezen 1) preparatie afwerken met fijne diamant- of hardmetalen boor 2) occlusale reductie van minstens 1,5-2 mm 3) duidelijk en scherp afgewerkte preparatierand 4) chamfer of schouder met afgeronde binnenhoek 5) axiale wanden moeten iets meer convergeren dan normaal (rond 16°) 6) ondersnijdingen vooraf opvullen
26
Klinische situaties waarbij uitzonderlijk geen 1,5 mm incisaal/occlusaal verlaagd wordt bij volledige kroonomslijping (4)
1) bij korte klinisch kronen: max 1 mm om optimale retentie te behouden 2) één occlusiedragende knobbel blijft behouden tot na beetrelatiebepaling indien element enige occlusiepijler is 3) element minder ver uitgegroeid of opgebouwd dan noodzakelijk voor Speecurve 4) uitgegroeid element
27
Klinische situaties waarbij de rand verder subgingivaal geplaatst moet worden dan de norm (6)
1) diep gingivaal eindigende restauraties 2) korte klinische kronen met weinig retentie 3) onvolledig geërupteerd element 4) gevoelige en/of sterk geabradeerde tandhalzen 5) hoge vatbaarheid voor wortelcariës (bv. na radiotherapie) 6) esthetische noden (vb. hoge lachlijn)
28
Vorm cervicale rand wordt primair gedicteerd door (3)
1) aard restauratiemateriaal 2) locatie: goede zichtbaarheid laat goede controle op randaansluiting toe 3) verloop marginale gingiva
29
Preparatie-eisen om materiaal maximaal te ondersteunen en spanningsconcentraties te vermijden (6)
1) gerestaureerde element wordt in verkleinde vorm weergegeven 2) materiaal dient afgesteund te worden in overeenkomst met buigsterkte 3) schouder moet zoveel mogelijk in horizontaal vlak liggen 4) palataal vlak in 2 richtingen concaaf houden om inwerkende krachten op te vangen 5) incisaal vlak loodrecht op krachtinwerking antagonist om zoveel mogelijk steun te verlenen 6) alle buitenhoeken afronden
30
Cementeren of kleven?
1) stomphoogte en taper van preparatie: bij hoogte van 4 mm is convergentiegrens 12° bepalend (indien > is adhesieve bonding noodzakelijk) 2) kroonmateriaalselectie: indirecte composieten en glaskeramieken zijn etsbaar
31
Definitie biologische breedte
vereiste minimum afstand aanwezig tussen preparatierand en rand van alveolaire bot die een normale biologische functie van parodontale weefsels mogelijk maakt (ongeveer 3 mm, nastreven bij subgingivaal prepareren!!)