Huidinfecties en manifestaties Flashcards

1
Q

Pyodermie

A
  • Impetigo vulgaris/bullosa ligt in het stratum corneum
  • Ecthyma zit dieper
  • Folliculitis (ontsteking haarfollikel)/furunkel/carbunkel: ontstekingen van de adnexen
  • Erysipelas: gaat door dermis heen
  • Cellulitis
  • Fascitis necroticans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

impetigo vulgaris

A
  • Oppervlakkig, door S. aureus (90%) en S. pyogenes (10%)
  • Besmettelijk, vooral onder jonge kinderen
  • Primair/secundair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

therapie impetigo vulgaris

A

Korsten eraf halen door afwassen, besmettelijkheid is dan ook weg/minder.
- Lokaal: korsten afwasssen
o Antiseptisch, antibiotisch
- Per os: antibiotisch
o Flucloxacilline
o Streptokokken groep A systemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Impetigo bullosa

A

Exfoliatieve toxinen producerende S. aureus.
- Groep II coagulase positieve stafylokokken
Dit behandel je met AB lokaal of oraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

SSSS

A

: stapylococcal scalded skin syndrome
Therapie hiervan is systemische AB, i.v. of oraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ecthyma ulcus

A

Diepere necrotiserende variant van impetigo. Vaak door streptokokken of PVL positieve S. aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

folliculitis

A

Oppervlakkige ontsteking haarzakjes
- S. aureus
- Provocerend:
o Trauma (scheren)
o Occlusie
o Topicale corticosteroiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling folliculitis

A

provocerende factoren staken, antiseptica, AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

furunkel/carbunkel

A

Acuut necrotiserende ontsteking haarzakjes.
- Koorts, malaise
- S. aureus
- Furunculosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

behandeling furunkel/carbunkel

A

ontlasten, AB, desinfectie
o Recidieven: dragerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

erysipelas

A

Acute bacteriële infectie dermis, opp. Subcutis en opp. Lymfevaatjes.
- Pyogene streptokokken
- Vaak hoge koorts, koude rillingen, malaise
- Scherp begrensd eryheem, oedeem, induratie, warm
o Soms blaren door veel oedeem tussen keratinocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

risicofactoren erysipelas

A
  • Verstoorde huidbarriere
    o Porte d’entree
    o Oedeem
    o Veneus, lymfoedeem, DM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

therapie erysipelas

A
  • Flucloxacilline, clindamycine iv of oral
  • Oedeem verminderen dmv ambulante compressie na de acute fase (zwachtelen, steunkous)
    Recidiverende erysipelas: maandelijks benzylpenicilline i.m.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cellulitis

A

(sub)acute/chronische bacteriële infectie dermis, subcutis.
- Meerdere verwekkers, o.a. Streptokokken, S. aureus, soms H. influenza.
- Minder scherp begrensd
- Patiënt kan erg ziek zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

risicofactoren cellulitis

A
  • Verminderde lymfeafvloed
  • Arteriele/veneuze circulatie
  • Huidbarrière
  • Obesitas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

therapie cellulitis

A

flucloxacilline in een dosering van 4 maal daags 500 mg gedurende tenminste 10 dagen.

17
Q

necrotiserende faciitis

A

Onscherp begrensd erytheem, pijn en zwelling overgaand in roodpaarse tot aan donkerblauwe verkleuring van de huid met formatie van bullae en zwarte necrose.
- Trauma
- Iv drugsgebruik
- Varicella
- Bestaande weke delen infectie

18
Q

risicofactoren necrotiserende fasciitis

A

Immuunsuppressie, DM, ondervoeding, alcoholisme, leeftijd > 60, verminderde nierfunctie, maligniteit, perifeer arterieel vaatlijden

19
Q

therapie necrotiserende fasciitis

A

Ruime excisie en antibiotica

20
Q

behandeling wratten

A
  • Geen therapie
  • Salicylzuur
  • Stikstof
  • Collodion ad verrucas
  • Imiquimod 5% creme
  • 5-fluoruracil creme
  • Sinecatechinezalf
  • Laser
  • Duct tape
21
Q

Mollusca contagiosa

A

Waterwratjes;

Met name bij kinderen in epidermieën.
- Spontane genezing
- Uitgebreid bij constitutioneel eczeem
- Volwassenen: vaak genitaal regio
- NB uitgebreide infecties op volwassen leeftijd kunnen wijzen op een afweerstoornis

22
Q

HSV

A
  • Primo infectie: herpes gingivostomatitis
  • Recidief: vanuit sensibele ganglia
  • Luxerend: zonlicht, stress, menstruatie, koorts, trauma
23
Q

therapie HSV

A
  • Secundaire bacteriële infectie
  • Frequente recidieven
  • Immuungecompromitteerden en andere ernstige gecompliceerde infecties
24
Q

Wat kan eczema herpeticum zijn?

A

potentieel dodelijk

25
Q

dermatomycosen

A

ringworm;
- Gastheerfactoren:
o Lokale factoren huid
o Vochtigheidsgraad en temp
o Onderliggend: endocrien (DM), afweerstoornis

zit in nagels, huid en haren

26
Q

diagnostiek dermatomycosen

A

Je gaat de schilfering af, je neemt het op een glaasje en doet er wat kaliloog bij. Kaliloog lost keratine op en je ziet schimmeldraden verschijnen.

27
Q

Candida

A

Commensaal mond, tr. Digestivus en vagina.
- Geeft meer nattende plekken, vooral bij slijmvliezen en plooien
- Vaak gezien bij afweerstoornis, obesitas of iatrogeen
- Mond: afschraapbaar
- Symmetrisch, schilferkraag, centraal erosie
- Eilandjes voor de kust

28
Q

Behandeling

A

bestrijd warmte, vocht en wrijving
- Huidplooien schoon en droog
- Afvallen (bij overgewicht)
- Ernstige intertrigo: iets tussen de plooien
- Bestrijdt incontinentie
Beschermende cremes, zonodig met antibacteriele/antimycotische of antiinflammatoire (corticosteroiden) toevoegingen

29
Q

behandeling gist/schimmelinfectie

A
  • Algemeen
    o Droog houden
    o Secundaire infectie bestrijden
    o Onderliggende probleem behandelen
  • Antimycotica lokaal
    o Azolen
    o Whitfield creme of zalf
    o Ciclosporox creme
  • Antimycotica oraal
    o Azolen (itraconazol, fluconazol, dermatofyten en gisten – candida)
    o Terbinafine (Dermatofyten)
    o Nystatine (Candida)
30
Q

diagnostiek scabies

A

dermatoscoop, microbiologie en histopathologie

31
Q

behandeling schurft

A
  1. medicamenteus
  2. Contacten behandelen
  3. Hygienische maatregelen
32
Q
A