les 9. BSL Flashcards

(37 cards)

1
Q

wanneer corticosteroïden? 2

A
  • om ontstekingsverschijnselen tegen te gaan
  • bij patienten die dagelijks prednison gebruiken en spanning hebben
    (vb = prednisolon)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer glucagon?

A
  • verhogen hoeveelheid glucose in bloed,

- -> bij hypoclycemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer nitroglycerine?

A

–> bij angina pectoris/ beklemmend gevoel op de borst
-> sublinguale toediening- sneller
bv nitrostat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer antihistaminicum?

A
  • bij allergische reacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer adrenaline/epipen? (2)

A

allergische reacties

harstilstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

acuut bewustzijnsverlies kan optreden bij (4) =

A
  1. vasovagale collaps
  2. hypoglycemie
  3. hartstilstand
  4. epileptisch consult
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

handelen bij acuut bewustzijnsverlies =

A
  1. bewustzijn checken
  2. ademing –> stabiele zijligging
  3. niet ademend –> reanimeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vasovagale collaps =

A

flauwvallen, syncope

zwart voor ogen, klam, snel-langzaam polsslag, gapen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

behandeling vasovagale collaps =

A
  1. breng hoofd omlaag/liggend/trendelenburg
  2. maak knellende kleding los
  3. ventileren
    - > niet alleen naar huis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hartinfarct =

A

bloedstolsel sluit kransslagader vd hartspier af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

angina pectoris =

A

vernauwing vd kransslagaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symptomen angina pectoris

A
  1. pijn op de borst

2. vaak uitstraling naar linkerarm/schouder/kaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

behandeling angina pectoris =

A
  1. behandeling staken
  2. nitroglycerine tablet/spray onder tong (evt herhalen)
  3. controleer hartslag/ademhaling
    evt zuurstof toedienen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

symptomen hartinfarct = (7)

A
  1. pijn op borst, uitstralend
  2. misselijkheid, braken
  3. bleekheid
  4. transpireren
  5. snelle hartslag
  6. soms cyanose
  7. bewustzijnsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

behandeling hartinfarct =

A
  1. staak behandeling + comfort. houding
  2. 112
  3. mogelijks zuurstof toedienen
  4. acetylsalicylzuur toedienen (als bewust)
  5. blijf hartslag controleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

omstandigheden waar een hartstilstand uit voort kan komen (4)

A
  1. hartfinfarct
  2. hartblok
  3. eindstadium v een anafylactische reactie
  4. verstikking
17
Q

4 symptomen hartstilstand

A
  1. binnen enkele seconden diepe bewusteloosheid
  2. wasbleek uiterlijk
  3. ademstilstand
  4. soms gedurende 1e minuut epileptisch-achtige krampen
18
Q

welke symptomen treden op bij uitblijven van primaire reanimatie bij een hartstilstand ? (2)

A
  1. cyanose

2. hersendood (pupilverwijding)

19
Q

behandeling hartstilstand

A
  1. alarmeren

2. reanimatie tot prof. hulp komt

20
Q

milde luchtwegobstructie vs ernstige obstructie

A

-hoesten
-ademen
-praten
bij milde wel, ernstige niet

21
Q

behandeling milde luchtwegbstructie

A

aanmoedigen om te hoesten

22
Q

behandeling ernstige luchtwegobstructie

A
  • max 5 slagen op de rug, anders:
  • heimlichmanoeuvre
  • anders deze 2 blijven afwisselen
  • evt noodtracheotomie
23
Q

wanneer noodtracheotomie?

A

bij een ernstige luchtwegobstructie waarbij de persoon bewusteloos raakt

24
Q

wanneer buisje beademen bij noodtracheotomie?

A

wanneer na nood-tracheotomie spontane ademhaling niet terugkeert

25
wat is astma?
vernauwing vd bronchiën door overgevoeligheidsreactie/inspanning/emoties
26
behandeling astma-aanval
1. comfortabele houding 2. mogelijks eigen medicatie 3. salbutamol uit noodset 4. vergering --> ambulance + mogelijk O2
27
verschijnselen beperkte anafylactische reactie
- onwel - jeuk - tintelingen - huiduitslag/oedeem
28
behandeling anafylactische reactie
1. antihistaminicum toedienen (per os) 2. controleer ademhaling steeds bij levensbedreigende versch: - adrenaline (noteren tijdstip en mate) - clemastine - prednisolon
29
verschijnselen hypoglycemie (7)
1. hongergevoel 2. transpireren 3. bleekheid 4. trillende handen 5. gedragsveranderingen 6. verwijdde pupillen 7. bewustzijnsverlies evt met krampen
30
behandeling hypoglycemie
1. bloedsuikergehalte bepalen 2. suiker/glucose toedienen 3. opnieuw gehalte bepalen en evt beh. verplaatsen
31
behandeling hypoglycemie bij een bewusteloze patient
1 mg glucagon toedienen | binnen 5 min niet bij bewustzijn = 112
32
4 factoren die een epileptische aanval kunnen uitlokken
1. pijn 2. spanning 3. slaapgebrek 4. onvoldoende voeding
33
fases v een epileptisch consult
1. aura (vaak voorafgaand) 2. tonische fase 3. clonische fase
34
wat gebeurt er tijdens een aura bij een epileptisch consult?
= soms voorafgaande fase - > stemmigsverandering - > hallucinaties
35
kenmerken tonische fase v/e epileptisch consult =
- aanspanning alle lichaamsspieren - schreeuwen - verwijde pupillen - duur < 1 minuut
36
kenmerken clonische fase v/e epileptisch consult =
- strekken en schokken vd ledematen (doven uit) - cyanose - hypersialie - incontinentie
37
behandeling epileptisch consult
- patient in positie dat deze zich niet kan verwonden - controleer hartslag/ademhaling frequent - overleg met patient+HA over verder beleid