PD 12.6 Cystic fibrosis Flashcards

1
Q

Wat is de pathofysiologie van CF?

A
  • Gestoord transport van zouten
  • zweetklieren: Veel zweet, NaCl hoog in zweet (diagnostiek: zweettest goudentest voor CF)
  • CFTR: chloorkanaal
  • CF: Gestoord Cl–transport (primair), secundair verstoring transport Na+ en H2O
    NB Chloortransport in zweetklieren: gestoorde terugresorptie
    CF → luchtwegen: tekort Cl- + Na+, H2O → droog!
  • Gestoord transport naar luchtweglumen (van Cl en Na en H2O naar lumen, waardoor je taai slijm hebt)
  • Geldt ook andere orgaansystemen
    o Darmen geeft het obstipatie
    CF → ophoping van taai slijm, diverse organen → obstructie
  • tractus respiratorius
  • tractus digestivus
    Bij de huid staan de chloorkanaaltjes andersom: primair chloor resorberen. Bij CF daarbij gebeurt het niet. Daarom zweten mensen met CF veel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de genetica van CF?

A
  • Chromosoom 7, CFTR
  • > 2000 mutaties → bepalen mede ernst ziekte
  • Meest voorkomende mutatie Nl: DF508
  • Meest voorkomende erfelijke aandoening onder blanken
  • Autosomaal recessief
  • Dragerschap 1 : 30
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de incidentie van CF?

A

< 1 : ((30 x 30) x 4) = 1 : 3600

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de klassen van mutaties bij CF?

A

Klasse 3-6 hebben mildere mutatie (chloor kan door het kanaal heen), bij 1 en 2 heb je geen chloortransport. In klasse 2 zit DF508.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de epidemiologie van CF?

A
  • Prevalentie: 1250
  • Incidentie: 40 – 50 per jaar
  • Levensverwachting CF-baby nu 50 jr tot normaal
  • Hielprikscreening sinds 05-2011!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de diagnostiek van CF?

A
  • Zweettest (Cl hoog, Cl > Na)
    o Gouden standaard
  • Genetica (2 mutaties)
  • > 2000 mutaties bekend
  • Neus- / darmslijmvliespotentiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke organen betreft CF?

A

Alvleesklier (baby-leeftijd), vertiliteit, KNO-gebied en lagere luchtwegen, lever en darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de pediatrische kliniek van CF?

A
  • Meconiumileus: eerste ontlasting na de geboorte die er niet uit wilt.
  • Langer icterisch na geboorte
  • Vette, volumineuze ontlasting
  • Opgezette buik, eetlust daling
  • Groei-achterstand
  • Hoog zoutverlies bij zweten
  • Recidiverende luchtweginfecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de kliniek van volwassenen bij CF?

A
  • Recidiverende luchtweginfecties
  • Obstructie tractus GI
  • exo- + endocriene pancreasinsufficiëntie
  • levercirrose, portale HT, bloedingen
  • Tekort aan vetoplosbare vitamines (door pancreasproblemen)
  • Diabetes mellitis
  • Neuspoliepen
  • Man: infertiliteit (vas deferens is niet aangelegd, in de testikels wordt er wel normaal zaad aangemaakt), vrouw N-daling fertiliteit (kan spontaan zwanger worden, vaak gebeurt het niet en moeten ze naar de gynaecoloog voor een fertiliteit-bevorderend traject)
  • Zonnesteek
  • Osteoporose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de stigmata omtrent CF?

A
  • Geringe lengtegroei (door ondervoeding)
  • Laag gewicht
  • Tonvormige thorax
  • Clubbing
    Zien we niet vaak meer omdat de patiënt is veranderd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de pulmonale kliniek van CF? (vroeger)

A
  • Recidiverende luchtweginfecties
  • Bronchiectasieën
  • ABPA
  • Haemoptoë
  • Pneumothorax
  • Pulmonale hypertensie, cor pulmonale
    We zien steeds minder schade, door een betere behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de microbiologie van het sputum van CF patiënten?

A
  • Staphylococcus Aureus
  • Pseudomonas – Burkholderia Cepacia
  • Virussen, atypische Mycobacteriën
  • Schimmels
    Virussen uitlokkende factoren voor bacteriële exacerbaties.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Uitname-preparaten met gruwelijke aantasting van de centrale luchtwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zie je op de CT en wat zie je op de longfunctiecurve? En waarom heeft meneer een porta-cat?

A

Meneer heeft een porta-cat: geeft makkelijk intraveneuze toegang. Op de CT dikke luchtwegwand en luchtwegen gevuld met slijm. FEV1 van 30%. Hij heeft een kerktoren figuur van zijn longfunctiecurve. De uitademing is verstoord, obstructief longlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar was de therapie vroeger op gericht?

A
  • goede voedingstoestand: anders gaan mensen eerder dood
  • voorkomen en vroeg behandelen infecties (sputumdrainage!!)
  • behandelen complicaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat valt er onder de therapie van vroeger?

A

Therapie van vroeger: slijmoplossers, fysiotherapie, veel AB (vernevelen, kuren, onderhouds-AB en longtransplantatie)

17
Q

Wat is nu een belangrijk onderdeel van de therapie?

A
  • Tot voor kort geen causale therapie
  • Nu 4 chloortransportmodulatoren geregistreerd èn vergoed (3 correctoren, 1 potentiator)
  • Per 01-05-2022 medicatie voor 90% van patiënten
18
Q

Wat voor therapie gaf je voor de voeding bij CF?

A
  • Verteringsenzymen
  • Calorische intake omhoog (vet, suiker, melk, zout!)
  • Vezelrijk, veel drinken
19
Q

Wat was de behandeling en voorkomen van LWI bij CF?

A
  • Fysiotherpie: verbeteren clearance
    o sport, hoest en
  • Kruisinfectiepreventie
  • Antibiotica (po, iv, inhalatie)
    o Agressief behandelen infecties
    o Streven naar eradicatie Pseudomonas
    o Onderhoud, suppressieve therapie
20
Q

Wat was de behandeling van pulmonale complicaties bij CF?

A
  • Drainage pneumothorax
  • AB, stollingscorrectie, embolisatie bij haemoptoë
  • Zuurstoftoediening
  • “Slijmverdunners”
21
Q

Wat was de behandeling extrapulmonaal bij CF?

A
  • Insuline (/ OAD)
  • Vetoplosbare vitamines, verteringsenzymen
  • Zn chirurgie bij neuspoliepen, DIOS
  • Zn ligatie slokdarmvarices
  • Voorkomen/behandelen osteoporose
22
Q

Wat zijn de psychosociale aspecten van CF?

A
  • Beperkte levensverwachting
  • Achteruitgang gezondheid
  • Toenemend tijd kwijt aan therapie, veel leefregels
  • Stigmata / (sociaal) isolement
  • Gezin / carrière
  • LOTX
23
Q

Voor hoeveel procent van de CF patiënten is er nu beschikbare medicatie die de oorzaak aanpakt?

A

Per 01-05-2022 medicatie voor 90% van patiënten
10% (Nl): 5% zeldzame mutaties / 5% mutaties die geen aanknopingspunt bieden (Zeldzame mutaties vallen buiten de studies, klasse 1 mutaties (stopcodon-mutaties) hebben geen aanknopingspunt)
Extreem dure medicatie, onderhandelingen Schippers

24
Q

Wat is Kaftrio?

A

Spectaculaire resultaten in veel patiënten
- Al dan niet verbetering longfunctie
- Enorme afname exacerbatiefrequentie (dalen omzet afdeling!!)
- Niet ziek, geen beperkingen (wel 4 x per jaar poli!)
- Geen CF-ers meer op wachtlijst LoTx!!!
- Van niet naar parttime werken, van parttime naar fulltime baan
- Volle agenda
- Reizen, onbeperkt sporten

25
Q

Zorgt de medicatie voor genezing?

A

Geen genezing! Voor veel Cfers zeer effectieve behandeling!
- levenslang afhankelijk van zeer dure medicatie
- medicatie niet voor iedereen (mutaties/rijke wensten)
CF nu chronische ziekte, normale levensverwachting?
Gentherapie/eiwitvervanging…