Veenlandschappen Noord-Nederland Flashcards
(45 cards)
Veenontginning
Het in cultuur brengen van natuurlijk veenlandschap d.m.v. het graven van sloten, de aanleg van kades, wegen en boerderijen gevolgd door argrarisch gebruik
10e-13e eeuw
Vervening
Het grootschalig afgraven van veen voor brandstof
13e-20e eeuw
Wadden-kwelderkustveen
Een open waddenkust met een gordel van kustvenen daarachter (kustveenlandschap). Wordt direct beïvloedt door de zeespiegelstijging, kustprocessen en getijdebeweging
Wolden/wouden
Een gevarieerde wildernis van open rietlanden en gesloten broekbossen langs de rivieren, beken en veenstromen. Een moeilijk toegankelijke wildernis
Vroege veenontginningen
Late IJzertijd en Romeinse tijd, leiden tot bodemdaling. Door de stijgende zeespiegel en de bodemdaling werden veel kwelderrandontginning overslibd door zee (klei-op-veen)
Opwerpen van terpen om het water tegen te houden, raakte in de 3e-4e eeuw ook overslibt
Kwelderrandontginingsmodel
Veenontginningen beginnen vanaf de rand van de kwelder en strekken zich richting hooggelegen veenkoepels
Knipklei
Zware klei dat achterblijft bij het overstromen van het land via getijdebekkens
Getijdebekkens Noord-Nederland
Vlie, Middelzee, Lauwerszee, Fivel, Eems-Dollard
Woldontginningen
Ontginningen van de woldgebieden vanuit de kwelders van Fivelingo, oude kerken op de kwelderwallen worden gebruikt voor het uitzetten van de verkavelingsrichtingen van de ontginningen
Veenontginningsmodellen Noord-Nederland
- Zandrugontginngingsmodel (verouderd)
- Rivierontginningsmodel (meest voorkomend)
- Kwelderrandontginningsmodel (nieuw)
- Pleisterplaatsenmodel (nieuw)
Zandrugontginningsmodel
Veenontginningen beginnen op de hoge zandruggen en strekken zich uit richting de rivier (verouderd)
Rivierontginningsmodel
Veenontginningen beginnen langs de veenrivieren en strekken zich uit richting de hooggelegen veenkoepels (meest voorkomende type)
Grootschallige veenontginningen tussen de 10e -13e eeuw.
Veenrivier als ontginningsbasis,sloten graven loodrecht op de rivier, bewoning op de helling van de hoogveenkoepels
Pleisterplaatsenmodel
Kolonisten kiezen een hooggelegen zandkop of zandrug langs de rivier als basis en gaan van daaruit het veen in het achterland ontginnen
Resthemen
Resten veen die zijn ontsprongen aan de oxidatie doordat zij onder oude boerderijen en kerken liggen.
Omkering oorspronkelijk reliëf
Door de sterke bodemdaling in de veengebieden draait het oorspronkelijke reliëf om wat leidt tot sterke belemmering van de afwatering
Badkuip-effect
De kwelders slibben steeds hoger op en de veengebieden dalen en kunnen daardoor hun water niet kwijt in de zee
Wateroverlast in de veengebieden
Van twee kanten
1. Overstromingen vanuit zee
2. Aanvoer van oppervlakte water uit de achterliggende zandgebieden
Ingrijpen in waterhuishouding
Door de sterke bodemdaling, vanaf de Late Middeleeuwen
- Rivierdijken
- Hemdijken
- Leidijken
- Vaarten en kanalen
- Sluizen
Hierdoor ontstaat een waternetwerk in het binnenland wat goed is voor de scheepvaart
Rivierdijken
Bieden bescherming tegen rivierwater
Hemdijken
Binnendijken die zijn gemaakt om de landbouwgronden te beschermden tegen opstuwend binnenwater.
Leidijken
Lage dijken die cultuurgrond beschermde tegen water uit de hoogveengebieden
Twee soorten vervening
- Droge vervening
- Natte vervening
Droge vervening
Het bovengronds afgraven van hoogveen (turfgraverij)
Vanaf de 13e eeuw
Veenkoloniën
Natte vervening
Het onder de waterspiegel afgraven van verdronken hoogveen
Vanaf de 16e eeuw
Veenpolders
Ook wel slagturven genoemd