Zeekleilandschappen van Noord-Nederland Flashcards

(50 cards)

1
Q

Kwelderbekkens

A

Nieuwe landaanwinst gevormd door aanwas van kleiig sediment uit de zee, dat door dynamiekverlies bezinkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kwelderwallen

A

De oever van een rivier of beek die over de kwelder loopt. Door zandafzetting hoger dan het maaiveld en de omringende kwelder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Situatie 3000 v. Chr.

A

Onbewoond wadden- en kwelderlandschap
Uitbouw van de kust: vorming kwelderwallen met daarachter kwelderbekkens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De oudste bewoning

A

Rond 700 v. Chr.
Enkel als de kwelders hoog genoeg waren en niet direct aan de kust lagen
Oudste terpen uit 700-200 v. Chr.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ontstaan terpen en wierden

A

In de nog volledig onbedijkte kwelder werden op de kwelderwallen de eerste terpen aangelegd van kwelderzoden, mest en afval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Huisterp

A

Een enkel huis op een terp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dorpsterp

A

Aan elkaar gegroeide huisterpen die een grote terp vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Terp/wierde

A

Een hoger opgeworpen stuk land, vaak op de kwelderwal, waar een nederzetting zich droog vestigde tegen het water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noord-Nederlandse kustgebied 100 na Chr.

A

Getijdebekkens worden opgevuld door afzwakking zeespiegelstijging, steeds noorderlijke kustlijn
Kweldergebied wordt in rap tempo opgevulg met terpnederzettingen
Randen van het veen worden deels ontgonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noord-Nederlands kustgebied 800 na Chr.

A

Bewoningshiaat
Doorgaande zeespiegelstijging zorgt voor nieuwe getijdegeulen en de afzetting van kniplei over het veen
Grootschalige erosie van veen
Oude randveenontginningen overslibd en verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vroegste kolonisatie kwelders

A

Friesland/Groningen: Vroege IJzertijd
Duitsland: Romeinse tijd
Denemarken: Middeleeuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Structuur Middeleeuws terpdorp

A

Boerderijen met de voorkant naar de centrale middenruimte en de achterzijde naar het buitengebied
Middenruimte bevat dobbe/waterput, later vaak een kerk
Aan de achterzijde van de boerderijen liep een cirkel-vormige ossengang rond de terp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ossengang

A

Cirkel-vormige weg achter de boerderijen langs op een terp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dobbe

A

Opvangbekken voor zoet (regen) water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Valge

A

Hooggelegen welvingen van de kwelderwal (aan de terp) waar bouwlanden vaak lagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Indeling voor de bedijking

A

Wad - schaap/runderweide - hooiweide - nederzetting - akker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Haloserie

A

Vegetatiereeks waarbij het hoger op het wad droger en minder zout is door regenwater, en onderop het wat zouter en natter. Hierdoor groeien er andere beplantingen
1. Hoogwad
2. Pionierszone
3. Lage kwelder
4. Hoge kwelder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Indeling na de bedijking

A

Wad - akker - dorpen - weide - hooilanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Zodenhuis

A

Tot 300 na Chr. waren de boerderijen van vlechtwerk, hierna vam kwelderzoden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Leijen

A

Middeleeuws greppelsysteem in de kweldergebieden (kwelderbekkens en knipkleigebieden) voor ontwatering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Drie typen terpdorpen

A

Hangt af van fysisch-geografische ligging
1. Radiaire (concentrische) terpdorpen
2. Rechthoekige terpdorpen (rasterpatroon)
3. Lintdorpen

22
Q

Radiaire (concentrische) terpdorpen

A

Liggen in het binnenland met knipkleigronden
Onregelmatige mozaiekverkaveling -> gebruik natuurlijke prielen en geulen

23
Q

Rechthoekige terpdorpen

A

Rasterpatroon
Op hoge en rechte kwelderwallen
Rechthoekige blokverkaveling

24
Q

Lintterpdorpen

A

Op smalle kwelderwallen
Lint van individuele boerderijterpen
Eigen opstrekkende verkaveling

25
Maren
Voormalige wadgeulen in Groningen
26
Dynamiek van de terpbewoning
Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen: boerderijen op centraal op relatief kleine en compacte terpen Volle Middeleeuwen: terpen flink uitgebreid waarbij de boerderijen naar de randen zijn verplaatst.
27
Hoogwad
Zeegras
28
Pionierszone
Brakke zone vlakbij zee waar alleen bepaalde soorten kunnen groeien Zeekraal en slijkgras
29
Lage kwelder
Het gebied tussen de pionierszone en hoge kwelder, met minder brakke ondergrond. Beweiding is belangrijk, anders wordt het een woestenij. Kweldergras en melde
30
Hoge kwelder
Begrazing door runderen, hooilanden en akkertjes (zo dicht mogelijk bij de wierden). Zwenkgras en juncus
31
Kerkstichtingen
Oerparochies in 9e en 10e eeuw 11-13e eeuw opsplitsing in dochterparochies Elk terpdorp had een kerk Patroonsgoed en pastoriegoed
32
Oerparochies
De oudste parochies in dingspelen
33
Dochterparochies
Een opgesplitste kleinere parochie vanuit de oer-parochie.
34
Patroonsgoed
Het financieel onderhouden van de kerk vanuit de boerderijen
35
Pastoriegoed
Het financieel onderhouden van de pastoor vanuit een boerderij.
36
Hemrikken
Historische dorpsgebieden - Bouwland op de flanken van de terp en op de valgen - Hoge en middenkwelder als weidegrond (fynnen) - Hooilanden, mieden, in de kwelderbekkens
37
Fynnen
De weidegronden op de hoge kwelder en middenkwelder, vaak onverkaveld en gemeenschappelijk beweid met runderen en schapen. Na de bedijking verkaveld en geprivatiseerd
38
Terpdorp met kerkbuurt
Terpdorp met compacte lintvormige, niet-agrarische bebouwing, twee rijen huizen langs de straat die op de kerk uitkomt
39
Terpdorp met waterbuurt
Terpdorp met naburige lintvormige, niet-agrarische bebouwing langs het water
40
Friese kloosters
12e-15e eeuw Grootgrondbezit in Groningen en Friesland (80 kloosters)
41
Steenhuizen/stinsen
Stenen gevechtstorens in Friesland uit de 13e eeuw, gebouwd door Friese adel Deels gebouwd op stinswieren
42
De grote omslag
Toenemnde problemen met de waterhuishouding, behoefte aan meer land en intensief landgebruik leiden tot veranderingen 11e-13e eeuw - Aanleg ringdijken - Ontstaan vlaknederzettingen / ontginning van de kwelder - Collectieve organisatie waterstaat (zijlvesten), oudere zijlen liggen meer landinwaarts - Afsluiten getijdegeulen door sluizen - Aanleg netwerk binnenwaterwegen - Offensieve bedijking - Molenbemaling
43
Geschiedenis bedijking
Fase 1: 10e-11e eeuw, aanleg ringdijken rond de bewoonde kweldergebieden Fase 2: afdammen belangrijkste getijdegeulen, regionale ringdijken Tussen 1200-1900 zijn de nog openliggende getijdebekkens ingedijkt en offensieve bedijking in de Waddenzee
44
Belangrijke gevolgen bedijking
1. Van terpen naar vlaknederzettingen 2. Van vervoer over buitenwater naar vervoer over binnenwater -> maritiem landschap 3. Van zoutwatereconomie naar zoetwatereconomie
45
Jonge zeekleipolders
46
Ringdijken
Een rondvormige dijk om een stuk land heen, vaak een kwelder of droogmakerij
47
Moederpolders
De eerste kweldergebieden die met een ringdijk beschermd worden.
48
Dijkcoupure
Met schotbalkenmagazijn: doorgang in de dijk die open en dicht gemaakt kon worden.
49
Pomp
Eenvoudige duikersluis, een holle boomstam met afsluitklep
50
Zijlen
Sluizen