VO.3 - Vrijwillige en automatische oogbewegingen Flashcards

(16 cards)

1
Q

Front

A

Back

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de functie van vrijwillige oogbewegingen?

A
  • Het richten van de fovea op een doel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de functie van onvrijwillige oogbewegingen?

A
  • Stabilisatie van de blik (beeld stabiel houden op netvlies)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormen van oogbewegingen bestaan er?

A
  • Saccades (snelle oogbewegingen)
  • Gladde volgbewegingen (smooth pursuit)
  • Fixatiestabiliteit
  • Compensatoire bewegingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke twee types compensatoire oogbewegingen zijn er?

A
  • Optokinetische nystagmus
  • Vestibulo-oculaire reflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke drie hersenzenuwen innerveren de oogspieren?

A
  • N. oculomotorius (III)
  • N. trochlearis (IV)
  • N. abducens (VI)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebeurt er bij een abducensparese?

A
  • Verstoorde abductie van het oog
  • Dubbelzien en beperking van laterale oogbeweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn conjugate oogbewegingen en waardoor kunnen deze verstoord raken?

A
  • Gecoördineerde beweging van beide ogen
  • Kunnen verstoord raken bij laesies van de mediale longitudinale fasciculus (MLF)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke hersenstructuren zijn betrokken bij de generatie van saccades?

A
  • Prefrontale cortex
  • Parietale cortex
  • Basale ganglia
  • Colliculus superior
  • NRTP
  • Cerebellum (vermis)
  • Hersenstam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het NRTP en welke rol speelt het in oogbewegingen?

A
  • Nucleus reticularis tegmenti pontis
  • Relay tussen cortex en cerebellum bij saccade generatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke banen zijn betrokken bij smooth pursuit?

A
  • Banen vanuit visuele cortex → frontale oogvelden → pontiene nuclei → cerebellum → oogspierkernen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de volgorde van processen bij oog-handcoördinatie?

A
  • Waarnemen → Voorspellen → Plannen → Motoractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn belangrijke cognitieve processen bij intentional saccades?

A
  • Visuospatiale integratie
  • Inhibitie
  • Predictie
  • Werkgeheugen
  • Besluitvorming
  • Kalibratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke visuomotorische stoornissen komen voor bij de ziekte van Alzheimer?

A
  • Problemen met sensomotorische integratie ondanks prominente geheugenstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is aangetoond in het experiment met AD-patiënten m.b.t. handuitvoering?

A
  • AD-patiënten vertonen een verlengde handuitvoeringstijd in saccade-taken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de klinische relevantie van stoornissen in oog-handcoördinatie bij dementie?

A
  • Het kan wijzen op onderliggende netwerkintegratieproblemen en cognitieve achteruitgang