ZO.2 - Cerebellum en functiestoornissen

Question 1

Front

Answer 1

Back

Question 2

Noem drie manieren om het cerebellum in te delen.

Answer 2

• Anatomisch: vermis – hemisferen
• Lobben: anterior, posterior, flocculonodulaire lob
• Functioneel: vestibulocerebellum, spinocerebellum, cerebrocerebellum

Question 3

Wat zijn de drie cerebellaire pedunculi en hun functies?

Answer 3

• Inferior: afferente vezels uit ruggenmerg & hersenstam
• Medius: afferente vezels uit pons (cortex via pons)
• Superior: efferente vezels naar thalamus, ruber etc.

Question 4

Vanuit welke delen van het CZS ontvangt het cerebellum informatie?

Answer 4

• Sensorische input uit ruggenmerg en hersenstam (via ped. inf.)
• Cortex via pons (via ped. med.)

Question 5

Waar projecteert de nucleus dentatus met name naartoe?

Answer 5

• Ventrolaterale thalamus (VL), ook wel motorthalamus

Question 6

Noem drie andere premotor gebieden die input van het cerebellum ontvangen.

Answer 6

• Nucleus ruber
• Vestibulaire kernen
• Colliculus superior
  (+ reticulaire formatie)

Question 7

Wat zijn ‘closed loops’ in cerebellaire circuits?

Answer 7

• Gesloten lussen waarbij input via cortex → pons → cerebellum → cerebellaire kern → thalamus → cortex verloopt

Question 8

Waarom is rechter cerebellum verbonden met rechter lichaam en linker cerebrum?

Answer 8

• Door dubbele kruising: cortex → pons (geen kruising), pons → cerebellum (wel kruising), output cerebellum → thalamus (wel kruising), thalamus → motorcortex (geen kruising)

Question 9

Wat is het verschil tussen mosvezels en klimvezels?

Answer 9

• Mosvezels: synaps op korrelcellen → parallelvezels → veel Purkinje-cellen
• Klimvezels: directe 1-op-1 input op Purkinje-cellen

Question 10

Welke vezelsystemen zorgen voor sterke divergentie van informatie?

Answer 10

• Mosvezel-parallelvezel systeem

Question 11

Noem drie typen inhibitoire interneuronen in cerebellaire schors.

Answer 11

• Stercellen (stellate)
• Korfcellen (basket)
• Golgi-cellen

Question 12

Wat doet het cerebellum bij VOR-aanpassing?

Answer 12

• Vestibulocerebellum stuurt foutsignalen (retinal slip) naar vestibulaire kernen via Purkinje-cellen om ‘gain’ van VOR aan te passen

Question 13

Wat is een geconditioneerde reflex? Geef een voorbeeld.

Answer 13

• Aanleren van reflex op een neutrale stimulus via associatie met reflexstimulus
• Voorbeeld: bel → speekselreflex (Pavlov), toon → oogknipper

Question 14

Wat is de juiste bewering over geconditioneerde reflexen via het cerebellum?

Answer 14

• Purkinje-cellen zijn dankzij mosvezel-parallelvezelsysteem in staat info van verschillende modaliteiten te koppelen aan een reflex

Question 15

Waarom worden motorische stoornissen sneller herkend bij cerebellaire schade?

Answer 15

• Omdat motorische symptomen zoals ataxie direct merkbaar zijn in dagelijks functioneren

Question 16

Wat is de klinische term voor gedefragmenteerde bewegingen door cerebellaire laesie?

Answer 16

• Ataxie

Question 17

Waarom hebben laesies van cerebellaire kernen vaak grotere impact dan van schors?

Answer 17

• Kernen zijn eindpunt van convergerende output → één laesie → verstoring van veel schorsprojecties

Question 18

Waarom kan ataxie ook ontstaan buiten het cerebellum?

Answer 18

• Bij schade aan inputsystemen zoals spinocerebellaire banen of corticopontine banen kan cerebellum niet goed functioneren