Vocab - Hoofdstuk 15 Vocab Flashcards
(51 cards)
1
Q
het openbaar vervoer
A
public transport
2
Q
Colombia
A
Columbia
3
Q
ging
A
went
4
Q
het vliegtuig
A
aeroplane
5
Q
duren
A
to last
6
Q
duurde
A
took/lasted
7
Q
helaas
A
unfortunately
8
Q
logeren
A
stay
9
Q
het pak
A
packet
10
Q
veilig
A
safe
11
Q
de trein
A
train
12
Q
de tas
A
bag
13
Q
geweldig
A
fantastic
14
Q
vertrekken
A
to leave
15
Q
de koffer
A
suitcase
16
Q
dragen
A
to carry
17
Q
het grapje
A
joke
18
Q
het raampje
A
window
19
Q
net als
A
like
20
Q
vroeger
A
in the old days
21
Q
lekker
A
nicely
22
Q
buiten
A
outside
23
Q
reizen
A
travel
24
Q
het spoor
A
platform
25
achter de rug
behind you
26
de pony
pony
27
de wei
field
28
net
like
29
de shetlandpony
Shetland pony
30
het landschap
landscape
31
anders
different
32
plat
flat
33
de berg
mountain
34
gewend
used to
35
opletten
to pay attention
36
zo meteen
very soon
37
het natuurgebied
nature reserve
38
de natuur
nature
39
het gebied
area
40
echt
real
41
de lucht
sky
42
het schilderij
painting
43
het stukje
piece
44
de molen
windmill
45
het broodje
bread roll
46
onderweg
on the way
47
de kaas
cheese
48
moe
tired
49
welterusten
sleep well
50
goede reis
have a good trip
51
wakker maken
to wake you up
