Vocabulary - Part 9 Flashcards
(82 cards)
1
Q
Fall / Autumn
A
Najaar, Herfst
2
Q
To become
A
Worden
3
Q
Windy
A
Waait
4
Q
To freeze
A
Vriezen
5
Q
Ice
A
Ijs
6
Q
To skate
A
Schaatsen
7
Q
Spring time
A
Het Voorjaar
8
Q
Spring
A
De lente
9
Q
The same
A
Het zelfde
10
Q
Changes
A
Verandert
11
Q
Always / still
A
Steeds
12
Q
Place
A
Plekje
13
Q
On earth
A
Op aarde
14
Q
The brains
A
De hersenen
15
Q
The driver / Manager / Pilot
A
De bestuurder
16
Q
Fitting room
A
Het Paskamer
17
Q
The dress
A
De jurk
18
Q
The skirt
A
De rok
19
Q
The tyre
A
De band
De auto heeft een lekke band
20
Q
To check / to examine
A
Controleren
Controleer / Controleert / Controleren
21
Q
Reasonable
A
Redelijk
22
Q
To find
A
Aan gekomen
23
Q
Living together
A
Samen wonen
24
Q
Preferably (strong liking for something)
A
Het Liefst
25
I prefer rice
Ik eet het lieft rijst
26
To know
Weten
27
To know (familiarity)
Kennen
28
I know Maria
Ik ken Maria
29
I know that she is a doctor
Ik Weet dat zij is een huisaarts
Note: Use Weet can speaking of facts
30
Fuel tank
De brandstoftank
31
Front glass (of car)
De voorruit
32
Back glass (of car)
De achterruit
33
Lid for fuel tank
De motorkap
34
Side mirror (of car)
De Zijsspiegel
35
The brake
De rem
36
Clutch
De koppeling
37
Steering wheel
Het stuur
38
Head light
De kop lamp
39
Front light
De voor lamp
40
Fog light
De mist lamp
41
To send
Sturen
Ex: Ik stuur een mail
42
Earthquake
Aardbeving
43
Death
Doden
44
Keep increasing
Blijft stijgen
45
To donate
Doneert
46
Victims
Slachtoffers
47
Energy cost
Energiekosten
48
High
Hoog
49
Lower
Lager
50
To set
Gezet
51
NS (dutch railways)
Nederlandse spoorviegen
52
Zoo
dierenpark
53
Zoo
dierentuin
54
Covered
Overdekt
55
Seasons
Seizonen
56
part
Deel
57
Tropical
Tropische
58
Butterflies
Vlinders
59
Leven
Lives
60
Special
Bijzonder
61
Lions
Leeuwen
62
Area
Gebied
63
Animals from Savanna
Savannedieren
64
Ostritch
Gnoes
65
Emoes (another type of ostrich)
Struisvogels
66
super discounted
Supervoordelige
67
To order
Bestellen
68
bad
slecht
69
only
slechts
70
until
tot en met / until
71
Included
Inbegrepen
72
The day trip
Het uitje
73
Round trip / Round ticket
Dagretour
74
Sales
Verkoop
75
In present days
Tegenwoordig
76
Running a house
Huishouden
77
Good combination
Goed combineren
78
Meetings
Vergadering
79
To tidy / to clean
Schoonmaken
80
That is not allowed with me
Dat mag niet van mij
81
Old age
Hoge Leeftijd
82
Mess
Rommel
