W2 pt 2 Flashcards
(43 cards)
Wanneer ontwikkelen mensen het superego volgens Freud?
Het ontwikkelt uit het ego rond 3- 6 jaar wanneer kinderen de waarden van ouders overnemen.
Psychoanalytische theorie (Sigmund Freud):
mensen zijn gedreven door interne motieven en emotionele conflicten waar ze onbewust van zijn, gevormd door vroege ervaringen.
Unconscious motivation:
Beschrijf en bij welke theorie hoort dit?
Psychoanalytische.
Instinct en andere interne krachten beïnvloeden gedrag onbewust. Freud richt zich vooral op nature.
Id, Ego, Superego:
Id: genotszoeker,
Ego: rationele denker,
Superego: mediator, interne morele standaarden van persoon.
Freud Fixatie:
gehinderde ontwikkeling omdat libido vastzit in een bepaald lichaamsdeel.
Freud
Verdedigingsmechanismes:
Het ego adopteert een copingstijl onbewust als reactie op stress.
B.v. Repression: onacceptabele gedachten onderdrukken
B.v. Regressie: terugkeren naar een minder traumatische fase.
Freud Psychoseksuele fasen:
Libido gaat naar ander lichaamsdeel wanneer kind ouder wordt, en in verschillende locaties leidt dit tot verschillende gedragingen.
Libido Freud
The instinctual physiological or psychic energy associated with sexual urges and, in his later writings, with all constructive human activity.
Beschrijf Freud’s Psychoseksuele fasen
a. Oral stage: 0-1 j, mond, moederbeeld belangrijk.
b. Anal stage: 1-3 j, anus, toilettraining vormt conflict biologie en maatschappij
c. Phallic stage: 3-6 j, genitals, Oedipus of Elektra complex leidt tot identificatie met ouder van eigen sekse.
d. Latent period: 6-12 j, libido is stil, school en spelen met same-sex vrienden.
e. Genital stage: 12+ j, seksuele relaties vormen en reproductie neiging.
Erikson’s 8 Psychosociale Fasen:
8 fasen geïnspireerd door Freud waarin elke fase een conflict voorstelt dat opgelost moet worden en in persoonlijkheidsverandering resulteert. Cultuur, samenleving, geschiedenis invloed.
In elke fase is een conflict dat overwonnen moet worden om succesvolle uitkomsten te oogsten.
Beschrijf de eerste 4 van Erikson’s 8 fasen
- Vertrouwen-wantrouwen: 0-1 j. Deugd: hoop. Ouder leren vertrouwen met behoeften, ondersteuning belangrijk.
- Autonomie - schaamte: 1-3 j. Deugd: wil. Leren dingen zelf te doen en eigen wil streven, aanmoediging.
- Initiatief – schuld: 3-6 j. Deugd: doel. Plannen bedenken zonder rechten van anderen te kapen, aanmoediging.
- Vlijt - minderwaardigheid: 6-12j. Deugd: competentie. Sociale en academische vaardigheden leren.
Beschrijf de laatste 4 van Erikson’s 8 fasen
- Identiteit - rolverwarring: 12-20j. Deugd: trouw. Identiteit zoeken.
- Intimiteit - isolatie: 20-40j. Deugd: liefde. Gedeelde identiteit zoeken, angst intimiteit/isolatie.
- Generativiteit - stagnatie: 40-65j: Deugd: zorg. iets produceren dat langer dan hen leeft.
- Integriteit - wanhoop: 65+: Deugd: wijsheid. Leven leren te zien als betekenisvol
4 verschillen Erikson en Freud fasen
- Erikson minder nadruk seksuele neiging als drijfveer ontwikkeling, meer op sociale invloeden.
- Erikson minder nadruk op id, meer op ego.
- Erikson positiever over nature, mensen zijn actief in ontwikkeling, vooral rationeel, kunnen trauma overkomen.
- Erikson meer nadruk op ontwikkeling na adolescentie.
Waarom is Freud’s psychoanalytische theorie niet falsificeerbaar?
Omdat het ambigu, intern inconsistent en moeilijk te specificeren is.
Ondersteunt de wetenschap Freud’s theorie?
Nee, veel specifieke ideeën zijn niet goed ondersteund.
Tekortkomingen Erikson’s fasen:
Alhoewel het een bruikbare beschrijving geeft over ontwikkeling, geeft het geen verklaring hiervoor.
Behaviorisme:
Conclusies over ontwikkeling en functioneren moeten gebaseerd worden op gedrag. Rust op klassieke conditionering.
- Operante conditionering: positieve/negatieve reinforcement of punishment om gedrag uit te lokken.
Fysieke straf is gehecht aan …
Toename van agressie, mentale gezondheidsproblemen zoals angst en depressie, middelenmisbruik en intellectuele/morele dysfunctie.
Piaget’s Constructivisme:
Kinderen construeren actief hun begrip van de wereld gebaseerd op interacties.
Dus niet aangeboren of alleen informatie van ouderen gevoerd. Ze ontdekken de wereld dus actief volgens Piaget’s constructivisme.
Beschrijf Piaget’s stadia van ontwikkeling
o Sensorimotor (0-2j): zintuigen gebruiken om te ontdekken. Einde van fase markeert symbolische gedachten met beeld en woorden en oplossingen.
o Preoperationeel (2-7j): capaciteit voor symbolisch denken gebruiken voor taal, pretend-spelen en problemen. Egocentrisch denken.
o Concreet oper. (7-11j): concrete logische operaties. Praktisch probleemoplossing met trial-and-error. Moeite met abstracte problemen.
o Formeel oper. (11~12+): Abstracte problemen en hypothetische mogelijkheden overwegen.
Wat betekent egocentrisme en voor welke stadia van Piaget geldt dit?
Neiging om wereld vanuit zelf te zien, geen perspectief van ander. Minder probleem vanaf concreet operationele fase.
Kinderen van 8 jaar kunnen volgens Piaget’s stadia …
1. Symbolische gedachten vormen met beeld en woorden.
2. Concrete logische operaties uitvoeren.
3. Abstracte problemen oplossen.
4. Symbolisch denken gebruiken voor taal.
2
Tijdens de … fase van Piaget kunnen kinderen symbolisch denken om problemen op te lossen, maar zijn ze gelimiteerd tot egocentrisme.
Preoperationeel.
Wat is een belangrijke limitatie van Piaget’s stadia?
Individuele verschillen passen niet in het model. Cognitieve ontwikkeling gaat niet op hetzelfde tempo voor iedereen.
Daarnaast onderschatte hij de cognitieve capaciteiten van jonge leeftijden, ze kunnen eerder geleerd worden.
Ook mist hij de invloed van sociale en culturele invloed. Dit werd mede opgelost door Vygotsky.