W4 pt 2 Flashcards

(46 cards)

1
Q

Bayley Scales of Infant Development (BSID):

A

Intelligentie meetmethode voor kinderen onder 3 jaar oud.

  1. Motorische schaal: motorische ontwikkeling zoals grijpen.
  2. Cognitieve schaal: manier van denken over typische gebeurtenissen zoals het uitreiken naar een object.
  3. Taal schaal: meet pre-verbale communicatie en vocabulaire.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

General Adaptive Composite (GAC):

A

een samenvatting van de Bayley Scales resultaten van het kind in vergelijking tot anderen van een normgroep van dezelfde leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zijn de Bayley Scales een goede voorspelling van IQ op latere leeftijd, en waarom wel/niet?

A

Nee, ze hebben een lage predictieve validiteit. Althans de vroege versies van de Bayley Scales.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Redenen voor de lage correlatie Bayley scales en IQ

A
  1. Universele Maturatie invloed op ontwikkeling zuigeling: genetische processen compenseren voor de omgeving, waardoor hoge of lage Bayley Scale scores mogelijk slechts tijdelijke deviaties van een universeel pad zijn.
  2. De tests meten verschillende vaardigheden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Invloed maturatie op ontwikkeling zuigeling:

A

Universele invloeden van Maturatie determineren de cognitieve capaciteiten van een zuigeling: genetische processen compenseren voor de omgeving, waardoor hoge of lage Bayley Scale scores mogelijk slechts tijdelijke deviaties van een universeel pad zijn. Pas rond leeftijd 2 worden maturatiekrachten minder sterk en spelen individuele verschillen een sterkere rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is volgens onderzoek van Joseph Fagan een betere voorspeller van IQ dan de Bayley Scales?

A

Aandacht van zuigeling. B.v. habituatie-snelheid, voorkeur voor nieuwigheid, reactietijd (1e levensjara r=0.45 met iq).
- Een zuigeling die snel verveeld raakt en van nieuwigheid houdt is waarschijnlijk intelligenter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verschil WISC-V en Bayley Scales:

A

Bayley Scales focusen op sensomotorische vaardigheden, en WISC-V focust op abstract redeneren, probleemoplossend vermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er met de stabiliteit van IQ van een groep van kinderen gedurende 9 tot 23 jaar?

A

Het wordt steeds stabieler. Individuele scores kunnen echter verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bewijs voor individueel verschil stabiliteit IQ tests Watkins:

A

Onderzoek Watkins: 1 op de 4 kinderen scores veranderen 10+ punten over periode 2-3 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Invloed van ouders op stabiliteit IQ-scores van kind:

A

Kinderen van ouders die veel praten met het kind (vocabulaire) en meer aanmoediging bieden ervaren groei van IQ-scores. In tegenstelling, kinderen in een onstabiele thuisomgeving ervaren vermindering van IQ-scores.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Invloed armoede op stabiliteit IQ-scores van kind:

A

armoede (inkomen ouders, basisbenodigdheden kind) leidt tot verminderde gezondheid, tandzorg en voeding, overvolle en onveilige omgevingen, chronische stress en negatieve ouder-kind relaties, weinig cognitieve stimulatie. Dit alles leidt tot een lagere IQ-score en vermindering daarvan over de periode van opvoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ideational fluency:

A

hoeveel ideeën iemand kan produceren in een bepaalde tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Originality:

A

de capaciteit om originele ideeën te produceren (in combinatie met ideational fluency)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ideational fluency en originaliteit over leeftijd van kind tot volwassenheid:

A
  1. Ideational fluency: stijgt tot 3 jaar, vlakt af tot 5 en daalt daarna tot adolescentie, blijft dalen tot volwassenheid maar minder rap.
  2. Originality: Stijgt tot 5, daalt tot adolescentie en stijgt weer in de volwassenheid.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Invloed creatieve persoonlijkheid VS hoog IQ in de klas:

A

Kinderen met hoog IQ geven passende antwoorden op vragen wat gestimuleerd wordt, en creatieve kinderen geven onconventionele reacties die vaak afgewezen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Invloed SEC, ethniticeit etc. op IQ en creativiteit:

A
  1. IQ: veel invloed
  2. Creativiteit: weinig invloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Invloed genen op creativiteit:

A

Weinig invloed, tweelingen zijn niet dichter hierin dan andere zussen/broers. Dit suggereert een invloed van thuisomgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Flynn Effect:

A

stijging van IQ-scores per jaar sinds 1950. (~3 punten per 10 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Factoren voor Flynn effect:

A
  1. Mate/kwaliteit van opleiding
  2. Beter voeding/omgeving door hogere SEC
  3. Minder infectieziekten
20
Q

Creativiteit “on-hold’ zetten van adolescenten:

A

tijdens adolescentie blijft creativiteit laag, wat suggereert dat de creativiteit gepauzeerd wordt ten behoeve van prioriteiten.

Echter, de capaciteit tot het verklaren van ideeën blijft toenemen.

21
Q

Kan creativiteit getraind worden?

A

Ja, maar de omgeving moet de creativiteit ook belonen. Anders is het niet effectief.

22
Q

Nature en nurture invloeden creativiteit:

A
  1. Nature: Talent en Motivatie, Positiviteit gehecht aan prodigies.
  2. Nurture: Omgeving die creativiteit ondersteunt.
23
Q

Werksucces en IQ (baanprestige/inkomen):

A
  1. Inkomen en prestige stijgen met IQ
  2. Hoog IQ correleert met kleine voorsprong maar vooral een heel grotere stijging van inkomen.
  3. Veel variatie mogelijk.
24
Q

IQ en gezondheid:

A
  1. IQ en duurzaamheid gerelateerd. Langere levens.
  2. Minder gezondheidsproblemen
25
Waarom is IQ gecorreleerd met gezondheid?
1. SEC speelt een rol, maar er is alsnog een connectie tussen IQ en gezondheid wanneer gecorrigeerd wordt voor SEC. 2. IQ beïnvloedt ook SEC, wederzijds. 3. Andere factoren zoals de correlatie van IQ en het opdoen van kennis over gezondheidsgedrag spelen een rol.
26
Dysrationalia:
onvermogen om rationeel te denken ondanks hoge intelligentie. IQ-tests meten rationeel denken niet.
27
Dual-process cognitie: tisch denken. 2. System 2: traag en inspannend.
we hebben System 1 en System 2 voor denken. 1. System 1: automa
28
Welke factor is de sterkste voorspeller van IQ op oude leeftijd? 1. IQ op jonge leeftijd 2. SEC 3. Opleidingsniveau
1
29
Conclusie Schaie bevindingen over intellectuele verandering leeftijd?
De achteruitgang is minder dan verwacht omdat het Flynn effect enige verandering kon verklaren van de studies.
30
Verklaring voor achteruitgang vloeibare intelligentie test scores:
Ze zijn getimed, en verwerkingssnelheid gaat achteruit.
31
Onderzoek over het stereotype van cognitieve achteruitgang ouderen:
Het is zeer individueel. Sommigen ervaren weinig verlies en sommigen ervaren veel. Slechts 30-40% van de 81-jarigen in de studie van Schaie zagen in de laatste 7 jaar een significant verlies. Factoren zoals ziekten spelen een grote rol.
32
Terminal drop:
sterke daling van mentale capaciteiten door ziekte (vaak op oudere leeftijd).
33
2 factoren afname intellectuele capaciteit oude leeftijd:
1. Ziekte 2. Mate van intellectuele stimulatie (vaak geassocieerd met SEC)
34
Invloed IQ van partner op IQ:
Partner met lagere IQ (in oudere leeftijd) stijgt naar de hogere.
35
Invloed mentale training op intelligentie ouderen:
Ventrale PFC activiteit verhoogd (Carlson et al.).
36
Wijsheid:
levenskennis, prosociale waarden, emotionele homeostase, tolerantie, openheid, spiritualiteit en humor.
37
Is wijsheid het resultaat van levenservaring of van leeftijd?
Expertise blijkt belangrijker dan leeftijd, en wijsheid si zeldzaam. Leeftijd is dus geen goede voorspeller van wijsheid. Leeftijd correleert wel met kennis, en kennis met wijsheid.
38
Correlatie ondersteunende sociale omgeving tijdens de jongvolwassenheid en wijsheid 40 jaar later:
positieve correlatie.
39
Wanneer pieken creatieve prestaties meestal?
Meestal stijging tot vroeg in de 40s, maar kan doorlopen tot late leeftijd. Het hangt ook af van het medium: academici in de humanities stijgen tot wel 60 jarige leeftijd. Artistieke vaardigheid meestal maar tot in de 40s. - Dit komt waarschijnlijk door een combinatie van enthousiasme en ervaring: enthousiasme daalt waar ervaring stijgt.
40
Simonton theorie creativiteit levensloop:
Iedereen heeft een bepaalde potentie voor expressie, en deze wordt uitgeput. Mensen worden volgens deze theorie niet beter in creatieve vaardigheden tot latere leeftijden, sommige stukken kosten gewoon zoveel tijd. 1. Ideatie: het bedenken van ideeën 2. Elaboratie: het uitwerken van ideeën
41
Bewijs Simonton theorie creativiteit:
Mensen wie hun creatieve carrière later beginnen, ervaren dezelfde daling/stijging van creativiteit als anderen maar dan op latere leeftijd.
42
Invloed genen op intelligentie:
de invloed van genen op intelligentie stijgt met leeftijd (20% zuigeling, 40% kindertijd, 50% adolescentie, 60% volwassenheid, 80% ouderdom). - Echter, genexpressie benodigd de omgeving. Dus deze stijging is mede te verklaren door genexpressie in de omgeving.
43
Is genetische invloed op intelligentie hoger met lage of hoge SEC?
Hoge SEC = meer genetische invloed intelligentie. Dit is niet het geval wanneer het land bv gezondheidszorg en social-welfare voor iedereen heeft.
44
Cumulative-deficit hypothesis:
armoedige omgevingen leiden tot een ophoping van demping van intellectuele groei over tijd door de verschillende IQ-belemmerende factoren die opbouwen met een lage SEC. De sterkste hiervan zijn weinig positieve waardering en deel van een minderheidsgroep zijn.
45
Home Observation for measurement of the Environment (HOME) inventory:
assessment tool voor intellectuele stimulatie tijdens kindertijd. De items gaan over wat de omgeving (ouders en anderen) van kinderen wel/niet doen en bezitten. - Voorspelt IQ
46
Welke stimulerende factoren van de HOME inventory zijn het belangrijkst voor cognitieve groei?
1. Stimulatie past bij competenties van kind (niet te makkelijk/moeilijk) 2. Ouder betrokken bij kind (responsief naar benodigdheden) 3. Stimulatiemogelijkheden