week 2 - Het BVerfG en het Maastricht arrest Flashcards

(4 cards)

1
Q

Wat zijn de algemene uitgangspunten van het BVerfG en het Maastricht arrest?

A
  • Volkssoevereiniteit: het volk als hoogste macht en het volk als grondslag van het staatsbestel. Het volk regeert zichzelf via de grondwet die de belangrijkste principes van dat volk neerlegt.
    Volk -> Grondwet dat daarin de belangrijkste principes van het volk neerlegt= pouvoir constituant
    Grondwet ->Trias politica+ pouvoir constitué, macht afgeleid vanuit het volk. (20 lid 2)
  • Autonomie: collectieve zelf (grond) wetgeving door een volk: volk is subject van (grond) wetgeving en in die zin dus drager van de rechtsorde.
  • Volk: relatieve homogene groep mensen, die iets hebben wat hen politiek, cultureel, samenbindt. Het moet gaan om een gemeenschap, er moet iets zijn wat hen samenbindt. Er mogen uiteraard wel wat verschillen zijn. De homogeniteit hoeft slechts relatief te zijn. (volk is dus niet slechts iets formeels, in termen van een paspoort ,maar iets materieels) Deze relatieve homogeniteit, volk, bestaat voorafgaand aan de autonome rechtsordes en aan grondwet en wetgeving ( Dualisme)
  • Volwaardige definitie constitutie: juridisch voorondersteld politiek:
  • formeel toerekening principe volk: grondwet moet politieke zelfbeschikkingsdaad zijn van relatief homogeen volk
    *materieel toerekening principe volk: in de grondwet moet de relatieve homogeniteit/ samenbinding volk neergelegd zijn.
    Politieke definitie grondwet is cruciaal nu dit legitimiteit verschaft aan de rechtsorde
    Geen grondwet in volwaardige zin van het woord als deze niet te herleiden is naar een relatief homogeen volk/politieke eenheid
  • Niet alleen legaliteit van de rechtsorde is belangrijk, maar legitimiteit is minstens zo belangrijk. Dit krijg je door een volk dat aan de rechtsorde ten grondslag ligt en zichzelf regeert via een grondwet die zij zichzelf hebben gegeven. Legitimiteit van wetgeving/grondwet is afhankelijk van of zij een juiste uitdrukking is van het relatieve homogene volk dat hier voorafgaand aan bestaat.
  • Autonome rechtsorde: rechtsorde is alleen autonoom indien er een relatief homogeen volk aan ten grondslag ligt dat zichzelf de grondwet heeft gegeven waarin de belangrijkste principes van dat volk gelegen zijn - er kan geen autonome rechtsorde zijn zonder politieke eenheid, politieke gemeenschap (autos + nomos: zelfwetgeving: er kan alleen een autonome rechtsorde zijn indien er een volk aan ten grondslag ligt dat subject is van (grond) wetgeving)
  • Rechtsorde kan twee smaken hebben:
    1) Statenverbond: samenwerkingsverband tussen soevereine staten op basis van internationaal verdrag zonder volk, geen constitutie, kan geen claim maken op autonomie, kan claim maken op democratische legitimiteit

2) Bondsstaat: één volk dat ten grondslag ligt aan de federale rechtsorde dat zichzelf de grondwet geeft – heeft constitutie, is een staat en kan claim maken op autonomie , kan claim maken op democratische legitimiteit
-> autonome rechtsorde is gekoppeld aan de staatsorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de visie op de Europese Unie volgens het BVerfG en het Maastricht arrest?

A
  • Er is geen Europees volk: er is geen relatieve homogeniteit tussen de EU-burgers. – zijn alleen volkeren ( preambule Verdrag van Rome)
  • De EU is geen autonome rechtsorde: Er is geen Europees volk dat bovenaan de rechtsorde staat dat zichzelf een grondwet geeft en daarin neerlegt wat hun samenbindt en wat hun gemeenschappelijk is en via die weg trias instelt en zo dus zichzelf regeert. Het zijn de lidstaten die bovenaan de rechtsorde van de EU staat en de touwtjes in handen hebben, het verdrag vormen en de heren van het verdrag zijn ( tegenstelling HVJEU)
  • De EU is geen federatie: geen deelstaten ( tegenstelling HVJEU)
  • De EU is een statenverbond: de EU is slechts een samenwerkingsverband tussen soevereine lidstaten op grond van een doodnormaal internationaal verdrag (tegenstelling HVJEU: geen nieuwe rechtsorde)
    -> lidstaten zijn niet alleen onderworpen aan EU recht, maar onderwerpen zichzelf doordat zij het verdrag tot stand brengen. Dit is dus heel anders dan in een bondsstaat waar het een relatief homogeen volk is dat ten grondslag ligt en de trias onderwerpt aan hun macht
  • EU kan daarom geen claim maken op democratische legitimiteit
  • De EU is geen politieke gemeenschap
  • De EU is niet Sui Generis
  • Democratisch tekort in EU
  • De EU kent slechts indirecte democratische legitimatie dat komt van de lidstaten, welke wel werken via volkssoevereiniteit. Het democratisch gehalte van EU-regelgeving is afhankelijk van de lidstaten en hun deelneming aan het wetgevingsproces op EU-niveau. Democratisch tekort in EU vergroten: meer bevoegdheden neerleggen bij de nationale parlementen
    Volk ->machten lidstaat -> ratificatie -> EU-regelgeving en oprichten EU.
  • Deze gedachtegang is door het BVerfG wederom bevestigd in het Lissabon arrest.
  • Het verdrag is geen constitutioneel handvest. Het is wel een grondwet in materiele zin, juridische constitue en verschaft legaliteit, maar juridische definitie voorondersteld politieke definitie en legitimiteit en deze is in de EU niet aanwezig. Niet te herleiden naar relatief homogeen volk (Tegenstelling tot HVJEU in Les Verts en RVS 2017)
  • Het Europarlement is geen parlement in de democratische zin van het volk. Een parlement is alleen een parlement indien dit een relatief homogeen volk vertegenwoordigd. Meer bevoegdheden neerleggen bij het Europarlement is dus geen oplossing voor het democratisch tekort in de EU. Het BVerfG erkent wel dat er representatie plaatsvindt in het Europarlement. De lidstaten vertegenwoordigen zichzelf. Echter, dit is nog geen politieke representatie in democratische zin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De implicaties van de EU als statenverbond: basic internationaal samenwerkingsverband op basis van verdrag (gaan in tegen het acquis communautaire)

A
  • De lidstaten als heren van het verdrag (tegenstelling HVJEU: geen eigen rechtsorde, geen autonome bron) Lidstaten zijn bovenaan de Europese rechtsorde. Zij zijn onderworpen aan het verdrag, maar dit verdrag hebben zij zelf gemaakt en zij zijn dus degene die zich hieraan onderwerpen, terwijl in een federatie het juist het volk is dat de andere machten aan verplichtingen onderwerpt.
    -Delegatie van bevoegdheden en geen overdracht van soevereiniteit: lidstaten kunnen bevoegdheden altijd terugclaimen. (Tegenstelling HVJEU, RVS 2017)
  • Lidmaatschap kan opgezegd worden en ongedaan gemaakt worden: de lidstaten hebben zelf de touwtjes in handen en fungeren als heren van het verdrag.
  • Rechters van de lidstaten hebben een eigen rechtmatigheidscontrole op EU recht: De rechters van de lidstaten bepalen zelf of het recht wat van bovenaf vanuit de EU wordt opgelegd bindend is in hun rechtsordes. Zij hebben het laatste woord en zij zullen onder andere het EU recht niet toepassen indien het in strijd is met de kern van de grondwet (democratie en de menselijke waardigheid) van de nationale rechtsorde ( Overeenkomst met Suprême Court Virginia in Martin Vs. Hunters Lessee) -> Arrest Warrant case
  • EU recht is niet vanuit zichzelf bindend in Duitsland: Geen autonome rechtsorde maar een basic internationaal verdrag waarbij de lidstaten soeverein zijn en zelf het laatste woord hebben over wat er toegepast wordt van bovenaf in hun eigen rechtsorde. Als het puntje bij paaltje komt bepalen de lidstaten zelf of zij EU recht toepassen ja of nee. Binding EU recht is afhankelijk van toepassingsgebod van de goedkeuringswet. (Ratificatie + grondwettelijke toets) en anders helemaal geen binding. (Tegenstelling tot HVJEU: EU recht moet op homogene wijze worden toegepast en uitgelegd in alle lidstaten gezien haar bijzondere karakter en daarom heeft het HVJEU het laatste woord en heeft EU recht voorrang en rechtstreekse werking in lidstaten)
  • Impact op prejudiciële beslissingen: Het BVerfG verzoekt om de prejudiciële procedure niet in te stellen indien je denkt dat er strijd is tussen het EU recht en de nationale grondwet. Los het zelf op, want dan staat het HVJEU in haar hemd en heeft het helemaal niets te zeggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pouvoir constituant en pouvoir constitué

A
    1. Pouvoir constituant (constituerende macht)
      Definitie: Dit is de oorspronkelijke, grondleggende macht die bevoegd is om een nieuwe grondwet te maken of om fundamentele wijzigingen aan te brengen in een bestaande grondwet.

Kenmerken:

Het is een soevereine macht: het is niet gebonden aan bestaande wetten of instellingen.
Het volk (of een revolutionaire macht) is vaak de drager van deze macht, omdat het volk wordt beschouwd als de bron van alle politieke legitimiteit (volkssoevereiniteit).
Het gaat over het vaststellen van de fundamentele regels en principes waarop de staatsinrichting en rechtsorde gebaseerd zijn.
Praktijkvoorbeeld:

De Franse Revolutie (1789), waar het volk (de Assemblée nationale) de macht nam om een nieuwe grondwet op te stellen.
Het opstellen van de Nederlandse Grondwet van 1848 door Johan Thorbecke, waarin de parlementaire democratie werd gevestigd.
In de volkssoevereiniteit: Het volk oefent zijn pouvoir constituant uit door een grondwet vast te stellen waarin de fundamentele principes van de staat en de rechten van het volk zijn vastgelegd.

    1. Pouvoir constitué (geconstitueerde macht)
      Definitie: Dit is de afgeleide of ondergeschikte macht die door de grondwet wordt ingesteld en georganiseerd. Het omvat alle organen en instellingen van de staat die handelen binnen de kaders van de grondwet.

Kenmerken:

Het is gebonden aan de grondwet: deze macht kan alleen functioneren binnen de regels die door de grondwet (en dus de pouvoir constituant) zijn vastgesteld.
Het bestaat uit de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht, oftewel de trias politica.
Het is afgeleid van de soevereiniteit van het volk en heeft daarom geen oorspronkelijke macht.
Praktijkvoorbeeld:

Het parlement, de regering en de rechterlijke macht in een democratische rechtsstaat zoals Nederland, die allemaal functioneren op basis van en binnen de grenzen van de grondwet.
In de volkssoevereiniteit: De macht van deze instellingen komt indirect van het volk, via de grondwet die is opgesteld door de pouvoir constituant.

Relatie tussen de twee
Pouvoir constituant is de oorspronkelijke macht die de grondwet schept. Het volk of een grondwetgevende vergadering vervult deze rol.
Pouvoir constitué is de afgeleide macht, die door de grondwet wordt ingesteld en geregeld. Dit omvat de staatsorganen die de dagelijkse gang van zaken in een staat regelen, zoals de regering, het parlement en de rechterlijke macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly