Week 3 Flashcards

(32 cards)

1
Q

De drie hoofdkleuren bestaan op hetzelfde moment + naast elkaar + ze lopen door elkaar heet. Dit heet:

A

Multidisciplinariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De onderdelen van het prisma moet je los van elkaar beschouwen, maar slechts een perspectief is onvoldoende.

Juist of onjuist

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom zijn er ‘maar’ drie hoofdkleuren

A

uitgangspunt: de rechtstaat is een sociale constructie die op zichzelf kan worden geanalyseerd, maar wel afhankelijk is van de interactie van individuen.

Brede vakgebieden: veel subdisciplines kunnen in één van de drie hoofdkleuren (praktisch)

Actueel: veel van de huidige spanningen kunnen worden verklaard door deze hoofdkleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de drie hoofdkleuren?

A

Juridisch perspectief
bestuurswetenschappelijk perspectief
sociologisch perspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de drie belangrijkste beginselen (op papier) die bij de juridische hoofdkleur horen:

A
  1. Legaliteit (legaliteitsbeginsel)
  2. Rechtszekerheid (rechtszekerheidsbeginsel)
  3. Rechtsgelijkheid (gelijkheidsbeginsel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De juridsiche hoofdkleur vormt een ….. beoordelingskader. En wat betekent dit?

A

normatief.

  • papieren werkelijkheid
  • hoe het idealiter geregeld moet zijn wat betreft legaliteit rechtszekerheid en rechtsgelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Er zijn drie vragen die opkomen bij nadere invulling van het legaliteitsbeginsel:

  1. welk overheidsoptreden moet een wettelijke grondslag hebben?
  2. Wat is een wettelijke grondslag
  3. kan aan het legaliteitsbeginsel ook een verplichting worden ontleend die maakt dat de overheid moet optreden?

beantwoord deze vragen

A
  1. in Nederland: al het overheidsoptreden - ook feitelijke overheidshandelingen
  2. dunne rechtstaatsvisie: wetmatigheid
    dikke visie: rechtmatigheid
  3. dun: legalitetisbeginsel kan ook strekken tot een rechtsplicht tot overheidstreden
    dik: legaliteitsbeginsel kan ook strekken tot een rechtsplicht tot overheidsoptreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rechtsgelijkheid bevat een fundamentele spanning, welke?

A
  • distributieve rechtvaardigheid
  • procedurele rechtvaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is distributieve rechtvaardigheid (dikke visie)

A

Dit gaat over verdeling van middelen o.b.v. verdienste, dit leidt tot procedurele ongelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is procedurele rechtvaardigheid (dunne visie)?

A

dit houdt in dat iedereen gelijk behandeld moet worden ongeacht persoonlijke kenmerken, dit leidt tot distributieve ongelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar moet het rechtszekerheidbeginsel volgens Oldenziel aan voldoen?

A
  1. bestendigeheid
  2. daadwerkelijke toepassing
  3. een duidelijke rechtspositie
  4. tijdigheid: de eis dat ‘beslissingen door het bestuur tijdig worden genomen’
  5. voorspelbaarheid van het bestuurshandelen
  6. kenbaarheid
  7. rechtsbescherming
  8. honoreren van gewekt vertrouwen (vertrouwensbeginsel)
  9. het verbod van terugwerkende kracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt er in het artikel van Brenninkmeijer ‘ De Januskop van de rechtmatigheid van het bestuur’ behandeld?

A
  • Bestuursrechter velt bindende oordelen; deze hebben impact op de rechtsorde
  • Auditors hanteren systematische controles en beoordelen veelal correcte wetsinterpretatie
  • volgens hun visie
    Rechtspraak kan een diepgaande juridische afweging maken
  • Terwijl auditors prefereren te werken met heldere, toepasbare criteria uit regelgeving
  • Discretionaire ruimte van bestuurlijke beginselen zijn lastig te toetsen
  • Rechters nemen bindende beslissingen
  • Terwijl auditors vooral aanbevelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de kern van het artikel van Marseille: ‘Kleine Gids voor het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb’,

A

veranderingen binnen het bestuursrecht de afgelopen twee jaar, met focus op burger/overheid, n.a.v. het Wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie Awb
- Dienstbaarheidsbeginsel: nieuw abbb
- Verruimde toepassing van het evenredigheidsbeginsel
- Het wetsvoorstel beoogd de informatiepositie van burgers te versterken
- Wijzigingen m.b.t. bezwaar- en beroepsprocedures
- Burgerlijke lus in aanvulling op de bestuurlijke lus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de voorgestelde wijzigingen die onderverdeeld kunnen worden in drie categorieën volgen het artikel van Marseille ‘klein gids… Awb’

A
  • Expliciteren van reeds bestaande verplichtingen en bevoegdheden van bestuursorganen en burgers
  • codificeren van jurisprudentie van de bestuursrechter
    -wijzigingen van in de Awb opgenomen bevoegdheden en verplichtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Er is een addendum op het artikel van Marseille, wat is de kern van het artikel en wat wordt er besproken?

A

Kern artikel: behandelt de aanpassingen en reflecties op het wetsvoorstel Wet versterking waarborgfunctie
Awb.

De wijzigingen in de Awb zijn een antwoord op de behoefte aan meer maatwerk en rechtvaardigheid in bestuursbesluiten; de overheid is nu te rigide (kritiekpunt)
- Wetsvoorstel: dienstbaarheidsbeginsel
Wetsvoorstel: verbetering van de toegang tot rechtsbescherming voor de burger d.m.v. laagdrempelige geschilbeslechting
- Kritiek auteurs op de termijnen voor bezwaar en beroep, deze zouden soms verlengd moeten worden volgens de auteurs

Auteurs: wetsvoorstel is een goede en duidelijke stap vooruit + sluit aan bij de behoefte van burgers
> Conclusie: het wetsvoorstel heeft dus impact op de rechtsstaat en diens principes (zoals rechtsgelijkheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschil tussen wetmatigheid en rechtmatigheid

A

wetmatig: dun en formeel goed tot standgekomen
rechtmatig: het moraal belang meegewogen

17
Q

bij welke rechtstaatvisie moet de overheid optreden mbt legaliteitsbeginsel

18
Q

leg het legaiteitsbegisnel uit mbt dik en dun

A

dun: beperken en begrenzen
dik: rechtsplicht tot overheidshandelen

19
Q

hoe wordt op papier gezorgd dat bestuur alles naleeft bij de juridische hoofdkleur

A

vooraf: reguleren van bevoegdheidsuitoefening, checks and balance en reguleren discretionaire ruimte
achteraf: controle door rechter en verantwoording afleggen

20
Q

waarom past het reguleren van discretionaire ruimte in de juridische hoofdkleur?

A

Als de ruimte beperkt wordt is, kan het bestuur beter regels naleven.

21
Q

Anatomievraag, fysiologievraag en gedragsvraag

A

anatomie: hoe ziet een rechtstaat eruit en waarom
fysiologie: hoe werken de processen binnen een rechtstaat
gedrag: hoe gedraagt een rechtstaat zich

22
Q

Hoe wert het prisma metafoor om de rechtstaat beter te begrijpen?

A

doorbreken juridische monopolie
voorbij normatieve invulling
toetstaan multidisciplinairiteit

23
Q

het rechtszekerheidsbeginsel is een … principe in de …. opvatting van de rechtstaat

A

normatief, dun

24
Q

oldenziel benoemt negen dimensies van rechtszekerheid

A

bestendigheid
daadwerkleijke toepassing
duidelijke rechtspositie
tijdigheid
voorspelbaarheid
kenbaarheid
rechtsbescherming
honoreren gewekt vertrouwen
verbod terugwerkende kracht

25
Kramer legt de nadruk op de noodzaak van objectiviteit in de rechtsstaat, wat inhoudt dat het recht een zekere bepaaldheid moet hebben, onafhankelijk van subjectieve interpretaties. Noem de drie betekenissen van objectiviteit:
observational mind-independence determinate correctness uniform applicability
26
observational mind-independence
het recht moet bestaan onafhankelijk van de perceptie van individuen
27
determinate correctness
juridische functionarissen moeten een vaste basis hebben om de juiste juridische antwoorden te geven
28
uniform applicability
regels moeten op dezelfde manier toepasbaar zijn
29
het bestuur moet volgens de juridische hoofdkleur voldoen aan ... ... en ... anders is het onrechtmatig
legaliteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid
30
Wat is adversarial legalism?
Het verwijst naar een juridisch systeem dat wordt gekenmerkt door een hoge mate van juridisering, procedures en conflictoplossing door middel van rechtszaken. Dit systeem contrasteert sterk met meer bureaucratische of consensusgerichte benaderingen in andere landen. Conflictoplossing door middel van juridische procedures: Hoge mate van juridisering: Decentralisatie:besluitvormingsproces. Complexiteit en hoge kosten: Onzekerheid en onvoorspelbaarheid: Conflictgericht:
31
in het kader van checks and balances heb je diffusion en concentration wat zijn dat?
diffusion: publieke macht wordt verdeeld concentration: organen kunnen zelfstandig macht uitoefenen zonder met anderen samen te werken.
32